Kernenergie kan veel goedkoper als de staat zelf als bankier optreedt
De Europese klimaatpaus, Frans Timmermans, komt uit een ideologische bubbel waar verkettering van kernenergie met de paplepel wordt ingegoten. Diederik Samsom, zijn persoonlijke assistent in de Brusselse bureaucratie, heeft zijn carrière in de partij waarin ze beiden politiek geboren en getogen zijn, de PvdA, te danken aan actievoeren tegen kernenergie in dienst van Greenpeace. Hoe kan je van zo’n duo een eerlijke afweging verwachten van de rol die kernenergie moet hebben in de Europese energievoorziening?
Niettemin passen ze hun retoriek wel aan de tijdgeest aan. Samsom is inmiddels veel te notabel om zich nog aan hekken rond kerncentrales vast te ketenen, en ik heb hem ook al een tijd niet meer gehoord over het zogenaamd onoplosbare nucleair afvalprobleem. Als Timmermans er nu naar gevraagd wordt, valt hij terug op het argument dat kernenergie ‘hartstikke duur’ zou zijn.
Het is op zich al merkwaardig dat een PvdA-politicus – normaliter toch kampioenen van staatsinterventie, subsidies en toeslagen – zich nu beroept op een vrijemarkt-argument om kernenergie af te serveren. Onderwijs en gezondheidszorg zijn ook hartstikke duur, maar een betrouwbare energievoorziening is net zo onmisbaar voor een moderne maatschappij.
Frankrijk draait al een halve eeuw voor driekwart op kernenergie
Los daarvan, te vrezen valt dat Timmermans – in 1985 afgestudeerd in Franse literatuur en daarna nooit een baan gehad waarin hij ook maar iets van de vrije markt te vrezen had – geen benul heeft van economie of hoe een elektriciteitsnet in elkaar steekt. Al zal het hem vast wel een keer uitgelegd zijn, in een powerpoint-presentatie waar hij zich weinig of niets meer van herinnert.
Als kernenergie echt hartstikke duur is, hoe kan het dan dat Frankrijk al een halve eeuw lang voor driekwart op kernstroom draait zonder steeds verder achterop te raken bij andere EU-landen? Elektriciteit is het levensbloed van een moderne maatschappij. Hoe zou de Franse economie in Europa en op de wereldmarkt concurrerend kunnen blijven als die draait op veel duurdere stroom dan zijn concurrenten? Als kernstroom zo duur is, hoe kan het dan, dat in het walhalla van de vrije markt, de VS, op dit moment 55 kerncentrales stroom op staan te wekken?
Overschrijdingen kosten consument niets
Timmermans haakt met zijn ‘hartstikke duur’ aan bij de gangbare framing van kernenergie, die alleen maar in het nieuws komt met vertragingen en kostenoverschrijdingen. Media als New Scientist en The Guardian lusten wel pap van elke tegenslag bij het grootste kernenergieproject van dit moment, Hinkley Point C. Dit zijn twee grote EPR-kerncentrales (samen 3260 megawatt, zes keer Borssele) in Groot-Brittannië, waarvan de bouw begon in 2017. De totale kosten zouden 20 miljard euro zijn, en de eerste stroom moest in 2025 geleverd worden. De prognose nu is: eerste stroom in 2027, totale kosten 30 miljard euro.
Wat er zelden bij gezegd wordt, is dat al die overschrijdingen de consument geen cent extra kosten: de Britse overheid heeft een contract met de exploitant om 35 jaar lang stroom af te nemen tegen de vaste prijs van 12 eurocent per kilowattuur. Alle extra kosten zijn gewoon voor rekening van de bouwers.
Waarde van energieopwekking zit in leveringszekerheid
Toen dit contract werd afgesloten was 12 cent een marktconforme kilowattuur-prijs, maar in de jaren daarna kelderde de marktprijs van elektriciteit door spotgoedkoop aanbod van aardgas. Anti-nucleairen kregen er maar geen genoeg van om de Britten voor te rekenen hoeveel miljarden ponden te veel ze de komende 35 jaar gingen betalen voor kernstroom, vergeleken met die historisch lage marktprijs.
Inmiddels is er een akkefietje in Oekraïne aan de hand en schiet de elektriciteitsprijs door het dak. Ik heb nog geen berekening gezien, hoeveel miljarden ponden Hinkley de Britten de komende 35 jaar gaat besparen, door die kernstroom van slechts 12 cent per kilowattuur. Het illustreert maar weer eens, dat de waarde van energieopwekking voor een groot deel niet zit in de momentane marktprijs, maar in leveringszekerheid.
