Hoe onze ministers de lobby van Milieudefensie & Friends betalen
Toen de boerenprotesten begonnen, laaide ineens de belangstelling op over de financiering ervan. NRC berichtte dat drie grote veevoederbedrijven de boeren van financiële middelen voorzagen. Toen ik op Twitter opmerkte dat dit interessant was maar dat er bij andere protesten nooit wordt gekeken naar wie het geld fourneert, kreeg ik het verwijt dat ik de aandacht probeerde af te leiden. Maar dit is geen whataboutisme. Het is een feit: alleen linkse organisaties krijgen subsidie en vrijwel niemand die daar aandacht aan schenkt.
De interesse in de financiering van niet-linkse activistische organisaties blijft vaak steken in niet bewezen, vaak kwalijke, insinuaties. Zo werd eerder dit jaar de klimaatstichting Clintel opnieuw beschuldigd van financiële banden met oliebedrijven, kwam de politieke partij BBB onder vuur vanwege vermeende financiering door industrieel-agrarische ondernemingen en suggereerde Zembla – onbewezen – dat Forum voor Democratie geld kreeg uit Moskou.
Volgens een ‘onderzoekje’ van De Volkskrant, naar aanleiding van beschuldigingen in De Telegraaf over het betalen van demonstranten, leeft Extinction Rebellion letterlijk van de wind. Feiten en cijfers ontbraken in al deze gevallen. Verdachtmakingen worden kennelijk strategisch ingezet.
Professionele lobbyïsten
In oktober 2020 begon ik voor Wynia’s Week een serie over de financiering met overheidsgeld van allerlei activistische groepen. Gaandeweg passeerden ook andere financieringsbronnen voor deze non-gouvernementele organisaties (NGO’s) de revue, zoals de Postcodeloterij, de Stichting Democratie en Media en de Open Society Foundation van George Soros. Het onderwerp zorgde soms voor verontwaardiging, maar werd alleen opgepakt door andere media als er een relletje was.
Eén van de grootste subsidieontvangers is Milieudefensie, een organisatie met 73.000 leden en 29.000 donateurs. Ondanks een niet heel grote achterban is Milieudefensie zeer invloedrijk. Milieudefensie zit ook niet krap bij kas. De totale baten bedroegen in 2021 €20,6 miljoen, waarvan slechts €7,5 miljoen uit eigen fondsenwerving.
Veel mensen hebben nog het idee van milieuactivisten die opereren vanaf zolderkamertjes en die het moeten doen met tientjesbijdragen van donateurs. In werkelijkheid is Milieudefensie een geoliede beleidsmachine. De personeelsbezetting bedraagt 85 fte (in 2016 nog 64 fte), die opereren vanuit een groot kantoorpand in Amsterdam-Centrum met een jaarlijkse huur van ruim €250.000.
Waar komt die resterende €13 miljoen vandaan? Via loterijgelden kwam vorig jaar €1,4 miljoen binnen, voornamelijk van de Postcodeloterij die altijd erg gul is voor activistische organisaties. Regelmatig krijgt Milieudefensie zelfs een extraatje – in 2021 overigens niet.
Via subsidie van het Rijk kwam in 2021 10,8 miljoen euro binnen bij Milieudefensie. Een dergelijk subsidiebedrag wordt elk jaar op de rekening bijgeschreven. Nu is Milieudefensie er altijd snel bij om te melden dat ‘slechts’ €2,5 miljoen bestemd was voor Milieudefensie zelf. Daar valt het nodige op af te dingen.
Ontwikkelingshulp betaalt lobby in Nederland
Milieudefensie participeert in twee Strategische Partnerschappen die worden betaald uit de pot voor Ontwikkelingssamenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het kreeg hiervoor, net als in voorgaande jaren, in totaal ruim €8,3 miljoen uitgekeerd in 2021. Hiervan heeft €6,15 miljoen betrekking op de Green Livelihoods Alliance (GLA), waarvan Milieudefensie de ‘penvoerder’ is. Van dit bedrag houdt Milieudefensie zelf ruim €900.000. De rest gaat naar de andere participanten.
