De Democraten stevenen af op nederlaag

OTTENS270422-democraten
Veel kiezers vinden de Democraten te links en hebben het idee dat president Joe Biden zijn partij niet in de hand heeft

De Democraten staan er in Amerika slecht voor. In peilingen voor de tussentijdse verkiezingen in november krijgen ze gemiddeld 42 procent van de stemmen. Dat is precies de populariteit van Joe Biden.

De meeste van de 34 staten die dit jaar senaatsverkiezingen houden (senatoren worden voor zes jaar gekozen) stemmen ook nog eens rechts. De Republikeinen hoeven maar één zetel te winnen om een meerderheid te behalen. Ze azen op Arizona en Georgia, twee staten waar Biden in 2020 nipt won.

Biden gaat vast verliezen

Tussentijdse verkiezingen zijn doorgaans een referendum over de zittende president. Aanhangers van de oppositie zijn daarom gemotiveerder om naar de stembus te komen. Trump verloor de tussentijdse verkiezingen in 2018, Obama in 2014 en 2010. Dit jaar lijkt geen uitzondering te worden.

Biden won de presidentsverkiezingen weliswaar overtuigend, met een verschil van zo’n 5 miljoen stemmen, maar het ziet er naar uit dat de Democraten die verkiezingswinst hebben overschat. Amerika stemde twee jaar geleden niet zo zeer voor Biden als wel tegen Trump.

Velen vinden de Democraten te links

Desalniettemin hebben de Democraten een batterij aan linkse maatregelen getroffen. De Bernie Sanders-vleugel klaagt dat het allemaal nog niet ver genoeg gaat, waardoor de gemiddelde Amerikaan de indruk krijgt dat het juist veel te ver gaat. 45 procent denkt dat de Democraten te ver naar links zijn opgeschoven. Slechts 37 procent noemt de Republikeinen te rechts.

Biden zelf wordt als gematigd gezien, maar kiezers geloven niet dat hij zijn partij in de hand heeft. Amerikanen maken zich zorgen om de stijgende kosten van de gezondheidszorg, het oplopende begrotingstekort, toenemende criminaliteit en illegale immigratie. Dat zijn nu net vier thema’s die de Democraten liever uit de weg gaan.

Dure zorg, maar er verandert niets

Zorg was jarenlang hét thema van de Democratische Partij. Obama breidde de Amerikaanse versie van het Ziekenfonds, Medicaid, uit en maakte private zorgverzekeringen voor werknemers zonder vast contract goedkoper. De Republikeinen verzetten zich met hand en tand tegen ‘Obamacare’. Twaalf rechtse staten hebben Medicaid nog steeds niet uitgebreid. Inwoners met een laag inkomen moeten het daar óf zonder zorgverzekering redden óf korten op andere uitgaven.

Een zorgverzekering is in Amerika al gauw vier keer zo duur als in Nederland. Daar komt een eigen risico van gemiddeld 2.000 dollar per jaar bovenop.

Loze plannen

Verzekeraars maken, net als in Nederland, prijsafspraken met zorgverleners, maar in tegenstelling tot Nederland zijn verzekeraars in Amerika niet verplicht om niet-gecontracteerde spoedeisende hulp te vergoeden. Amerikanen worden maar al te vaak opgezadeld met ziekenhuisrekeningen van tienduizenden dollars.

Biden had grote plannen voor de zorg. Tijdens de verkiezingscampagne beloofde hij een gratis zorgverzekering voor onverzekerden in de twaalf staten zonder extra Medicaid. Hij wilde medicijnen betaalbaarder maken door prijsstijgingen aan de inflatie te koppelen en patiënten toe te staan medicijnen in het buitenland te kopen. Amerikanen die dichtbij de grens wonen zijn goedkoper uit als ze hun insuline of paracetamol in Canada of Mexico halen. Ook stelde Biden voor om de belastingaftrek van zorgkosten te verhogen, zodat gezinnen niet meer dan 8,5 procent van hun inkomen aan zorg hoefden te besteden.

Dat is er allemaal niet van gekomen. In plaats daarvan hebben de Democraten anderhalf jaar lang geprobeerd een pakket aan linkse hobby’s ter waarde van 2 tot 3 biljoen dollar door het Congres te loodsen: geld voor elektrische auto’s, groene stroom, kinderopvang, ouderschapsverlof en sociale woningbouw. Allemaal maatregelen waar linkse kiezers in Californië en New York blij van worden, maar waar de zwevende kiezer in het midden van het land niet om heeft gevraagd.

