Frankrijks linkse leider Mélenchon gaat liever samen met Noord-Afrika dan met Duitsland

TheodoreDalrymple 25-6-22
Jean-Luc Mélenchon

Volgens de Franse leider van links Jean-Luc Mélenchon kunnen de Fransen en de Duitsers nooit echt worden verzoend, laat staan dat ze vrienden kunnen worden. Liever richt hij zijn blik op ‘Club Med’ en de landen van Noord-Afrika.

Net zoals in veel westerse landen bestaat er ook in Frankrijk een politieke legitimiteitscrisis. In de eerste ronde van de afgelopen parlementsverkiezingen kreeg de partij van de president 12 procent van de stemmen (52 procent was niet komen opdagen). Van die 12 procent werd waarschijnlijk de helft geleid door afkeer van de andere kandidaten. Met andere woorden, zo’n 6 procent van de Fransen houdt echt van hun president, hoewel deze ongetwijfeld volgens de regels verkozen was. Dan is er iets rot in de staat van de democratie.

Pseudo-proletarisch

Tweede in de verkiezingen werd de linkse coalitie, gesmeed door Jean-Luc Mélenchon die, net als de armen in het evangelie (Joh. 12:8), altijd bij ons lijkt te zijn. Voor mij hangt er een luchtje van charlatanerie om hem heen, van een man die een rol speelt.

Zo trekt hij soms een pseudo-proletarisch jasje aan van een soort dat geen enkele echte arbeider kent, zoals communistische leiders plachten te doen (en Chinese en Noord-Koreaanse leiders nog steeds doen). Maar charlatanerie is in de politiek nooit een obstakel geweest en misschien is het in zekere mate zelfs een vereiste om in die wereld succes te hebben.

Voor zover de jongeren überhaupt hebben gestemd bij de afgelopen verkiezingen, stemden ze op Mélenchon en zijn coalitie; en aangezien degenen die zijn gaan stemmen waarschijnlijk behoren tot de hoger opgeleide klasse is het leerzaam, ofschoon niet geheel geruststellend, om eens te kijken waar ze voor gekozen hebben. Zij die denken dat populisme alleen maar voorkomt bij laagopgeleiden doen er goed aan hier eens over na te denken.

Karikaturale oplossingen

Mélenchons oplossingen voor de economische problemen waar Frankrijk (en veel andere landen) mee te kampen heeft, zijn simpel en bijna karikaturaal. Inflatie moet worden gestopt door prijsmaatregelen, een idee dat ongeveer net zo economisch doordacht is als dat van de Romeinse keizers die munten halveerden of het metaal waarvan ze waren gemaakt vervalsten.

Mélenchon stelde voor het minimumloon flink boven het inflatiecijfer te laten stijgen net als het minimum-pensioen. De AOW-leeftijd moest worden verlaagd tot 60 jaar, als gevolg waarvan de Fransen meer dan de helft van hun leven niet zouden werken (en waarschijnlijk een kwart van hun leven zouden betalen voor hen die niet werken).

Pers de rijken uit

Industrieën moeten worden genationaliseerd en de overheidsuitgaven moeten met een kwart biljoen euro worden verhoogd, waarmee economische groei en miljoenen banen zouden worden gecreëerd.

Dit alles zou gemakkelijk bekostigd kunnen worden: de rijken moesten tot de laatste druppel worden uitgeperst, zoals een Britse linkse minister het noemde, vlak voor Groot-Brittannië gedwongen was om met de pet in de hand naar het Internationaal Monetair Fonds te gaan. Natuurlijk sprak dit alles de idealistische jongeren aan, van wie er velen een moeilijke en onzekere toekomst tegemoet gaan. 

Haat tegen de Duitsers

De heer Mélenchon is een goede hater, en haat is de krachtigste van alle politieke emoties, veel sterker dan welwillendheid. Zeven jaar geleden had ik het genoegen Mélenchons boek Le hereng de Bismarck (le poison allemand) – ‘Bismarckharing (het Duitse gif)’ te lezen. Ik weet niet of met deze titel een woordspeling was bedoeld – omdat haring een vis (poisson) isen geen gif (poison), en bovendien niet ieders smaak – maar ik heb zelden een in vredestijd geschreven boek gelezen dat zo vol staat met nationale haat.

Volgens Mélenchon zijn de Duitsers dik, de Duitsers zijn lui, de Duitsers zijn uitbuiters, de Duitsers zijn agressief en dominant. Het succes van hun auto’s is uitsluitend toe te schrijven aan het feit dat ze door middel van financiële manipulatie de concurrentie hebben weten te vernietigen – bijvoorbeeld de concurrentie van Griekenland (zoals iedereen weet was de Griekse autoindustrie zeer geavanceerd voor die door de Duitsers werd verwoest).

Grofheid

Het soort taal dat de heer Mélenchon gebruikt over de Duitsers zou je verwachten in een bar, als mensen minder remmingen hebben en onder vrienden zijn met wie ze kunnen ontspannen, maar niet van een man die echt hoopte, voor de afgelopen parlementsverkiezingen, om premier van Frankrijk te worden. Achter de retorische brille – die Mélenchon zonder meer bezit – gaat vaak een grote grofheid schuil.

