Als u nog niet bang genoeg gemaakt bent, gaan we uit een ander vaatje tappen

wereld-in-vuur-en-vlam
Zowel bij het klimaat als bij Corona hebben betrokkenen de neiging de prognoses zwarter voor te stellen dan de feiten aangeven.

Liegen voor het goede doel mag best. Je moet de mensen immers in beweging krijgen? Dat is de indruk die je vaak overhoudt aan discussies over klimaat, milieu en andere hete hangijzers.

Meten met twee maten is een morele plicht. Tegenstanders worden tot achter de komma aangesproken op feitelijke of vermeende slordigheden, maar als medestanders risico’s of schade met een factor tien of honderd overdrijven doet dat er niet toe; in wezen hebben die het namelijk bij het rechte eind. Dan is aandringen op kwantitatieve onderbouwing het bagatelliseren van het probleem, en volgt steevast de insinuatie dat de ander betaald wordt door Shell, Tata, de nucleaire lobby of Monsanto.

In januari 2020 publiceerde De Correspondent met veel tromgeroffel een pamflet van Rutger Bregman: ‘Het water komt’. Daarin stond een kaartje waarop twee derde van Nederland in zee was verdwenen, gebaseerd op een sciencefiction-romannetje waarin de zeespiegel in het jaar 2300 met 18 meter gestegen is. Door tekstueel nog wat meer mist op te trekken over hoeveel zeespiegelstijging al mogelijk zou zijn in 2100, knoopte Bregman hier de conclusie aan vast dat onze kinderen zich moeten gaan voorbereiden op emigratie naar Duitsland.

Dit doemscenario werd, gesponsord door de Postcodeloterij, over heel Nederland uitgestrooid. 

Op De Correspondent kon je in de bijdragensectie in discussie met de auteurs en de geïnterviewde klimaatwetenschappers. Toen ik ze confronteerde met het ontbreken van wetenschappelijke onderbouwing voor het emigratieadvies aan onze kinderen, noemde een van hen, Maarten Kleinhans, het pamflet weliswaar Bregmans Bombastische Brief, maar, zei hij: ‘Met het uitblijven van adequate maatschappelijke en politieke reacties (op de klimaatverandering, AJ) grijpt Bregman naar een andere retoriek. Ik sta daar achter omdat ik denk dat we niet elk publiek met hetzelfde type boodschap kunnen bereiken en wie weet bereikt dit een ander publiek dan we tot nu toe konden inlichten.’

Nog niet bang genoeg?

Dat u het even weet: u kon tot nu toe niet bang genoeg gemaakt worden voor klimaatverandering, daarom krijgt u voortaan te maken met ‘een andere retoriek’. De tekenaar van het kaartje van ondergelopen Nederland, Kim Cohen, gaf als onderbouwing voor de volstrekt irreële 18 meter zeespiegelstijging: ‘Het is op verzoek van auteur en redactie daar gedaan’ (‘daar’ is Vrij Nederland, waar het kaartje oorspronkelijk verscheen in een soortgelijk artikel).

Zowel Kleinhans als Cohen zijn keurige aardwetenschappers met een aanstelling aan de Universiteit Utrecht. De UU plaatste een nieuwsbericht over Cohens creatieve knutselwerk op haar website, zonder duidelijk te maken dat dit in wezen science fiction was, in opdracht van Vrij Nederland.

Doemdenken bij het RIVM

In een wetenschappelijk milieu waarin zoiets normaal is en door universiteiten gefaciliteerd wordt, is enige argwaan over de onafhankelijkheid van een instituut als het RIVM niet a priori onzinnig. Nu de coronapandemie op zijn eind loopt, is het grote afrekenen met wijsheid achteraf begonnen, en dan valt op dat de prognoses van het RIVM voor aanstormende golven van besmetting telkens wel erg hoog uitvielen.   

Coronasceptici blijven beweren dat de computermodellen van het RIVM geheim zijn, terwijl in feite alleen de ruwe data die het RIVM gebruikt niet worden vrijgegeven, omdat dit niet mag van de  privacywetgeving. Hoe dan ook, het is ongeloofwaardig dat er diep onder de motorkap van de RIVM-modellen sjoemelsoftware verstopt zit die ongeacht de input doemscenario’s aflevert. 

Het effect van vaccinatie vergeten…

Het probleem zit ‘m in die input: die omvat allerlei aannames over de besmettelijkheid en ziekmakendheid van de variant van dienst, over hoe goed mensen zich aan de maatregelen houden, en hoe het netwerk van sociale contacten in de hele bevolking in elkaar grijpt.

En daar maakte het RIVM soms vreemde keuzes. In januari 2021 kwam het met een doemscenario over de delta-variant, omdat het geen rekening hield met de vaccinatiecampagne die toen ook in Nederland  – eindelijk – op stoom kwam.

