Moeder Natuur heeft in hippe ‘zingeving’ de plaats van God ingenomen
God is dood, zei Friedrich Nietzsche 150 jaar geleden. Maar Moeder Natuur is in dat gat gesprongen. Een bonte verzameling aan maatschappijcritici, groene denkers en wetenschappers heeft haar hierin geduwd. Ze zouden hun natuurverheerlijking moeten herzien. Die blijkt op rammelend denkwerk te berusten.
‘Deze prachtige foto van een rivierbedding die ik opgestuurd kreeg moest ik nog wel echt even delen. Kijk naar die patronen, die echt overal in de natuur voorkomen. Als je maar goed kijkt. Mee met de stroom dus.’
LinkedIn als platform voor zingeving. Het wemelt er van bijdragen als deze: een adembenemend landschap (of een ontroerend dierenfilmpje) mét opvoedkundige waarde. Dat wil zeggen, in de optiek van de degene die post.
Als het beperkt bleef tot mooie plaatjes, met het doel om ervan te genieten, maar nee. De natuur promoveert tot baken voor een dolende samenleving.
De onbezoedelde idylle
Vooropgesteld: deze verheerlijking is van alle tijden. We komen het fenomeen al tegen in de Oudheid en daarna bleef, in de woorden van wetenschapshistorica Lorraine Daston, de ‘morele echo van de natuur hardnekkig doorklinken’.
Hoewel de strekking duidelijk is, klopt de metafoor niet helemaal. Kenmerkend aan een echo is immers dat die uitdooft. Hij wordt steeds zachter, terwijl de stem van de natuur bleef klinken. Misschien is ze tegenwoordig misschien zelfs luider, en meer een autoriteit, dan voorheen.
Vanaf de late 18e eeuw, toen de Romantiek aanbrak, begon het grote dwepen. Tegelijk voltrok zich een proces van verstedelijking. Duizenden jaren lang groeiden bevolkingen nauwelijks, tót ruim 200 jaar terug. Steden werden voller en vuiler. De behoefte aan een contrapunt groeide en men vond dit in de natuur: een onbezoedelde idylle, ook in moreel opzicht.
Gaia: een hippietheorie
De hedendaagse natuurverheerlijking heeft haar oorsprong in de tweede helft van de 20e eeuw, toen er een wetenschappelijk sausje overheen ging. Beter nog, pseudowetenschappelijk. Een sleuteljaar was 1969. James Lovelock ontwikkelde de Gaia-hypothese, vernoemd naar de oermoeder uit de Griekse mythologie. De hypothese hield in dat we de aarde moeten zien als één superorganisme, waarin de levende en levenloze natuur met elkaar samenwerken voor optimale leefomstandigheden.
Het zal ermee te maken hebben dat Lovelock bij NASA werkte. Mede daardoor kreeg zijn werk de schijn van wetenschappelijkheid. De wetenschap zelf intussen was kritisch. Coöperatie en onderlinge afstemming? Er was juist een strijd gaande om schaarse middelen: de natuurlijke selectie zoals Darwin die had ontdekt. De kritiek op de hypothese stond een grote populariteit niet in de weg.
Alles hangt met alles samen, die boodschap ging erin bij de hippiebeweging, op dat moment op haar hoogtepunt, als Gods woord in een ouderling.
Ontzag voor de heilige natuur
De Gaia-hypothese is theorie en maatschappijkritiek ineen. Van het evenwicht gaat het soepeltjes naar degene die het komt verstoren. Je ziet de schurk al in de coulissen staan. Dat zijn wij.
‘In het Westen menen mensen boven en buiten de natuur te staan,’ zegt Karen Armstrong in gesprek met Filosofie Magazine. Ooit non is ze nu een apologeet van godsdienst. Haar nieuwste boek heet De heilige natuur (2022) en krijgt volop aandacht in de media. Volgens haar worden we geteisterd door vele kwalen: oorlog, de consumptiemaatschappij, secularisering. En ecologische crises, in meervoud.
Op allerlei manieren buiten we de natuur uit, ze is verworden tot een gebruiksvoorwerp, dat is de klacht. Met meerdere rampen in aantocht verwacht je een aantal stevige suggesties. Volgens de Doomsday Clock is het geen vijf voor twaalf, maar nog slechts 100 seconden voor middernacht, doorpakken dus. Hier komt het antwoord van Armstrong: we moeten ‘weer ontzag krijgen voor het heilige’. Dat is het.
Hoe herwinnen we dat ontzag? In het Gaia-wereldbeeld is de natuur is niet alleen slachtoffer, maar tevens adviseur. We moeten bij haar in de leer.
A life of his own
Armstrong is onze voorganger in de eredienst van de natuur. Wat doet zij terwijl het crisis is?
