Over asielzoekers die geen asielzoeker zijn
Ieder jaar moet ik naar de Nederlandse ambassade in mijn woonplaats Kuala Lumpur (Maleisië) voor een officieel stempel op het ‘levensbewijs’ voor mijn AOW. Meestal kom ik wel een of twee Maleisiërs tegen die een vergunning nodig hebben om naar Nederland te reizen voor verdere studie. Hun droomreis naar Delft of Wageningen begint op die Nederlandse ambassade in hun woonland.
Het zou ook heel vreemd zijn, wanneer aankomende masters studenten of promovendi zonder papieren zouden afreizen en dan zouden verwachten dat Nederland hen een half jaar of langer onderdak en een uitkering vertrekt, terwijl de autoriteiten in Delft en Wageningen onderzoeken of zij in aanmerking komen voor inschrijving als student.
Zo’n logische voorbereiding van emigratie is niet altijd mogelijk. Er zijn helaas landen, zoals Myanmar, waar vluchtelingen hun land in haast moeten verlaten en niet in staat zijn om van te voren formulieren in te vullen bij een Nederlandse vertegenwoordiging. Maar dan is er vaak wel in een buurland een vestiging van de UNHCR, de organisatie van de Verenigde Naties voor vluchtelingen en asielzoekers.
Rohingha’s naar Canada
Ook bij ons in Kuala Lumpur is een grote en actieve vertegenwoordiging van de UNHCR. Die geeft tienduizenden vluchtelingen en asielzoekers uit Myanmar een tijdelijke verblijfsvergunning. Westerse landen, bijvoorbeeld Canada, laten ieder jaar een aantal van zulke asielzoekers toe en gebruiken dan de documentatie van de UNHCR.
De Canadese autoriteiten begrijpen dat Birmese vluchtelingen niet de Canadese ambassade in Yangon kunnen bezoeken om hun asiel in Canada aan te vragen. Rohingha moslim-vluchtelingen uit West Myanmar worden wreed verjaagd, soms zelfs verkracht en vermoord door het leger en vluchten weg over zee of naar Bangladesh. In Yangon kunnen Birmese tegenstanders van de militaire dictatuur niet hun leven riskeren door in de rij te gaan staan voor een Westerse ambassade. Daarom werkt Canada samen met de UNHCR in Maleisië, en biedt zo een route van Myanmar naar Maleisië en van daar met toestemming naar Canada.
Opinieonderzoek laat zien dat een royale meerderheid van de Canadezen zich comfortabel voelt met het welkom heten van asielzoekers: ‘De grootste groep van de ondervraagden verzet zich tegen de stelling dat er te veel asielzoekers onterecht worden toegelaten. Een meerderheid zou graag nog méér gastvrijheid willen bieden aan vluchtelingen uit conflict-landen.’
Vorig jaar is daar Afghanistan bij gekomen als herkomstland van veel asielzoekers: ‘Er is duidelijke steun voor de beslissing om 20.000 asielzoekers uit Afghanistan toe te laten, maar één op de vier Canadezen vindt 20.000 nog te weinig.’ Dat klinkt veel beter dan de negatieve opinies over asielzoekers in Nederland en de zorgen vanwege criminaliteit en problemen met de huisvesting.
Toegegeven, de aardrijkskundige ligging van Canada maakt het makkelijker om regels te maken voor asielzoekers en daar aan vast te houden. Canada heeft alleen een landsgrens met de V.S. en maakt heel duidelijk dat wie via die grens en zonder papieren het land binnenkomt, onmiddellijk en zonder verder onderzoek weer wordt teruggestuurd naar de V.S.
Nederland heeft een andere positie op de wereldkaart, en moet rekening houden met EU-partners. Maar soms lijkt het wel alsof we nog niet eens in staat zijn om de correcte begrippen te hanteren. En waar de taal niet correct is, zal het beleid zeker niet correct zijn.
Marokkaanse asielzoekers zijn dat niet
De honderden jonge mannen uit Marokko die in Nederland asiel aanvragen hebben helemaal geen recht op het label ‘asielzoeker’. Asielzoekers zijn mensen die hun vaderland al hebben verlaten, omdat ze gevaar lopen vanwege hun godsdienst, politieke overtuiging, hun ras of hun sociale klasse, nu bang zijn om naar hun vaderland terug te keren en daarom wel moeten proberen om een nieuw thuisland te vinden. Zulke vluchtelingen kunnen zich met recht als asielzoekers melden in Ter Apel.
Maar dat geldt niet voor de jonge Marokkanen. Hun vaderland is officieel geclassificeerd als ‘veilig’ en zij zijn dus niet gevlucht vanwege vervolging en risico’s voor lijf en leden vanwege godsdienst of ras, maar hebben hun land vrijwillig verlaten op zoek naar werk en geld in West-Europa. Voor veilige landen, zoals Marokko, zou daarom een simpele regel moeten gelden: wie naar Nederland wil, gaat naar de Nederlandse ambassade in zijn woonland, en vraagt daar toestemming om te immigreren.
1500 asielzoekers uit veilige landen
In de gepubliceerde lijst uit 2020 van landen met meer dan 25 nieuwe asielzoekers in Nederland staan acht landen die officieel als ‘veilig’ zijn aangemerkt, en waar studenten en andere reizigers dus hun reis kunnen voorbereiden met een bezoek aan de Nederlandse ambassade.
In totaal meldden zich uit die ‘veilige’ landen 1500 zogenaamde ‘asielzoekers’ in Ter Apel. Marokkanen zijn de grootste groep van deze economische reizigers die ten onrechte het etiket ‘asielzoeker’ krijgen opgeplakt. De jonge Marokkaanse mannen proberen hun geluk in Ter Apel, maar het was beter geweest wanneer zij zich eerst hadden moeten inschrijven bij onze ambassade in Rabat en daar hun aanvraag laten beoordelen.
Voor één op de negen asielzoekers kan deze regel – papieren en onderzoek bij de Nederlandse ambassade in the thuisland – worden toegepast en dat heeft twee voordelen. Volgend jaar komen er dan minder werkzoekenden uit Marokko en andere veilige landen wanneer ze weten dat er maar één simpele vraag aan hen wordt gesteld: ‘Wat was de uitslag van uw gesprek op de Nederlandse ambassade in Rabat?’ En wij kunnen eerder kans maken om draagvlak te herstellen voor echte asielzoekers die worden vervolgd of verjaagd, wanneer we barmhartig zijn voor hen, maar tegelijk zakelijk en strikt bij aanvragen uit veilige landen.
Canada is royaal jegens asielzoekers die groot gevaar in hun land van herkomst moesten ontvluchten en nu elders in hun regio – vaak met hulp van de UNHCR – hopen op een nieuw thuisland. Tegelijk is Canada duidelijk jegens economische immigranten zonder papieren: die worden direct weer uitgezet. Voor Nederland is het vanwege de geografische ligging en de EU ingewikkelder, maar we kunnen beginnen met helderheid te scheppen door de term ‘asielzoeker’ niet meer te gebruiken voor jonge mannen uit de acht veilige landen.
Eduard Bomhoff schrijft sinds drie jaar (vrijwel) wekelijks columns voor Wynia’s Week. Steunt u de onafhankelijke berichtgeving van Wynia’s Week? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!