Niemand is erbij gebaat dat discussie over geslachtsverandering wordt geregeerd door emoties
De Tweede Kamer zal voorjaar 2022 stemmen over een wijziging van de Transgenderwet, die het eenvoudiger maakt om bij de burgerlijke stand van geslacht te veranderen. Her en der klinkt voorzichtig kritiek op de wetswijziging – en op het beleid rond transgenders in het algemeen.
Moeten transgenderklinieken zoals die van de Vrije Universiteit jongeren die twijfelen over hun geslacht wel drempelloos helpen met een medische transitie? Is het wel verstandig de rol van een deskundige of psycholoog af te schaffen en jongeren vanaf 16 jaar volledig de vrije keuze te laten welk geslacht ze willen aannemen?
Wanneer deze kanttekeningen in het debat klinken, dan volgen vrijwel direct luide beschuldigingen van transfobie. Waarom is open discussie over transgenderwetgeving en geslachtsverandering zo lastig?
Makkelijk punten scoren
De getalsmatig kleine groep transgenders staat de laatste jaren in maatschappelijke discussies te boek als kwetsbaar en als slachtoffer van discriminatie. Het Sociaal Cultureel Planbureau schreef in 2017 in Transgender personen in Nederland dat ‘trans-personen een kleine minderheidsgroep vormen die, ook in Nederland, nog regelmatig met negatieve bejegening, onbegrip en vooroordelen te maken krijgt’.
Politici als Frans Timmermans voeren mede daarom ‘pronouns’ (de gewenste voornaamwoorden: hij/hem, zij/haar, hen/hun) als moreel uithangbord in hun twitter-bio. In de campagne voor de Tweede Kamer-verkiezingen van maart 2021 liet D66-lijsttrekker Sigrid Kaag optreden met transgender en YouTube-influencer Nikkie de Jager (‘Nikkie Tutorials’).
Gevoel leidend
Belangengroepen voor transgenders als het Transgender Netwerk Nederland (TNN) hameren erop dat je moet kunnen zijn wat je je voelt. Zelfidentificatie gaat daarbij boven biologie. ‘Queer theory is bevrijding van het normale’ schreven Helen Pluckrose en James Lindsay in hun boek Cynical Theories. Queer theorie, die zijn oorsprong heeft in het werk van filosofen als Judith Butler – ziet een indeling in mannen en vrouwen als cisgendernormativiteit. En normativiteit, dat kan alleen maar slecht zijn.
Belangengroepen en transgenderactivisten zien de subjectieve factoren (‘je gender is wat je je voelt’) als leidend, ook in medische en juridische situaties. Vasthouden aan categorieën als geslacht en seksualiteit geldt als kunstmatig. Geslacht zou een reactionair construct zijn, een vorm van patriarchale onderdrukking die mensen in hokjes gevangen houdt.
Handige strategie
Transgenderactivisten en belangenorganisaties als TNN, Women Inc, het COC en ATRIA nemen min of meer als uitgangspunt: ‘wij hebben de moraliteit aan onze kant, verdere discussie over onze standpunten is onnodig’. En ze passen de strategie toe van no debating: bij voorkeur niet rechtstreeks in discussie gaan met tegenstanders.
Hun agenda voor transgenderrechten bevorderen ze vooral achter de schermen, via het beïnvloeden van politici en beleidsmakers of via het schrijven van lespakketten voor scholen. Een slimme strategie, waarbij de nuances en dilemma’s rond het onderwerp buiten de publieke discussie blijven.
Belangengroepen op zoek naar Goede Zaak
De belangengroepen die jarenlang vrouwenemancipatie, seksuele vrijheid en homo-emancipatie bevochten, zoals de Clara Wichmann-stichting, de Rutgers-stichting en het COC, hebben enthousiast de transgenderzaak op zich genomen. De T (transseksueel) en de I (interseksueel) in LHBTI krijgen de laatste jaren steeds meer aandacht. Zo ging de Gay Pride de Pride heten, om transgenders niet buiten te sluiten.
Deels is dit te verklaren vanuit het succes van deze organisaties in de afgelopen decennia. De homo-emancipatie is grotendeels bevochten, de vrouwenemancipatie heeft grote sprongen gemaakt. Men zoekt nieuwe doelgroepen en nieuwe cliënten om voor op te komen. Transgenders en intersekse-personen zijn dan een interessante én gezichtsbepalend goede zaak om voor te strijden.
In het pak genaaid
In The Corrosive Impact of Transgender Ideology uit 2020 beschrijft de Britse Joanna Williams dat bij het onderwerp transgenders sprake is van ideological capture: belangengroepen beheersen het ideologische denken rond het onderwerp. Wat weer leidt tot policy capture, het fenomeen dat politieke partijen en beleidsmakers het beleid rond transgenders door de belangengroepen en activisten zelf laten formuleren en het vervolgens onverkort overnemen.
Zo was de evaluatie van de bestaande Transgenderwet Recht doen aan genderidentiteit evaluatie drie jaar transgenderwet in Nederland 2014 – 2017 grotendeels gebaseerd op input van de eerder genoemde belangengroepen, de meningen van de doelgroep en positieve voorbeelden uit het buitenland.
