Lukt minder asielzoekers niet? Minder statushouders kan wel.
Er brak binnen de VVD een opstand uit over het asielbeleid van de regering. Lokale afdelingen eisen dat de Tweede Kamerfractie van de VVD niet meer meewerkt aan het dwingen van gemeenten om voor noodopvanglocaties te zorgen. Verder moet premier Mark Rutte in de EU ervoor zorgen dat Nederland tijdelijk een andere asielregeling mag toepassen, bij voorkeur een asielstop.
Dat laatste was niet zo’n handig verzoek. Ze hadden beter kunnen eisen dat er minder statushouders komen. Daarvoor hoeft Rutte niet naar de EU. Een asielstop is namelijk direct door de VVD-staatssecretaris Asiel en Migratie Eric van der Burg als juridisch discutabel bestempeld. Als dat waar is, wil dat niet zeggen dat je het percentage statushouders niet zou kunnen verlagen.
Eric van der Burg: VVD-er of D66-er?
Het verbaast mij niets dat Van der Burg wrevel opwekt in zijn eigen partij. Hoewel, eigen partij? Hij lijkt mij eigenlijk een als VVD-er vermomde bewindsman van D66. Hij wilde toch eigenlijk zoveel mogelijk asielzoekers? Vond hij ook niet dat iedereen een gelukszoeker was? Dat je het dus asielzoekers niet kwalijk kon nemen als zij het ook waren. Het was in ieder geval vrijwel niet te vermijden dat hij door GeenStijl tot staatssecretaris voor Omvolkingszaken werd gebombardeerd.
De VVD is er ook goed in om een streng verkiezingsprogramma te formuleren wat asiel betreft. Vervolgens, als het op regeren aankomt, doet de VVD daar weinig tot niets mee. Waar is bijvoorbeeld de strenge bewaking van de buitengrenzen van de EU? Hoe zit het met de opvang van vluchtelingen in de regio? Is de effectieve terugkeer van afgewezen asielzoekers geregeld? We horen er in ieder geval weinig over.
Het kabinet ziet het probleem van de overvolle asielzoekerscentra. Zoals zo vaak als het Rijk de oplossing niet meer weet, wordt het probleem over de heg gesmeten. De gemeenten mogen het oplossen. Nee, niet mogen, maar moeten. Geheel in overeenstemming met het verlichte liberalisme van de VVD worden gemeenten gedwongen noodlocaties aan te leveren.
De ‘oude’ asielfeiten volgens Leo Lucassen
Maar laten we het eerst over de ‘feiten’ van de asielinstroom hebben. Feiten staat tussen quotes, omdat die feiten nogal eenvoudig te verdraaien zijn. Leo Lucassen is daar zeer goed in. Wij hebben daar al eerder op gewezen. Wij concludeerden ook dat Lucassen zich bedient van insinuaties en misleiding om een debat over migratie in de kiem te smoren.
Lucassen heeft talloze opiniestukken op zijn naam staan die meestal, maar half of helemaal niet kloppen. Redacties van de opiniepagina’s zijn kennelijk zo geïmponeerd door zijn stukken dat ze zonder probleem geplaatst worden. Zo heeft hij jarenlang betoogd dat open grenzen geen aanzuigende werking op de asielinstroom zouden hebben. Hij geeft daar geen enkele verwijzing naar onderzoek bij waar dat uit zou kunnen blijken.
Een ander stokpaardje van Lucassen: de verzorgingsstaat heeft niet te lijden (‘zakt niet door zijn hoeven’ in zijn terminologie) van de asielinstroom. Het is echter een niet te miskennen feit dat sommige groepen statushouders jarenlang grotendeels van een uitkering afhankelijk blijven. Ook dat de helft van de asielzoekers geen geldig asielmotief heeft – blijkt uit gegevens van Eurostat – blijft hij voortdurend ontkennen.
