Is feitenvrij gezwam nu de gewoonste zaak in de wetenschap?

duurzame-landbouw
‘Duurzame landbouw’ in de verbeelding van het Copernicus Instituut van de Utrechtse universiteit, ‘duurzaamheidsvlaggenschip van universitair Nederland’.

Jan Schaefer (1940-1994), de banketbakker die politicus en staatssecretaris voor stadsvernieuwing werd, heeft zichzelf onsterfelijk gemaakt met zijn uitspraak ‘In gelul kan je niet wonen’. Ook toen al produceerden hordes ambtenaren namelijk onleesbare beleidsnota’s.

In gekuiste vorm (‘In geouwehoer kun je niet wonen’) heeft de PvdA er nog goede sier mee gemaakt op haar verkiezingsposters. Daar moest ik aan denken bij het kennis nemen van een Perspective in Nature Sustainability over duurzame landbouw. 

Nature Sustainability is een wetenschappelijk toptijdschrift uit de prestigieuze Nature familie dat volledig aan ‘duurzaamheid’ is gewijd. Een Perspective is een artikel dat zelf geen nieuw onderzoek bevat, maar een kort en bondig overzicht geeft van de actuele stand van zaken van een onderzoeksgebied. Dat kan heel nuttig zijn, zeker ook voor journalisten. Door Nature gevraagd worden om zo’n Perspective te schrijven is een hele eer; het geeft aan dat je geldt als een autoriteit op dat gebied. Logischerwijs heeft een Perspective doorgaans maar één auteur.

In de exacte wetenschappen schrijft iemand zo’n artikel in de avonduren, naast zijn echte baan als onderzoeker. Echter, Sustainable agrifood systems for a postgrowth world (Duurzame voedselsystemen voor een wereld na de groei) heeft 32 auteurs. Nederland is goed vertegenwoordigd, met auteurs van het Copernicus Instituut van de Universiteit Utrecht, het CSTM van de TU Twente en het milieu-instituut van de Universiteit Leiden.

Nogmaals, dit is een Perspective, dus geen van deze auteurs presenteert hier nieuw onderzoek. Niettemin zijn voor het produceren van deze vijf pagina’s proza beurzen toegekend in onder andere Canada, Spanje, Tsjechië en door de Europese Unie. En door NWO, de Nederlandse wetenschapsfinancier waarover Marcel Levi nu de scepter zwaait.

Omdat het een overzicht van een vakgebied betreft, is het logisch dat er veel geciteerd en verwezen wordt; minder logisch is, dat een groot deel van die verwijzingen gaat naar publicaties van die auteurs zelf. 17 van de 32 auteurs geven zichzelf op die manier een paar schouderklopjes die lekker aantikken, want geciteerd worden in een toptijdschrift is belangrijk voor je carrière op de universitaire apenrots.

En wat is het perspectief voor de landbouw?

Dat zou allemaal nog tot daar aan toe zijn, als deze brigade duurzaamheidsdenkers een stuk had afgeleverd dat, jawel, perspectief biedt op hoe het verder moet met de mondiale landbouw. Die moet namelijk, met zoveel mogelijk respect voor de natuur, binnen enkele decennia twee miljard monden extra voeden. Ook binnen Nederland is de discussie over duurzamere landbouw hoogst actueel.

Kunnen we inderdaad toe met minder, of zelfs geen kunstmest, en idem wat betreft pesticiden, zoals de ‘organischen’ beweren? Hoe kunnen we kringlopen van grondstoffen beter op elkaar laten aansluiten? Welke rol kunnen gentech en andere technologie spelen? Als extensieve, ‘biologische’ landbouw nodig is om het milieu te ontzien, hoe compenseren we dan voor de lagere opbrengst per hectare? Hoe verschilt dat per regio?

Waar en hoe is veeteelt juist gewenst om schrale grond die ongeschikt is voor landbouw toch productief te maken? Binnen welke randvoorwaarden is internationaal transport van voedsel juist effectiever en milieusparender dan alles lokaal produceren? Onderzoeksvragen te over, en je zou denken dat er onder die 32 duurzaamheidsdenkers toch een paar zijn die daar iets zinnigs over op kunnen merken.