In Nederland zijn de politieke partijen vrijwel allemaal aan boord of ze gaan in elk geval niet tegenhangen. Lisa van Ginneken van D66, zelf transgender, is een leidende stem in het debat en wuift zorgen en bezwaren weg. Zoals over de vraag of het voor vrouwen niet ongemakkelijk of potentieel onveilig voelt wanneer transgenders met mannelijke geslachtsdelen gebruik maken van een kleedkamer voor vrouwen.
In een artikel in De Correspondent met de kop Dankzij deze wet verbeter je met één letter je leven noemde Van Ginneken dat ‘ridicule argumenten’ want ‘mensen die kwaad willen’ hebben daar de transgenderwet niet voor nodig: ‘Een mannelijke verkrachter kan ook nu al een jurk aantrekken en binnenlopen.’
Uitdijende agenda
En er leven nog meer wensen. Zo daagde de non-binaire personal trainer Senn van Beek in maart 2022 de Nederlandse staat voor de rechter, omdat Nederland diens genderidentiteit niet erkent. De 32-jarige Van Beek, die zich man noch vrouw voelt en naar zich laat verwijzen met de voornaamwoorden ‘die’ en ‘diens’, eiste naast de erkenning ook een toegankelijke procedure om genderneutrale identiteitspapieren met een X erop te krijgen. VOLT, Bij1 en GroenLinks zijn voorstander van de mogelijkheid geen geslacht te hoeven registreren (registratie met een X) om non-binaire mensen tegemoet te komen.
Poserende politici
De wet stelde vóór 2014 een geslachtsveranderingsoperatie als voorwaarde om bij de burgerlijke stand ook volgens de wet van geslacht te mogen veranderen. De excuses die minister Ingrid van Engelshoven in 2021 aanbood voor de oude ‘Transgenderwet’ van vóór 2014 kwamen wat geforceerd over.
Huiver bij politici en opiniemakers
Er zijn een paar journalisten en opiniemakers die kanttekeningen plaatsen bij het vereenvoudigen van geslachtsverandering zoals voorzien in de nieuwe ‘Transgenderwet’. Die wetswijziging heet in werkelijkheid ‘wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek’, wat een stuk minder mediageniek klinkt. Het label ‘Transgenderwet’ maakt het gevoelsmatig al moeilijker om er tegenin te gaan.
Het voelt voor veel journalisten – een beroepsgroep die graag een zelfbeeld koestert van tolerantie en ruimdenkendheid – bovendien onprettig om in het publieke debat aan dezelfde kant te staan als de SGP, conservatief-rechtse Amerikanen en andere streng religieuze groeperingen.
En zelfs de SGP is er niet heel happig op om in discussie te gaan over transgenders. Zoals Volkskrant-columnist Martin Sommer opmerkte: ‘Onderschat niet de angst van politici voor de macht van de talkshowtafels.’
Critici zijn schietschijf
Journalist Jan Kuitenbrouwer schrijft voor de Volkskrant en HP/De Tijd met enige regelmatig kritische beschouwingen over de Transgenderwet waarbij hij wijst op mogelijke nadelige gevolgen van het verlagen van de drempel om je geslacht kunnen wijzigen én op de mogelijk nadelige gevolgen van te snelle of ondoordachte behandeling met puberteitsremmers. Kuitenbrouwer wees ook op recent onderzoek over de Tavistock-genderkliniek in Londen dat concludeerde dat de werkwijze van de kliniek vooral ‘bevestigend’ is en gericht op de wens van de jongere, en niet ‘onderzoekend’.
In het Verenigd Koninkrijk en in Zweden gaan nu stemmen op om meer drempels voor behandeling op te werpen. In Nederland stellen de belangbehartigers van transgenders juist steeds dat de wachtlijsten bij klinieken te lang zijn en dat de ‘poortwachtersfunctie’ van psychologen moet worden afgeschaft.
Tirza de Fockert van GroenLinks schreef op 22 maart 2022 op Twitter: ‘Waarom blijft de Volkskrant keer op keer een podium bieden voor deze schadelijke haatpraat van Kuitenbrouwer jegens trans personen?’ En Sybren Kooistra, ook van GroenLinks, tweette dezelfde dag: ‘Dat de Volkskrant überhaupt Kuitenbrouwer als columnist heeft aangenomen (sinds een jaar). Om stelselmatig anti-transmensen, anti-antiracisten en anti-queer stukken te schrijven,’
Hoog oplopende emoties
Peter Vasterman en Renate van der Zee schreven in De Volkskrant een kritisch stuk over de Transgenderwet. Volkskrant-columnist Martin Sommer sprak van ‘geslachtswijziging bij wijze van adreswijziging’ en benadrukte dat ‘biologie bestaat, net als het onderscheid tussen de mannelijke en vrouwelijke sekse’.
