RutteVier: goede voornemens maar te weinig geld voor de bestrijding van de narcostaat

RUTENFRANS181221-narcostaat
Drugslab in Brabant

Minister van Justitie Ferd Grapperhaus ontkende het glashard: ‘We zijn géén narcostaat. Want als we dat wel waren dan stond hier iemand met een exotische achtergrond, afkomstig van een cocaïnebende uit een of ander ver oord. We hebben gewoon een democratie.’

Grapperhaus denkt dat narcostaten alleen bestaan in niet-democratische, tropische streken. Maar zo is het niet. De democratie Nederland is wel degelijk een narcostaat in die zin, dat ons land een van de belangrijkste producenten van synthetische drugs (xtc en amfetamine) is en een grote rol speelt in de handel in cannabis, cocaïne en heroïne.

Ondermijning

Nederland is ook een narcostaat in de zin dat de georganiseerde drugsmisdaad hier groot en machtig is geworden, en niet adequaat bestreden wordt. Decennialang is een gedoogbeleid gevoerd, waarbij het is toegestaan om hasj en weed in kleine hoeveelheden legaal aan te schaffen in coffeeshops. De aanvoer van hasj en weed om die coffeeshops te bevoorraden bleef weliswaar illegaal, maar werd in de praktijk met rust gelaten. De georganiseerde misdaad kon rijk worden door de bevoorrading van de coffeeshops en kon zich met de verworven middelen ook gaan richten op de exploitatie van harddrugs.

Kleine criminelen ontwikkelden zich tot rijke ondernemers die zich vestigden in de horeca en de huizenmarkt en die infiltreerden in gemeenten door omkoping en bedreiging. Naast de gewone economie ontstond een parallelle drugseconomie, maar bovenwereld en onderwereld raakten ook verstrengeld. Dat laatste heet in het politieke jargon ‘ondermijning’.

Marengo

Hoe machtig de georganiseerde drugsmisdaad is geworden, valt goed te illustreren aan het Marengoproces tegen de drugsbende rond Ridouan Taghi. In een kort tijdsbestek zijn van de kroongetuige in dat proces de broer (2018), advocaat Derk Wiersum (2019) en vertrouwenspersoon Peter R. de Vries (2021) vermoord. Omdat gevreesd wordt voor ontsnappings- en bevrijdingspogingen rond het Marengoproces en de politie niet genoeg capaciteit heeft om daartegen adequaat op te treden moet het leger worden ingezet.

Alle reden dus om wel degelijk te spreken van een narcostaat. Wat gaat het kabinet Rutte IV daartegen doen?

1 miljard

In het Regeerakkoord wordt ‘oplopend structureel 1 miljard euro gereserveerd’. Dat klinkt als een reusachtig bedrag, maar als je beseft dat dat is bestemd voor  ‘het tegengaan van ondermijning, het versterken van de politieorganisatie, de preventie-aanpak, de inlichtingendiensten en de gehele justitiële keten’, dan weet je dat het niet veel is. En als je je realiseert dat de drugsomzet van de georganiseerde misdaad in Nederland volgens een voorzichtige schatting 40 miljard bedraagt dan weet je dat die 1 miljard hopeloos tekortschiet.

Het meest hoopgevend is nog wel het voornemen om ‘ondermijning’ aan te pakken en ‘daarbij lessen te betrekken uit de bestrijding van de maffia in Italië’. Dat is een goede zaak. Na de moord op Peter R. de Vries zei de Italiaanse maffia-bestrijder Nicola Gratteri dat ‘de Nederlandse wet niet streng genoeg voor de criminele realiteit’ is. Hij waarschuwt dat de maffia de straffen op drugsbezit in Nederland een lachertje vindt vergeleken met die in Italië. Het plan om aan de hand van de Italiaanse lessen de ‘wetgeving, opsporing, straffen, gegevensuitwisseling en detentie’ aan te passen kan dan ook niet genoeg worden toegejuicht.

Speciaal gevangenisregime

Het Regeerakkoord meldt ook dat ‘we de omstandigheden in de extra beveiligde inrichting (EBI) en het Italiaanse gevangenisregime gaan vergelijken om te voorkomen dat vanuit gevangenschap netwerken worden aangestuurd’. Ook dit is een heel goed idee. Twee maanden geleden werd immers bekend dat maffiabaas Ridouan Taghi in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught regelmatig bezoek kreeg van zijn advocaat en neef Youssef Taghi. Onder toeziend oog van het gevangenispersoneel planden raadsman en topcrimineel een gewelddadige uitbraak.

Om dit soort naïviteit af te leren kunnen de Italiaanse lessen ook wonderen doen. Gratteri vindt dat heel Europa het voorbeeld van Italië zou moeten volgen door een speciaal gevangenisregime van totale afzondering op te leggen aan maffiosi. ‘Het Italiaanse antimaffia-regime verbiedt elke vorm van contact met medegevangenen, het gebruik van de telefoon en het ontvangen van pakketjes, allemaal om moordopdrachten vanuit de gevangenis te voorkomen.’ Zo zou het in Nederland ook moeten zijn.

In lijn met de ‘Italiaanse les’ is het kabinetsvoornemen om de georganiseerde misdaad harder aan te pakken door het verzwaren van de straffen op ‘verboden wapenbezit, hulp bij uitbraak, verboden productie, grootschalige handel en grootschalig bezit van drugs’. Ook wordt geprobeerd om crimineel vermogen te confisqueren wanneer veroordeling niet mogelijk is en worden ‘criminaliteitsbestrijders, journalisten, rechters, advocaten, bestuurders en andere hoeders van de rechtsstaat’ beter beveiligd.

Allemaal mooie voornemens, waarvan je alleen maar kunt hopen dat ze in de komende kabinetsperiode ook worden uitgevoerd.

Experimenten

Minder mooi is dat de experimenten met legale wietteelt voor de verkoop in coffeeshops in een tiental gemeenten worden voortgezet en uitgebreid. De uitkomst van die experimenten wil men zo snel mogelijk in praktijk brengen. Dat heeft weinig zin. Ook al zouden alle coffeeshops voorzien worden van legaal geteelde wiet, dan nog zou dat de drugsmisdaad niet schaden. De illegale teelt van wiet zou immers gewoon doorgaan aangezien de vraag vanuit het buitenland blijft voortbestaan.

En mochten de voorzichtige pogingen van enkele Europese landen tot legalisering van de productie en het gebruik van wiet doorgaan, dan zal ook dat de drugsmaffia niet schaden. Er blijven meer dan genoeg illegale drugs over. 

Stop het gedogen

Wat ontbreekt in de kabinetsplannen is het besef dat Nederland door zijn gedoogbeleid een narcostaat is geworden en dat een geloofwaardige bestrijding van die narcostaat begint met het stoppen met gedogen. Drugs zijn schadelijke, vaak verslavende stoffen waarvan het gebruik sterk ontmoedigd moet worden. De vraag creëert het aanbod. Grootscheepse voorlichting vanaf de basisschool is vereist. Niet alleen de handel in en het bezit van drugs moet strafbaar zijn, maar ook het gebruik ervan. Veel belangrijker nog: handhaaf die strafbaarheid.