‘Ik leef midden in Londen, in een achttiende-eeuwse straat. Mijn studeerkamer is op de bovenste verdieping. Als ik naar buiten kijk zie ik huizen. Maar daarachter is een gigantische, prachtige boom. Daar kijk ik naar, tien minuten. Ik zie het licht veranderen op de boom. Ik zie dieren in de boom komen en er weer uit vertrekken. Ik zie de boom zelf veranderen. Ik hoef niet tegen die boom te praten, maar door goed te kijken zie ik dat hij a life of his own heeft. En ook de dieren in de boom hebben hun eigen leven dat verschilt van het mijne. En dat leven vloeit, stroomt.’
Weer dat stromen, waar het openingscitaat op LinkedIn ook al over begon. Er valt nauwelijks een richtsnoer voor ons gedrag aan te ontlenen, maar de natuuraanbidders schrijven het op alsof het een diep inzicht betreft.
Naturalistische drogreden
Tegelijk hoeven we ons niet te verbazen over deze vaagtaal. Dat het blijft bij ijle abstracties is zelfs onvermijdelijk. Wie probeert de boodschappen van de natuur te ontcijferen, staat snel met een mond vol tanden. Ze probeert ons niets te zeggen. Er is slechts stilte.
Omdat je in de natuur een bepaalde ordening aantreft, valt daaruit nog geen wet af te leiden. Dat iets zo is, wil nog niet zeggen dat het zo behoort te zijn. Of in de woorden van David Hume: we moeten is en ought scherp uit elkaar houden. Ondanks de waarschuwing van deze Schotse filosoof, allergisch voor humbug, blijft de naturalistische drogreden opduiken.
Verlichte apen
Moeder Natuur bevindt zich inmiddels zelfs voor het karretje van woke. Deze beweging vindt dat ze zich inzet voor minderheden en achtergestelde groepen. De emancipatie daarvan hapert, onder meer omdat de samenleving krampachtig vasthoudt aan achterhaalde denkbeelden. Terwijl, zo moeten we beseffen, het slechts sociale constructen zijn. De tegenstelling man versus vrouw is daar een voorbeeld van. Mensen doen alsof ze echt bestaat, waardoor er geen ruimte is voor genderfluïditeit. Dieren gaan er een stuk relaxter mee om.
‘Wat kunnen we van de chimpansees en bonobo’s leren over gender?’ Zo opende een recent interview in de Volkskrant met primatoloog Frans de Waal, naar aanleiding van zijn nieuwste boek. Wat wij fout doen, doen apen goed. De beesten verschenen als de verlichte versie van ons.
‘Een van de dingen die wij mensen doen, is iedereen in een hokje stoppen, zegt De Waal. ‘Jij bent een man, jij bent een vrouw, jij bent hetero, jij bent homo.’ Nee, dan primaten. ‘Als een aap homoseksuele neigingen heeft, stoort dat de rest niet zo.’ Nog een voorbeeld van die morele voortreffelijkheid: ‘Bij bonobo’s is verkrachting zelfs volledig afwezig.’
Grensoverschrijdend gedrag
Het argument overtuigt alleen op het eerste gezicht. De Waal winkelt selectief in de natuur, cherry picking heet dat. Tegenover zijn voorbeeld staan vele antivoorbeelden. De natuur is niet meer zo voorbeeldig als ze zich van haar meedogenloze kant toont.
We hadden de bidsprinkhaan kunnen nemen, waarvan het vrouwtje de kop van haar partner eraf bijt tijdens de daad, maar we blijven bij de apenwereld. De journaliste van de Volkskrant is immers nogal onder de indruk van het hoge percentage DNA dat we delen met primaten. Minstens 96 procent. De bewieroking ten spijt, apen zijn nauwelijks #MeToo-bestendig.
Hoe gewelddadiger mannelijke chimpansees zijn, bleek uit onderzoek, gepubliceerd in Current Biology, hoe vaker ze seks krijgen. Of némen, want daar komt het op neer. Jeroen Rietbergen en Ali B: in de apenwereld zouden ze geen risee zijn van de gemeenschap, maar stoere helden tegen wie de rest opkijkt.
Kindermoord
Het wangedrag van primaten gaat verder. Ze deinzen er evenmin voor terug om kinderen te vermoorden als die behoren tot andermans nageslacht. Immers, zo lang de moeder haar jongen zoogt, is ze onvruchtbaar. Zónder zuigeling(en) is het vrouwtje sneller terug op de markt: weer beschikbaar voor het alfamannetje.
Die kindermoord zie je dan weer niet op LinkedIn. De natuur moet wel leuk blijven. Aaibaar dweept beter.
We vallen u er zo weinig mogelijk mee lastig. Maar het is natuurlijk wel waar: Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Mogen we u noteren? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!