In de Fair Green and Global Alliance (FGA) is Milieudefensie één van de participanten en daarvoor ontvangt het €1,28 miljoen. Dit bedrag wordt, net als de 9 ton uit GLA, doorgesluisd naar Friends of the Earth (FOE). Zo ontvangt FOE in totaal €2,2 miljoen per jaar. Milieudefensie is echter de Nederlandse tak van deze wereldwijd opererende organisatie en verreweg de grootste dochter. Sterker nog: afgaande op de omvang van de begroting zou je je af kunnen vragen of Friends of the Earth niet een dochter van Milieudefensie is (in plaats van de moeder). Het hoofdkantoor van FOE is dan ook gevestigd op hetzelfde adres in Amsterdam.
Allemaal verknoopt
De participanten in FGA zijn, naast Milieudefensie, een aantal bekende activistische organisaties die in 2021 ook forse subsidies kregen van de Nederlandse Rijksoverheid: Both Ends (€5,4 miljoen), SOMO (€400.000), Transnational Institute (€1,75 miljoen), Action Aid (€538.000) en Clean Clothes (€1,45 miljoen). Deze NGO’s worden ook de komende jaren, net als Milieudefensie zelf, weer fors gesubsidieerd door BuZa. Het geld komt uit de pot van Ontwikkelingssamenwerking in het kader van het programma Power of Voices, dat de opvolger is van Samenspraak en Tegenspraak.
FOE heeft in verschillende landen afdelingen. Het overkoepelende FOE International wordt grotendeels betaald door subsidie van de Nederlandse overheid. Van de totale donorinkomsten van €1,7 miljoen komt ruim €1 miljoen van de Nederlandse belastingbetaler. Daarnaast komt er €850.000 binnen aan ‘membership fees’, waarvan het meeste afkomstig is van Milieudefensie als verreweg de grootste ‘afdeling’.
FOE Europe is gevestigd in Brussel en leunt financieel sterk op de Europese Commissie. De totale inkomsten bedroegen in 2021 iets meer dan €3,25 miljoen. Hiervan komt 40 procent van de EU en 15 procent van andere overheden. Naast lidmaatschapsgelden van verschillende afdelingen, waaronder Milieudefensie weer als belangrijkste, zijn er nog twee geldverstrekkers die als een rode draad door mijn bijdrages voor Wynia’s Week lopen.
Zo treffen we de European Climate Foundation (ECF) aan, een organisatie die grote bedragen doneert voor acties die het klimaatbeleid moeten aanscherpen. Ook George Soros doneert met zijn Open Society Foundation aan FOE Europe. Soros doneert ook elk jaar enkele miljoenen aan ECF, dat een jaarbudget heeft van maar liefst €125 miljoen. Milieudefensie zelf ontving ook nog eens rechtstreeks een bedrag van ECF van €830.000 in 2021, waarmee de eerder gemelde €13 miljoen is verklaard.
Politieke lobby versus particuliere onderneming
Milieudefensie besteedt haar inkomsten vooral aan thematische campagnes. Het is dan ook een lobbyclub, die net zoals elke lobby een particulier (politiek) belang behartigt maar dat doet met flink wat overheidssubsidie.
Milieudefensie dwong het afgelopen jaar via de rechter af dat Shell zich aan de klimaatdoelen van Parijs moet houden. Het hoger beroep in deze zaak loopt nog. Inmiddels heeft ook een groep Bezorgde Energie Gebruikers zich in deze zaak gemengd, die een tegenwicht wil bieden aan wat Milieudefensie inbrengt.
Shell wordt veelvuldig op de korrel genomen. Eerder spande Milieudefensie een proces aan tegen de multinational vanwege milieuovertredingen in Nigeria. Ook riep zij haar achterban op om, in aanvulling op de ‘waarschuwingsbrieven’ die ze zelf verstuurde, een kaartje te schrijven aan bestuurders van Shell om ze te wijzen op de noodzaak van vergaande klimaatmaatregelen. De Nederlandse overheid financiert dus een organisatie die bestuursleden van bedrijven persoonlijk lastig valt.
Inmiddels heeft Milieudefensie ook 29 andere bedrijven op de korrel, zoals Ahold Delhaize dat te weinig zou doen om CO2-uitstoot te verminderen en ontbossing tegen te gaan. Ook wil Milieudefensie via Ahold Delhaize de consumptie van dierlijke producten in Nederland reduceren omdat dit teveel klimaatschade veroorzaakt.