Banken worden er slapend rijk van
Toch zou kernenergie nog veel goedkoper kunnen zijn, als we de banken er niet slapend rijk van lieten worden. Toen Frankrijk in de jaren zestig en zeventig overstapte op kernstroom, was dat een staatsproject, waardoor de kapitaalkosten minimaal waren en kernstroom spotgoedkoop.
Tegenwoordig moeten bouwers van nieuwe kerncentrales geld lenen op de particuliere kapitaalmarkt, die torenhoge rentes rekenen omdat nucleaire projecten als risicovol gelden. Niet omdat banken bang zijn dat zo’n kerncentrale ontploft, maar wegens het risico dat de bouwer failliet gaat of de politieke wind draait. Hinkley leent geld tegen 9%.
De kosten van een kerncentrale zijn wegens de lange bouwtijd extreem gevoelig voor de rentestand. Tijdens de vijf, zes jaar die de daadwerkelijke bouw duurt, loopt de schuld van de exploitant (bouwkosten + rente op rente) steeds verder op. Pas zodra de centrale elektriciteit gaat leveren, komt er geld binnen en begint het aflossen van de schuld. Net als bij een annuïteitenhypotheek betaalt de exploitant eerst bijna alleen maar rente, en geleidelijk aan steeds meer aflossing.
Van elke 12 cent die consument betaalt gaat 8 cent naar een bank
Vertraging tijdens de bouw komt dubbel hard aan: niet alleen lopen de kosten en de rente in die periode door, maar ook schuift het moment dat kan worden begonnen met terugbetalen van de schuld verder de toekomst in.
Bedrijven zijn weinig transparant over zulke kostenplaatjes, maar energie-analyst Theo Wolters rekent ons voor dat de kosten van Hinkley over de eerste zestig jaar dat het in bedrijf zal zijn, voor tweederde bestaan uit rentebetalingen! Dus van elke 12 cent die de consument de komende zestig jaar voor een kilowattuur kernstroom betaalt, steekt een of andere bank of grote financier
8 cent in zijn zak, zonder enige tegenprestatie. Het zijn primair de rentelasten waardoor een kerncentrale in de huidige constellatie slechts rendabel kan zijn als die vrijwel permanent op vol vermogen draait.
Garantie tegen wanbetaling
Kampioenen van het kapitalisme en anti-kernenergiefanaten zouden nu in verrassende eensgezindheid kunnen beweren dat dit juist goed is: het dogma luidt immers, dat de vrije markt altijd de beste inschatting geeft van bedrijfsrisico’s, en dus op de lange termijn tot de beste uitkomsten leidt voor de samenleving. Maar ook de kampioenen van de vrije markt geloven alleen in dit dogma als het hen uitkomt.
De praktijk is namelijk, dat de Nederlandse overheid zich al sinds jaar en dag met zulke megaprojecten in het buitenland bemoeit middels de exportkredietverzekering, net als veel andere overheden. Nederlandse bedrijven die enorme kosten vooraf maken met bouwprojecten in het buitenland, kunnen het risico dat de opdrachtgever uiteindelijk niet betaalt, heel goedkoop verzekeren omdat de staat garant staat voor wanbetaling. Ook dat gaat in totaal om miljarden euro’s.
Net zo zou de staat garant kunnen staan voor de investeringen in nieuwe kerncentrales in eigen land, waardoor het financiële risico voor banken nihil wordt en de rente heel laag kan zijn.
Nog meer doctorandussen of kerncentrales?
En trouwens, waarom zou de staat zelf niet als bankier optreden en renteloze leningen voor de bouw van kerncentrales verschaffen? Dat doet de staat nu immers ook voor de studiefinanciering: bij afgestudeerden en gesjeesden staat momenteel 24 miljard euro uit, tegen een rentepercentage van 0%.
Over de vraag wat nuttiger is voor Nederland, nog een paar honderdduizend doctorandussen of een stuk of vier grote kerncentrales, daarover valt te twisten, maar gelukkig hoeft dat niet, want het kan allebei.
Arnout Jaspers schrijft wekelijks nuchtere, onthullende columns en artikelen voor Wynia’s Week.
Als donateur maakt u Wynia’s Week mogelijk. Doneren kan HIER. Hartelijk dank!