Eén van de weinige Democraten die dat begrijpt is Joe Manchin. Zijn staat, West-Virginia, is de op drie na armste van het land. Trump kreeg er 69 procent van de stemmen. Manchin heeft de zogenoemde Build Back Better-wetgeving eigenhandig tegengehouden. De Democraten hebben in de Senaat maar één zetel meer dan de Republikeinen. Manchin wordt daarom door zijn partij verguisd.

Overheidsuitgaven wakkeren inflatie aan

De enorme uitgaven van Build Back Better zouden het begrotingstekort hebben opgeblazen, en dat is zorg nummer twee van de meeste Amerikanen. Niet in de laatste plaats omdat hoge overheidsuitgaven de inflatie aanwakkeren. In Amerika zijn de prijzen het afgelopen jaar met 8,5 procent gestegen.

Vorig jaar kwam het begrotingstekort uit op 13 procent. Dit jaar zal het tekort door de aantrekkende economie en de afbouw van de coronasteun afnemen, maar Biden is niet van plan de begroting in evenwicht te trekken. De laatste keer dat de Amerikaanse overheid een begrotingsoverschot had was in 2001.

De Republikeinen gaven onder Trump al 3 biljoen dollar uit om de corona-crisis te lijf te gaan. De Democraten voegden daar nog eens 1,9 biljoen dollar aan toe. Dat geld was deels voor ziekenhuizen en vaccins, en steun voor Amerikanen die ziek thuis zaten. Maar er zat ook een verhoging van het minimumloon in de publieke sector in het pakket, een verhoging van de kindertoeslag en een eenmalige cheque van 1.400 dollar voor iedere Amerikaan.

De Democraten wilden niet, net als in 2009, te weinig geld uitgeven om een recessie te voorkomen. Destijds pompten ze 800 miljard dollar in de economie. Het was niet genoeg om een krimp en hoge werkloosheid te voorkomen.

De economische crisis ten tijde van Obama kwam echter van de vraagzijde. De financiële sector was ingestort, waardoor Amerikanen hun baan verloren, waardoor ze minder geld uit konden geven, waardoor de economie haperde.

Personeelstekorten

Nu zitten de problemen aan de aanbodkant. Corona verstoorde wereldwijd de productieketens. De aanvoer van grondstoffen liep vertraging op, waardoor die duurder werden. Producten konden niet meer van Azië naar Europa en Noord-Amerika worden verscheept. Sommige havens lagen vol, in andere was juist een tekort aan containers en schepen. Vliegtuigen stonden aan de grond. De werkloosheid steeg in 2020 naar 15 procent, waardoor politici in paniek raakten.

Dat bleek echter tijdelijk, en waarschijnlijk heeft de noodsteun aan bedrijven geholpen om banen te behouden. Inmiddels is de werkloosheid terug op 3,6 procent, net als voor corona. Er is, net als in Europa, geen tekort aan banen, maar aan personeel. De consumentenuitgaven zijn in Amerika niet gedaald, maar gestegen. Bedrijven hebben moeite om aan de vraag te voldoen. Dan moet je als overheid geen geld over de balk smijten, dan krijg je inflatie.

Meer misdaad en meer wapens

De criminaliteit is sinds corona toegenomen. In 2020 steeg het aantal moorden met 30 procent, in 2021 met nog eens 6 procent in de 99 grootste steden.

Die stijging hangt samen met een toename in wapenbezit, hoewel dat een beetje een kip-of-het-ei discussie is: neemt de misdaad toe omdat er meer wapens in omloop zijn, of kopen Amerikanen meer wapens omdat de misdaad toeneemt?

Zeker is dat er een verband bestaat. Wapens in Amerika zijn als fietsen in Amsterdam: er zijn er meer van dan mensen. Misdadigers met een wapen op zak zullen geneigd zijn te schieten als ze worden gepakt. De politie weet dat en trekt dus vaker op voorhand een wapen. Waardoor de kans weer toeneemt dat zij schieten.