De ‘nieuwe’ asielfeiten volgens Leo Lucassen
Ik heb geprobeerd in een grote landelijke krant de hele en halve leugens van Lucassen over het asielbeleid aan te kaarten. De krant wilde zo’n discussie niet starten. De website Sociale Vraagstukken was wel bereid een discussie te plaatsen. Het heeft niet geholpen, want Lucassen kan gewoon weer met ‘nieuwe’ feiten in een grote krant terecht. ‘Als we naar de feiten kijken zien we dat de opvang van asielzoekers beheersbaar is,’ beweert hij daar. Volgens Lucassen ‘(…) wijkt het aantal asielzoekers momenteel nauwelijks af van het gemiddelde van de afgelopen drie decennia (te weten zo’n 22.000) en is het een stuk lager dan in 2015.’
Klopt dit cijfer van Lucassen nu dan eindelijk eens wel? Laten we direct maar vaststellen dat de tijdsaanduiding ‘momenteel’ zeer vaag is. Door ‘momenteel’ te schrijven zonder dat te specificeren kun je Lucassen niet pakken op gerommel met data. Hij kan altijd zeggen dat hij met momenteel iets anders bedoelt dan je denkt. Laten we toch eens een poging wagen.
De cijfers volgens het CBS en de rijksoverheid
Bedoelt Lucassen met momenteel misschien het aantal asielzoekers dit jaar tot en met vorige week? We gebruiken cijfers van het CBS aangevuld met schattingen van de Rijksoverheid. Dan komen we op 26.335 asielzoekers, inclusief zogeheten nareizigers. Dat getal is een beetje in de buurt van het cijfer van 22.000 dat Lucassen noemt. Maar het is natuurlijk niet erg zinvol cijfers te noemen van een nog lopend jaar.
Dus, misschien bedoelt hij dan het afgelopen jaar? Dan zit hij er ver naast. Van midden augustus 2021 tot en met midden augustus 2022 bedroeg het aantal asielzoekers, inclusief nareizigers, namelijk 45.072. Dat is meer dan het dubbele van wat Lucassen heeft geteld.
In het crisisjaar 2015 konden 57.065 asielzoekers en nareizigers worden geteld. Dat was meer dan het afgelopen jaar, maar ik zou het niet beduidend lager noemen. Bovendien, als we kijken naar de afgelopen zes weken, dan blijkt het te gaan om gemiddeld 1.000 asielzoekers en nareizigers per week. Dat zijn aantallen die heel dicht in de buurt komen van de aantallen tijdens de Syrië-crisis.
Kortom, Lucassen heeft de feiten over asielinstroom weer naar zijn eigen ideologie weten om te buigen. Mijn conclusie uit de feiten is dat er, net als in 2015, een asielcrisis is die helemaal niet zo beheersbaar lijkt.
Moet Nederland de EU uit bij een ‘asielstop’?
Er wordt vaak beweerd dat asielmigratie een open-einde regeling is. De overheid kan er geen rem op zetten door het lidmaatschap van de EU. Zo schrijft dagblad Trouw: ‘Veel ondertekenaars [van de VVD] willen een asielstop, waarbij Nederland tijdelijk alle nieuwe aanmeldingen mag weigeren. Juridisch komt dat neer op het opzeggen van internationale verdragen over vluchtelingen.’
De Volkskrant schreef in dezelfde geest: ‘Eerdere kabinetten hebben van alles geprobeerd om de toeloop van asielzoekers te beperken, maar veel suggesties ketsen af op de Europese verdragen waaraan Nederland zich heeft gebonden. Als Nederland werkelijk autonomie over het vreemdelingenbeleid wil hebben, moet het die verdragen opzeggen en de EU verlaten.’
En Hongarije dan?
Je vraagt je natuurlijk direct af hoe het kan dat Hongarije dan nog steeds lid is van de EU. Het land trekt zich niets aan van Europese verdragen en laat in ieder geval geen moslims toe. In Hongarije wordt nog geen twee procent van de asielaanvragers tot statushouder gepromoveerd (periode 2006 tot 2017). Gemiddeld wordt in de EU veertig procent van de asielaanvragen gehonoreerd. In Nederland wordt vijftig procent van de asielzoekers statushouder. In feite heeft Hongarije dus een asielstop ingevoerd, zonder dat het land daardoor een cent subsidie is kwijtgeraakt. Weliswaar dreigt de Europese Commissie nu Hongarije te korten op subsidies, maar dit heeft niets met het asielbeleid te maken.