COC-voorzitter Astrid Oosenbrug en TNN-voorzitter Brand Berghouwer schreven in reactie daarop in NRC dat kritische kanttekeningen als die van Sommer de transgenderzaak terugwerpen naar het verleden. ‘Soms bekruipt je het gevoel dat transgender personen weer door precies dezelfde vooroordelen en stereotypen heen moeten als waarmee lesbische, homoseksuele en bi mensen zeventig jaar geleden werden geconfronteerd.’
De beide belangengroepen spreken zelfs van ‘bureaucratisch geweld’ dat plaatsvindt ‘in de wachtkamer van de dokter, bij de douane, op je diploma en bij het legitimeren’ wanneer een transgender die zich vrouw voelt nog een M in het paspoort heeft.
Tegensprekers zijn gevaarlijk
Naast het label transfoob krijgen critici ook het verwijt kwetsbare transgenderjongeren aan te zetten tot depressies of tot zelfmoordgedachten. Tammy Schoots en Marte Hoogenboom schreven in NRC: ‘aanvallen op het bestaansrecht van transgender personen worden in grote mate gevoed door opiniestukken waarin ‘bezorgde’ schrijvers insinuaties op tafel leggen die de autonomie van een uiterst kwetsbare groep in twijfel trekken’.
Belangengroepen wijzen op het leed in de transgendergemeenschap, op het hoge zelfmoordcijfer, op geweld en vervolging tegen transgenders. Het bewijs voor het bestaan van een agressief en gevaarlijk klimaat tegen transgenders in Nederland is nu vooral anekdotisch.
Sylvana Simons en Lisa van Ginneken stelden op 13 januari 2022 Kamervragen aan minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie over moorden op, geweld tegen en zelfdodingen door transpersonen in Nederland. Dit naar aanleiding van de moord in Wassenaar op de 40-jarige uit Colombia afkomstige transvrouw en sekswerker Mónica Garces Florez, die bekend stond onder de roepnaam Briza.
Het Openbaar Ministerie noemt in zijn jaarlijkse rapportage van incidenten waar discriminatie een rol speelt (zogenaamde ‘Codis-feiten’) een klein aantal incidenten tegen transgenders. Dat transgenders relatief vaker slachtoffer zijn van moord blijkt momenteel niet uit cijfers van de Nederlandse politie.
Kritiek van feministen ongewenst
Voor feministen die transvrouwen zonder biologisch-fysiek vrouwelijke eigenschappen niet als vrouw willen aanduiden is het label TERF (Trans Exclusionary Radical Feminist) bedacht. Bedreigingen en intimidaties richting ‘TERF’s’ door radicale activisten zijn geen uitzondering, zoals richting de Britse hoogleraar Kathleen Stock.
Internationale sportbonden accepteren inmiddels sporters die ‘in transitie’ zijn in de competitie van hun voorkeur. In de praktijk gaat het vrijwel uitsluitend om transgenders die willen deelnemen aan vrouwencompetities. Transgender Lia Thomas neemt deel aan professionele zwemcompetities en wint daarbij vrijwel alle wedstrijden. De andere zwemsters leveren in de openbaarheid zelden tot nooit kritiek, maar de onvrede over competitievervalsing en ongemak in de kleedkamer leeft wel degelijk.
Gevolgen zijn complex en langdurig
Toch is het stellen van vragen juist in het belang van iedereen: van de groep jongeren met genderdysforie zelf, die niet gebaat is bij onzorgvuldig omgaan met ingrijpende behandelingen. Rond wetswijzigingen is nadenken over onbedoelde gevolgen juist een kerntaak van de wetgever en van de Tweede Kamer en is het niet verstandig om de emotie leidend te laten zijn.
Er zijn maatschappelijke gevolgen die iedereen aangaan. Zoals juridische gevolgen: moeten alle instellingen van de zwembaden tot de politie zich aanpassen aan een geslachtswijzing? Het College voor de Rechten van de Mens stelde in maart 2022 de 53-jarige Alexandra – een transvrouw met de fysieke geslachtskenmerken van een man – in het gelijk toen een sportschool in Alkmaar haar toegang tot de dameskleedkamer weigerde.
Genderneutrale taalsoep
Zijn er wellicht medische gevolgen, moeten zorginstellingen behandeling aanpassen? En zijn er gevolgen in het maatschappelijk verkeer, overal waar maar expliciet en impliciet onderscheid bestaat tussen mannen en vrouwen? Er ontstaat nu al een genderneutrale taalsoep, met uitdrukkingen als ‘mensen die menstrueren’ en ‘zwangere mensen’.
Wetenschappelijk en medisch onderzoek maakt regelmatig en met goede redenen onderscheid tussen mannen en vrouwen. In theorie kunnen we alles genderneutraal maken. Maar dat kost veel moeite. En – niet onbelangrijk – de grote meerderheid, hoe begripvol die ook is voor de gevoelens van transgenders, wil dat waarschijnlijk niet. Zeker niet als het vereist dat iedereen het bewijs van zijn oren en ogen negeert.
Coen de Jong is schrijver van het indringende boek ‘Dwingeland. Orwell in de polder’, dat afgelopen zomer verscheen. ‘Dwingeland’ kost 20 euro en is overal verkrijgbaar, zoals HIER (geen verzendkosten). Veel leesplezier!