Dreinende monoloog over feministische landbouw

Helaas: het hersendode dogmatisme van Sustainable agrifood systems for a postgrowth world is verbijsterend. Net als bij eerste lezing van de Green Deal van Frans Timmermans, drong zich het idee op dat dit stuk uit een online bullshit generator afkomstig is, getuige juweeltjes als ‘post-groei metabolismes’.

En welk mens van vlees en bloed krijgt een zin als deze uit zijn pen? ‘Deze uitdagingen aangaan vereist het herverbeelden en re-creëren van circuits van voedselproductie, – verwerking, -distributie, -consumptie en -beheer op basis van de beste ervaring van de mensheid met landbouw als een onmiddellijke bron van gemeenschapswelzijn en een fundamenteel veld van interactie met de natuur.’

Qua vorm en toon doet dit proza denken aan de dreinende monologen over klassenstrijd en de marxistische heilstaat die sociologen in de jaren zestig produceerden. Tegenwoordig dreinen hun academische erfgenamen dus door over ‘Inheemse, feministische, ontgroei- en post-ontwikkelings-gemeenschappen die essentieel zijn voor de voedselsoevereiniteit.’

Het valt niet mee om uit dit woke geronk nog wat inhoud te destilleren. De overwegend sociale wetenschappers doen alle bekende praktische maatregelen om de milieu-impact van de landbouw te verminderen af in een bijzin, want echt duurzame landbouw kan pas ontstaan als we allemaal anders gaan denken, en vooral praten. Zo moet onder meer het concept ‘efficiëntie’ vervangen worden door het concept ‘genoegzaamheid’ (sufficiency), en het concept ‘controle’ door het concept ‘zorg’.

Veel concreter dan dat wordt het niet: ‘Door zorgende landbouw systeem relaties opnieuw te omarmen, concentreert een veelsoorten-benadering van duurzaamheid zich op het voldoen aan de diverse, veranderende, onderling afhankelijke en onreduceerbaar verweven behoeftes van alle tegenwoordige soorten, ondertussen het vermogen vergrotend van toekomstige generaties van alle soorten om aan hun eigen behoeften te voldoen.’

En zo gaat het maar door. In het hele artikel komt niet één tabel of grafiek voor, en de tekst is geheel getallenvrij, behalve waar ‘ecologische herstelbetalingen’ van het Noorden aan het Zuiden geëist worden. Nergens worden regio’s, grondsoorten of klimaatzones onderscheiden, alsof dat qua landbouw allemaal één pot nat is. Dat maakt al hun grootse claims over comprehensive agrifood system redesign tot pure bluf, gratuit academisch imponeergedrag. Van zulk duurzaam gezwam kan je echt niet eten.

Feitenvrij is blijkbaar normaal geworden in de wetenschap

Waarom zou je je druk maken over zo’n artikel, dat slechts door een handjevol mensen gelezen wordt, en alleen voor de carrière van de auteurs enig belang heeft? Dit betreft geen fraude, geen plagiaat, het is niet eens een fout; dit is tegenwoordig normaal in de wetenschap, en dat is het verontrustende. Ik schat dat tot een jaar of drie geleden een feitenvrij betoog als dit nog onacceptabel was geweest voor een Nature-tijdschrift.

Er is de laatste tijd terecht veel aandacht voor fraude en wangedrag in de wetenschap, die veel massaler voorkomt dan gedacht. Iemand als Elisabeth Bik, en anderen, hebben duizenden artikelen ontmaskerd waarin met data gesjoemeld is. Vorige week werd bekend dat de experimenten die de grondslag en richtingaanwijzer vormen voor decennia aan onderzoek naar Alzheimer, waarschijnlijk frauduleus waren, maar in ieder geval ondeugdelijk.

Dat is al erg genoeg, maar daarnaast is er dus ook nog de woke rot die het wetenschappelijk systeem aanvreet, waarvan dit Perspective een symptoom is. Het boven genoemde Copernicus Instituut is het duurzaamheidsvlaggenschip van universitair Nederland. Als dit het beste is wat zij kunnen toevoegen aan het hete hangijzer van de verduurzaming van de landbouw, zeker ook in Nederland, dan kan Marcel Levi zijn no-nonsense reputatie een mooie opkikker geven door de geldkraan naar dit instituut dicht te draaien.

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers publiceert wekelijks in Wynia’s Week. Wynia’s Week wordt gedragen door de donateurs. Doet u mee? Hartelijk dank!