Het asielbeleid van de EU is er niet
Het asielbeleid, zoals dat door de EU wordt gedefinieerd verwijst naar het Vluchtelingenverdrag van 1951. De EU geeft echter een ruimere omschrijving van het recht op asiel. Volgens de EU is het doel ‘iedere onderdaan van een derde land die internationale bescherming nodig heeft in een van de lidstaten een passende status te verlenen (…).’ Deze definitie legt niet uit wanneer iemand ‘internationale bescherming’ nodig heeft. Dat betekent dat nationale overheden interpretatievrijheid hebben. Zij zijn daarom behoorlijk vrij te bepalen onder welke voorwaarden een asielzoeker statushouder wordt.
Er is dus eigenlijk geen gemeenschappelijk Europees asielbeleid, hoewel de EU dat wel suggereert. Er is zelfs sinds dit jaar een centraal EU-asielagentschap. Zoals gebruikelijk bij veel EU-organen lijkt dit echter vooral een papieren tijger te zijn. Geen enkele lidstaat zou bereid zijn dit agentschap verregaande bevoegdheden te geven. Daarvoor is de onenigheid in de EU over het gewenste migratie- en asielbeleid te groot.
Bij grote toeloop: selectiever asiel toekennen
Zoals bij alle publieke regelingen waar de toeloop uit de hand dreigt te lopen (WAO, jeugdzorg), geldt ook bij het asielbeleid dat je strenger moet selecteren om de toeloop beheersbaar te houden. Hier doet zich het misverstand voor dat het recht op asiel een objectief recht zou zijn waar de overheid geen invloed op kan hebben. Dat recht is echter niet in beton gegoten (zie boven). De overheid kan dus normen opstellen voor het recht op asiel. Desnoods zijn dit pure kwantitatieve normen. Nederland hoeft niet zo diep te zakken als Hongarije (1,8%), Slovenië (9,8%) of Kroatië (10,4%).
Als we echter eens zouden beginnen met de norm voor het toekenningspercentage in Nederland gelijk te stellen aan het gemiddelde toekenningspercentage in de EU (40,1%). Dat betekent dat de mensen die asielverzoeken beoordelen zich in beginsel aan die veertig procent moeten houden. Dat geeft in ieder geval een handvat om te beoordelen of de toekenning van het recht op asiel niet te ‘liberaal’ gebeurt. Een beoordelaar die boven veertig procent uitkomt, zal moeten uitleggen waarom zoveel asielzoekers door hem/haar zijn doorgelaten. Dit kan op zichzelf al tot selectieve toekenning leiden.
Probleem opgelost?
Ik vrees van niet. Daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste zijn de mensen die direct of indirect bij de asielopvang betrokken zijn veelal tegen selectief asiel toekennen. VluchtelingenWerk Nederland (VWN) is daar een voorbeeld van.
Sander Schaap van VWN zei onlangs in De Volkskrant dat mensen die oorlog en geweld ontvluchten, hier een plek moeten kunnen krijgen. Er zijn maar weinig plekken op de wereld waar geen oorlog en geweld is. Het aantal mensen dat je met het criterium van Schaap in Nederland zou moeten toelaten, loopt daarom minstens in de honderden miljoenen. Wat de effecten voor Nederland zijn, doet er kennelijk niet toe.
Compassie is niet streng
Mijn vermoeden is verder, maar ik kan dat niet bewijzen, dat mensen die asielzoekers beoordelen zich mede door compassie laten leiden. Compassie is geen gunstige voorwaarde voor een strenge beoordeling.
Tenslotte, je kunt wel wensen dat er bij grote toeloop strenger geoordeeld wordt. Juist dan echter, als de achterstanden in de beoordelingen oplopen en de werkdruk stijgt, zal er een natuurlijke neiging zijn om maar marginaal te toetsen en dus meer asielzoekers door te laten. Daar ligt natuurlijk een taak voor de Rijksoverheid om naast het opleggen van strengere toelatingsnormen de asielzoekerscentra ook in staat te stellen die normen zonder onevenredige druk toe te passen.
Wynia’s Week is er 104 keer per jaar, met onafhankelijke, broodnodige berichtgeving die u zelden elders aantreft. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!