Het effect van vaccinatie was te onzeker, zei modelleur Jacco Wallinga, terwijl uit de klinische trials en cijfers uit landen met een voorsprong qua vaccinatie, zoals Israël, zonneklaar was dat de vaccins zeer effectief waren tegen ernstige ziekte en overlijden. En vaccinatie niet meenemen in je model is ook gewoon een aanname: namelijk dat het effect van vaccinatie nul is. 

Toen het delta-doemscenario al weer bijna vergeten was, kregen we omikron. Opnieuw leverde het RIVM een doemscenario af over het aantal ziekenhuisbedden en IC-opnames dat omikron ging veroorzaken. Dit keer was er voor gekozen om wel de extra besmettelijkheid van omikron in het model mee te nemen, maar niet de drastisch lagere ziekmakendheid.

De hamvraag is altijd: hoe ver moet je gaan bij het in elkaar knutselen van het zwartste scenario? In het geval van een epidemie kun je nog redeneren: baat het niet, dan schaadt het niet al te veel, want maatregelen zoals lockdowns of schoolsluitingen kun je op elk moment weer terugdraaien als de besmettingscijfers meevallen. Je kunt zelfs nog heel pragmatisch en amoreel redeneren dat de angst die zulke doemscenario’s veroorzaken, bijdragen aan het indammen van de besmettingen, omdat mensen voorzichtiger worden.

Klimaatprognoses gaan niet voor een maand, maar voor 10-tallen jaren…

Maar stel je even voor, dat de prognoses van het RIVM niet het beleid dicteren voor de komende maand, maar voor de komende dertig jaar. Stel dat het RIVM-model zou voorspellen dat een hele generatie moet opgroeien zonder echt schoolonderwijs, en dat de complete evenementensector definitief moet worden opgedoekt, omdat het risico op een nieuwe golf van een nieuwe coronavariant anders te groot blijft.      

Absurd natuurlijk – dat zou niemand accepteren. Maar iets vergelijkbaars is wel aan de hand in de klimaatwetenschap, althans, in het ecosysteem aan onderzoekers dat daar omheen floreert. Hun prognoses over de gevolgen van klimaatverandering voor mens en natuur dicteren voor minstens de komende dertig jaar het beleid op het terrein van de energietransitie.

De grootste onzekerheid in klimaatmodellen zit niet in de gecompliceerde interacties tussen zonlicht, wolkenvorming, oceanen, ijskappen, permafrost en vegetatie – hoewel ook die fors zijn – maar in het gedrag van mensen: namelijk hoeveel CO2 en andere broeikasgassen we als mensheid in de komende eeuw uitstoten.

Het zwartste scenario is onwaarschijnlijk èn populair

Daarvoor heeft het IPCC een aantal standaardscenario’s gedefinieerd, en de allerzwartste variant is RCP8.5. In dat scenario gaan we niet eens door op de oude voet, nee, we gaan vanaf nu met z’n allen als een gek zoveel mogelijk kolen verstoken, zodat het CO2-gehalte van de atmosfeer toeneemt tot boven de 1200 ppm (particles per million; pre-industrieel zat er 280 ppm CO2 in de lucht, en nu is het 420 ppm).

Klimaatwetenschappers met echt verantwoordelijkheidsgevoel, zoals bijvoorbeeld Roger Pielke jr, wijzen er keer op keer op, dat dit extreme uitstootscenario volstrekt onrealistisch is. En toch verschijnen er iedere week nog peer-reviewed studies in prominente vakbladen, waarin de gevolgen van klimaatverandering worden doorgerekend op basis van RCP8.5. Het komt er op neer, dat al die alarmerend rood kleurende wereldkaartjes in de media met ‘dodelijke’ hittegolven, landbouwgewasvernietigende droogtes en onderlopende delta’s zijn gebaseerd op RCP8.5.

In de betere studies zijn ook meer gematigde scenario’s doorgerekend (RCP6 en RCP4.5). Het cijfer achter RCP geeft een maat voor de hoeveelheid opwarming, en het is niet zo dat de gevolgen van klimaatverandering onder RCP4.5 nog ruim de helft van RCP8.5 zijn; onder die meer realistische scenario’s zie je die rampen gewoon verdampen.

Onderzoek naar de gevolgen van klimaatverandering heeft RCP8.5 hard nodig om met voldoende alarmerende resultaten te komen. Maar zo is de klimaatwetenschap voor een belangrijk deel een industrie geworden die aan de lopende band doemscenario’s presenteert voor het goede doel: mensen doen geloven dat we de wereld alleen nog kunnen redden door in 2030  55% minder CO2 uit te stoten, en netto nul in 2050. 

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers schrijft enkele malen per maand even verrassende als nuchtere columns en artikelen voor Wynia’s Week. U kunt deze broodnodige onafhankelijke journalistiek mede mogelijk maken. Doneren kan HIER. Hartelijk dank!