Milieudefensie verzet zich fors tegen het gebruik en de winning van fossiele brandstoffen en is een tegenstander van kernenergie. Directeur Donald Pols sprak zich recent ook uit tegen het gebruik van kunstmest. Van een dergelijk verbod plukt de bevolking van Sri Lanka inmiddels de wrange vruchten.
Ontwikkelingshulp als geldpomp voor linkse lobby
Milieudefensie coördineert, volgens het eigen jaarverslag over 2021, in Nederland haar activiteiten met Amnesty International (subsidie: €0,8 miljoen), OxfamNovib (subsidie: €84 miljoen, waarvan ruim €45 miljoen van de Nederlandse overheid), PAX (subsidie: €15 miljoen, waarvan €12,5 van de Nederlandse overheid) en World Animal Protection. Met uitzondering van laatstgenoemde organisatie zijn ook dit organisaties die participeren in één of meer partnerschappen in het programma Power of Voices en voorganger Samenspraak en Tegenspraak.
Het netwerk van Milieudefensie c.s. profiteert dus al vele jaren van de rijk gevulde subsidiepotten van Ontwikkelingssamenwerking. Opvallend: deze meerjarenprogramma’s van Ontwikkelingssamenwerking worden vlak voor de Kamerverkiezingen vastgesteld, waardoor nieuwe Kamermeerderheden of een nieuw kabinet er niet meer aan kunnen komen. Samen willen de aldus gefinancierde ‘NGO’s’ op tal van manieren de wereld ‘beter’ te maken. Dat beter maken sluit steevast vooral aan op de agenda van linkse partijen in de Tweede Kamer.
Het NGO-netwerk fungeert als schaduwregering
NGO’s vormen op een aantal terreinen een soort schaduwregering in ons land, die via lobbyen, publieksbeïnvloeding en vooral de rechter haar gewenste beleid realiseert. Waarbij de overheid zelf het hoofd in de strop heeft gelegd door internationale verplichtingen aan te gaan die boven nationale wetgeving staan en directe geldigheid hebben.
Door zich bijvoorbeeld op kwantificeerbare klimaatdoelen vast te leggen, is het voor NGO’s gemakkelijk ‘hun gelijk’ te halen bij een zich welwillend opstellende rechter. Niet alleen Milieudefensie bedient zich hiervan, maar ook Urgenda (klimaatbeleid), Johan Vollenbroek/MOB (stikstof) en recent ook Vluchtelingenwerk (asielopvang). Militantere organisaties als Extinction Rebellion en Greenpeace zijn ‘the boots on the ground’, die het zonder directe overheidsfinanciering moeten doen maar wel op allerlei verschillende manieren worden gefaciliteerd door andere NGO’s.
Politiek verpakt als idealisme
De afstemming van onderlinge activiteiten tussen NGO’s wordt vergemakkelijkt door de grote mate van ideologische overeenkomsten. Deze NGO’s strijden allemaal tegen ‘ongelijkheid’ in binnen- en buitenland en willen meer ‘diversiteit’ (behalve van opvattingen) en ‘inclusiviteit’.
Zij zien een grote rol weggelegd voor de overheid en vinden hoge belastingen geen probleem, die disproportioneel moeten drukken op de rijken. Zij hanteren een brede definitie van mensenrechten, vooral waar het gaat om sociale grondrechten, en willen dat de overheid die garandeert.
Nederland moet van dit netwerk een voortrekker zijn op het gebied van het tegengaan van klimaatverandering. Men wil meer internationale samenwerking in VN- en EU-verband. Er wordt gepleit voor open grenzen, want immigratie is alleen maar goed. Ook beijveren zij zich voor verregaande interventie in het persoonlijk leven, zoals het veranderen van eetpatronen, mobiliteit en huisvesting. De staat vindt dat kennelijk prima en trekt de geldbuidel waarmee het netwerk van Milieudefensie en consorten grotendeels wordt gefinancierd.
Wouter Roorda publiceert regelmatig in Wynia’s Week over de beïnvloeding van beleid en publieke opinie door lobbygroepen die betaald worden door de overheid en particuliere financiers.
Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Mogen we u noteren? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!