Nederland lijdt aan chronische oostwaartse onverschilligheid
Afgelopen week was het dan zover. Met de installatie van de Duitse ‘Stoplicht-coalitie’ onder leiding van de nieuwe bondskanselier Olaf Scholz, is het post-Merkel tijdperk in Duitsland nu echt aangebroken. Het moet gezegd, deze wisseling van de wacht in Duitsland werd in de Nederlandse media goed gevolgd en verslagen.
Er was veel aandacht voor Duitsland, al had dit vaak meer met het afscheid van Angela Merkel te maken, dan met de komst van de nieuwe regering. Maar toch: even leek de Duitse politiek alomtegenwoordig in Nederland. Ik vrees dat dat slechts van korte duur is, en niet zal beklijven.
Op Duitsland-tour door Nederland
Ik heb de laatste weken veel opgetreden in Nederland over Duitsland. Op de radio, in kranten, bij podcasts en Rotaryclubs, en met hoorcolleges op universiteiten. En steeds opnieuw viel me het enorme gebrek aan kennis over Duitsland en de Duitse politiek op.
Als je in een collegezaal met 75 studenten vroeg wie er Duits kon spreken, of wie er wel eens de Duitse media volgt, zag je hooguit vier handen de lucht ingaan. Bij een test met portretfoto’s bleek niemand Robert Habeck of Annalena Bearbock te (her)kennen, de Groene hoop van jong Duitsland. Nooit van gehoord.
Men realiseert zich dat Duitsland een belangrijk land in Europa is, dat de Nederlandse economie sterk van de Duitse afhankelijk is, maar Duitsland blijkt nauwelijks nieuwsgierigheid en betrokkenheid af te dwingen. En men voelt daarover geen enkele schaamte of ongemak.
De Duitsland-paradox
Het simpele feit is, dat Duitsland geen culturele uitstraling (meer) blijkt te hebben. Die lijkt afwezig. De jonge generatie komt niets Duits tegen in het eigen leven. Niet op sociale media, bij films en games, of in hun studieliteratuur.
Alles is Engelstalig en op Amerika gericht. En voor zover men iets met Duitsland heeft, speelt er een merkwaardige Duitsland-paradox: men vindt Berlijn heel sexy, maar Duits, Duitsland en Duitse politiek heel saai, en niet de moeite waard om zich in te verdiepen.
Na zo’n Duitsland-tour door Nederland begin je te snappen waarom er in Nederland vrijwel geen studenten meer Duitse taal- en letterkunde studeren. Waarom er een tekort is aan leraren Duits op middelbare scholen, en waarom de politieke en economische top van Nederland Duits-Nederlandse onderhandelingen en handelscontacten in gebroken Engels voert, en niet langer in hakkelend Duits.
Buitenland is gekrompen
Wat een verlies van de voorrangspositie die Nederland lange tijd gehad heeft! Wat een gemiste kans voor nationale invloed en impact! Ik heb het wel eens eerder gezegd: de oude HBS-generatie sprak moeiteloos de drie moderne Europese talen – Duits, Frans en Engels -, en kende de geschiedenis van de buurlanden. Sinds die tijd is Nederland alleen maar meer geglobaliseerd en internationaal en Europees verbonden geraakt, maar is het buitenland juist gekrompen.
We hebben het strategische voordeel van een klein land, dat in de driehoek tussen de Europese grote landen ligt, verspeeld, door ons alleen nog Angelsaksisch te oriënteren.
Oekraïne-crisis
Juist in deze tijd – na de Brexit, met een steeds onvoorspelbaarder Amerika, en met de opmars van autoritaire machten als China en Rusland -, gaat ons dat opbreken. Er is alle aanleiding om onze blik sterk op Duitsland gericht te houden. Op de nieuwe regering ook die direct al met een enorme internationale crisis te maken krijgt, de Oekraïne-dreiging van Poetins Rusland.
Veel lastiger kan de Stoplicht-coalitie niet beginnen, ook al omdat Rusland juist een spanningsbron vormt binnen deze coalitie. Bekend is dat de Groenen een hardere lijn tegen Rusland voorstaan, vanwege mensenrechten (Navalny) en de Nordstream2-gaspijplijn in de Oostzee, die ze om geopolitieke en klimaatpolitieke redenen afwijzen. Daar waar de SPD juist de kanalen met Moskou zoveel mogelijk open wil houden. Letterlijk en figuurlijk.
Poetins vileine timing
Alleszeggend wat dat betreft was een aanvaring tussen oud-SPD kanselier Gerhard Schröder, vriend van Poetin en topman bij het Russische oliebedrijf Rosneft, met de nog nauwelijks aangetreden nieuwe minister van Buitenlandse Zaken, Annalena Baerbock. Dat was een ruzie over de Duits-Russische betrekkingen.
Het is dan ook een uiterst vileine timing dat Poetin precies het machtsvacuüm in de Duitse politiek heeft aangegrepen -– met een vertrekkende Merkel en een nog niet begonnen Scholz – voor zijn geopolitieke dreigspel rondom Oekraïne.
In plaats van telefoongesprekken met Merkel, was Poetin nu uit op een videogesprek met de grote baas zelf, de Amerikaanse president Biden. Aan die laatste moest de nieuwe Duitse regering min of meer toezeggen de Nordstream2-pijplijn dicht te gooien, mocht Poetin echt Oekraïne binnenvallen. Hoezo Europese strategische autonomie? Al vanaf dag 1 van de Stoplicht-coalitie dendert de Great Power Competition tussen de grootmachten de Duitse politiek binnen.