Het aantal dodelijke schietpartijen neemt in Amerika sinds 2014 ieder jaar toe. Agenten in Amerika schieten meer verdachten dood dan in Europese landen. In Nederland werden in 2020 vijf verdachten door de politie doodgeschoten. In Amerika waren dat er 946.

Biden heeft voorgesteld om de verkoop van semiautomatische wapens aan banden te leggen. Ook wil hij dat voor iedere wapenaanschaf een antecedentenonderzoek wordt uitgevoerd, om te voorkomen dat criminelen en verdachten legaal aan wapens kunnen komen. Hij heeft echter geen wetten naar het Congres gestuurd. Biden weet dat niet alleen de Republikeinen tegen wapenregulering zijn, maar ook de Democraat Manchin. In West-Virginia heeft 58 procent van de bevolking een vuurwapen, in vergelijking met 44 procent landelijk.

Geld voor de politie? Liever niet

Biden vroeg in zijn State of the Union (de Amerikaanse ‘troonrede’) om meer geld voor de politie. Daar is behoefte aan. In sommige staten kun je binnen een half jaar politieagent worden. In Europa duurt de gemiddelde opleiding drie jaar.

De Amerikaanse politie wordt nauwelijks geleerd hoe ze vreedzaam conflicten kunnen oplossen of hoe ze om moeten gaan met verwarde personen. Ze worden wel uitvoerig getraind in zelfverdediging en wapengebruik.

Lagere lonen, meer geweld

Het gemiddelde politiesalaris van 71.000 dollar per jaar ligt boven het landelijke gemiddelde van 52.000 dollar, maar dat komt doordat grote staten met veel agenten, zoals Californië, New York en Texas, hun agenten goed betalen. Staten in het midden en zuiden van het land daarentegen betalen de politie slecht. In die staten is relatief meer (politie)geweld.

Bidens oproep vindt echter geen gehoor. Links Amerika is zo verbolgen over politiegeweld dat er een beweging is om de politie af te schaffen (‘defund the police’). De gemiddelde Amerikaan vindt dat idioot. Toch krijgt het veel aandacht. Prominente Democraten nemen er zelden afstand van uit angst dat ze in de voorverkiezingen door linkse activisten worden afgestraft. De kiezer krijgt zo de indruk dat Democraten misdaad niet serieus nemen.

De grens wordt slecht bewaakt

Hetzelfde geldt voor immigratie. Het afgelopen jaar probeerden 1,7 miljoen immigranten illegaal de grens met Mexico over te steken, een record. Ieder jaar worden maar 2 procent van de uitgeprocedeerde asielzoekers het land uitgezet. Je hoort er Democraten nauwelijks over.

Ook hiervoor geldt dat de partij in de ban is van linkse activisten, die grenzen ‘racistisch’ vinden en pleiten voor een generaal pardon voor de naar schatting 11 miljoen immigranten die zonder papieren in Amerika verblijven. Biden zegt het eerste niet, maar is het met het laatste is.

Amerikanen denken over het algemeen positiever over immigratie dan Europeanen. Twee derde vindt dat immigranten het land sterker maken. Slechts een kwart zegt dat immigranten een last zijn. Dertig jaar terug waren die cijfers omgekeerd.

Dat wil echter niet zeggen dat Amerikanen per se op meer immigranten zitten te wachten. Eén op de drie vindt dat er meer mogen komen. Nog een derde wil juist minder immigranten en de rest vindt het wel goed zo.

Zonder goede grensbewaking wordt er rechts gestemd

Dan moet de regering wel de grens bewaken, en dat gebeurt niet. Biden heeft de bouw van Trumps grensmuur stopgezet. Hij laat asielzoekers die beweren op de vlucht te zijn voor geweld hun beslissing in de VS afwachten in plaats van in het buitenland. Tegen de tijd dat zo’n beslissing valt is het vaak maanden later en zijn degenen die een verblijfsvergunning worden geweigerd niet meer op te sporen.

Slechts 43 procent van de kiezers is voor een generaal pardon. Zolang er ieder jaar honderdduizenden immigranten het land illegaal binnenkomen, is er geen meerderheid voor legalisering van de miljoenen die hen voorgingen. Als links de grens niet bewaakt, stemmen de Amerikanen weer op rechts.

Wynia’s Week kijkt ook over de dijken. Steunt u deze onafhankelijke verslaggeving? Graag! Doneren kan HIER. Hartelijk dank!