Natuurlijk zijn hoon en venijn vaak amusant om te lezen, en in dit opzicht stelt Mélenchon niet teleur. Ook kan hij er niet van worden beschuldigd met meel in de mond te praten. Op de tweede en derde bladzijde van zijn boek schrijft hij:

‘Waarschuwing: geschiedenis is niet alleen een verhaal van het verleden maar het brandende materiaal waaruit het heden wordt gesmeed. In het leven van de naties worden nieuwe wonden vaak geopend op de plek van oude littekens. Hoewel beloofd was om Europa op te bouwen zonder Frankrijk ongedaan te maken, zijn beide bezig te worden opgelost in een misselijkmakende soep die wordt bereid in Duitsland. In dezelfde pot sudderen hebzucht, vergrijzing, het verlangen naar macht en het angstaanjagende geloof in hun plicht om, ondanks zichzelf, anderen gelukkig te maken.’

De Eeuwige Duitser

De Eeuwige Duitser is voor Mélenchon wat de Eeuwige Jood is voor de antisemiet. De Duitsers veranderen nooit, zijn nooit veranderd en zullen nooit veranderen. Mélenchon voert zelfs een uitspraak van keizer Claudius tegen hen aan. Claudius zei dat het geen zin had met de Germaanse stammen te onderhandelen omdat geweld het enige was dat ze begrepen. De Teutoonse krijgers waren typerend voor de Duitsers, het waren plunderaars en uitbuiters, net als de Saksen in Roemenië.

Voor Mélenchon kunnen de Frans en de Duitsers nooit echt worden verzoend, laat staan dat ze vrienden kunnen worden, omdat hun opvattingen over het leven zo verschillend zijn (en je hoeft niet te raden welke hij de beste vindt). Ze zijn als water en vuur.

‘Hereniging Duitsland onmenselijk voor Oost-Duitsers’

De Duitsers geloven in het Volk, zijn nog steeds primitief gehecht aan het christendom en zijn exclusief: voor hen wordt het burgerschap doorgegeven via het bloed.

De Fransen daarentegen zijn universalistisch, zij geloven in de principes van gelijkheid, vrijheid en broederschap. Een van de tekenen hiervan is dat Frans de officiële taal is van 27 landen – waarheen het zich natuurlijk uitsluitend heeft verbreid door middel van broederschap.

Daarentegen was de hereniging van Duitsland een pure annexatie van Oost- door West-Duitsland, zeer in het nadeel van de Oost-Duitsers die daarmee hun gratis kinderopvang kwijtraakten, enzovoort. Mélenchon gaat zelfs zover dat hij de annexatie ‘onmenselijk’ noemt en ‘het wreedste dat ooit op het oude continent is vertoond’. Erger, blijkbaar, dan de annexatie van Sudetenland.

Een Franse en een Duitse variant voor Europa

Maar overdrijving is zijn kracht. Onlangs noemde hij het leven in het huidige Frankrijk ‘een hel’. Zoals gezegd heeft Frankrijk inderdaad problemen, maar om het leven daar een ‘hel’ te noemen is ofwel liegen om te manipuleren ofwel blijk geven van een bijna heroïsche onwetendheid over de menselijke geschiedenis en mogelijkheden.

Voor Mélenchon is het of Frankrijk of Duitsland:

‘In deze tijd van het ‘bouwen van Europa’ zijn er op de vraag wat zoveel verschillende culturen en geschiedenissen kan verenigen twee antwoorden mogelijk. Dat van de Franse traditie die slechts burgers wil creëren die gelijk zijn voor de wet die ze gemeen hebben. En dat van Duitsland, dat stelt dat alles wordt ontleend aan een gemeenschappelijke cultuur die wordt opgelegd aan het individu.’

Club Med en de Maghreb

Laten we voorbijgaan aan het feit dat dit een valse tegenstelling is en ons afvragen in welke richting Frankrijk zou moeten kijken als de relaties met de Germaanse stammen aan de overzijde van de Rijn alleen maar vijandig kunnen zijn. Daar heeft Mélenchon een verrassend antwoord op:

‘De landen van ‘Club Med’, geminacht door de Duitse leiders, vormen samen niet alleen de tweede, maar ook de derde en vierde economie van de huidige Europese Unie. Verder kan,  met degenen die leven aan de andere kant van de westerse Middellandse Zee, dat wil zeggen in de Maghreb van Tunis tot

Rabat, een economische eenheid worden gevormd op basis van een gemeenschappelijke cultuur en een hechte familie-vermenging.’

Heel anders dan de Duitsers, met wie geen verstandhouding mogelijk is.    

Vertaling: Chris Rutenfrans

De prominente Britse schrijver Theodore Dalrymple publiceert regelmatig in Wynia’s Week. Steunt u de onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week? Graag! Doneren kan HIER. Hartelijk dank!