Oekraïne wordt zelfbeschikkingsrecht ontzegd
Het is geopolitiek direct zwaar weer. Er wordt door grootmachten over kleinere landen als Oekraïne beschikt alsof we weer terug zijn in gevaarlijke vooroorlogse tijden. Tijden van het Congres van Wenen of de Conferenties van Jalta en Potsdam, waarbij grootmachten blind over het lot beschikten van kleine landen. Symbool daarvan is het beroemde kladpapiertje van Stalin en Churchill waarin na de oorlog met percentages de invloedssfeer bepaald werd van de diverse Europese landen.
Als het aan Poetin ligt, zou het nu ook zo over Oekraïne gaan. Oekraïne zou een neutrale bufferstaat moeten worden om rekening te houden met het veiligheidscomfort van Rusland. In elk geval zou het nooit NAVO-lid mogen worden.
Op het eerste gezicht is het dramatisch om een land als Oekraïne op deze manier zelfbeschikkingsrecht te ontzeggen. Dat geldt zeker daar waar Poetin met hybride oorlogsvoering en manipulatie Oekraïne permanent probeert te destabiliseren, bang als hij is dat Oekraïne ooit een succesvolle liberale democratie zou worden, wat een directe bedreiging zou vormen voor het autocratisch Poetin-regime in Rusland.
Oekraïne is overigens mijlenver verwijderd van iets wat op een liberale democratie lijkt. Het is een disfunctionerende staat, die een tv-komiek, die ooit een corruptie bestrijdende president speelde in een tv-serie, daadwerkelijk tot president heeft gekozen. Om erachter te komen dat ook deze komische president eerder dienaar dan bestrijder van de corrupte oligarchenstaat Oekraïne is geworden.
Niemand durft Taiwan te erkennen
Lastiger kwestie is die van bondgenootschappen of het lidmaatschap van een verdedigingspact. Je zou Oekraïne het ‘Taiwan van Europa’ kunnen noemen. Net zoals China Taiwan beschouwt als een afvallige provincie die feitelijk onderdeel uitmaakt van de Volksrepubliek China, beschouwt ook Poetins Rusland Oekraïne als onlosmakelijk en historisch deel van Groot-Rusland. Nu is het uiteindelijk aan de bevolkingen zelf hoe ze dat zien, maar de vraag is wel welke buitenlandse interventies bij deze delicate kwesties bevorderlijk zijn voor de wereldvrede en welke niet.
In het geval van Taiwan zien we dan juist een extreme angstvalligheid. Geen enkel land durft Taiwan te erkennen. Iedereen loopt op eieren met het Eén-China Beleid, en wil China niet voor het hoofd stoten vanwege de enorme economische belangen. Hoezo zelfbeschikkingsrecht voor Taiwan?
Logica van de confrontatie
Daar waar in het geval-Taiwan het op de Summit for Democracy verzamelde democratische deel van de wereld misschien te laf en angstvallig is, lijkt het in het geval-Oekraïne juist weinig terughoudend. Al moet natuurlijk gezegd worden dat Poetin, in zijn reactie op dat gebrek aan terughoudendheid, de agressor is. Die heeft met de verovering van de Krim, troepenbewegingen aan de grens en hybride oorlogsvoering in de Donbas alle krediet op omzichtigheid verspeeld.
Toch heeft Laurien Crump een punt als zij zegt dat het lijkt alsof de huidige generatie beleidsmakers de diplomatieke erfenis van de Koude Oorlog is verleerd. Anders dan destijds, toen in het OVSE-Helsinkiproces gezocht werd naar een vergelijk om de vrede in Europa te garanderen, heerst nu de logica van de confrontatie.
Wijze woorden van Merkel
Dat geldt, nogmaals, natuurlijk in de eerste plaats voor Poetin zelf, die met militaire dreiging primitief met vuur speelt, maar het geldt ook voor een Westen dat na de val van de Muur en de ineenstorting van de Sovjetunie net iets te triomfantelijk op de ruïnes van de Grote Sovjetunie is gaan springen, en geopolitiek naïef is gaan strooien met NAVO-lidmaatschappen en nabuurschapsprogramma’s. Juist Angela Merkel had een goede antenne voor de omgang met Rusland. Zij zei vaak dat er geen blijvende vrede in Europa mogelijk is zonder Rusland. En dat zijn wijze woorden.
Om al deze redenen is het goed om Duitsland de komende tijd heel goed in de gaten te houden. Om de Duits-Russische verhoudingen en de tweespalt over Rusland binnen de Duitse regering goed te analyseren. Er is dan wel een probleem: om dat te kunnen doen, moet men wel Duits kunnen lezen en begrijpen, en interesse hebben in de politiek-maatschappelijke ontwikkelingen in het grote Buurland. En juist daaraan schort het bij teveel Nederlanders.
René Cuperus schrijft regelmatig voor Wynia’s Week over Nederland en het buitenland, in het bijzonder over Nederland en Duitsland. Waardeert u de broodnodige berichtgeving van Wynia’s Week, ook in het nieuwe jaar 2022? Doneren kunt u op de bankrekening van Wynia’s Week NL94 INGB 0006 3945 08 of HIER. Hartelijk dank!