Opstaan tegen de techreuzen
Minister Kajsa Ollongren vond dat media onderscheid moeten maken tussen echt en fake news. Daarmee positioneerde zij zich als de Minister van Waarheid uit George Orwells roman 1984. Maar niet alleen Westerse overheden en mediamakers zijn tegenwoordig voor censuur. En het meest griezelige is, dat de grenzen van de vrijheid van meningsuiting nu niet langer door onafhankelijke nationale rechters maar door machtige multinationals uit Silicon Valley worden bepaald.
Ik zeg: Leve de vrijheid om domme dingen te zeggen. Want censuur treft nooit de machtigen van het moment maar altijd hun tegenstanders die net iets minder machtig zijn. Dat maakt censuur terecht verdacht. Sommige Westerse progressieve denkers hebben nu plotseling een grote sympathie voor de techreuzen. Waar is de tijd dat ze, geheel terecht, tegen de overdreven macht van multinationals waren?
Vrijheid van meningsuiting betekent ook het recht op een heel foute mening. Dat was een principe van de alom geprezen Verlichting dat we vandaag, stap voor stap, weer opgeven. Maar de kracht en elasticiteit van een samenleving blijken uit de reikwijdte van de uiteenlopende opvattingen die ze verdraagt zonder hen meteen te ridiculiseren of te veroordelen.
Telecombedrijven als KPN en Vodafone en postbedrijven als Post.nl stellen zich principieel op als communicatiedragers. Ze bemoeien zich niet met de inhoud van de gevoerde telefoongesprekken en sms’jes en de verzonden brieven. De techreuzen uit Silicon Valley, als Google, YouTube, Twitter, Facebook en Linked in, gedroegen zich lange tijd net als de Telecom- en postbedrijven. Maar die tijd van het vrije open internet is voorbij.
De techreuzen censureren nu de communicatie van mensen en verbieden sommigen zelfs hun platform te gebruiken, omdat ze het niet eens zijn met hun meningen. De voormalige Amerikaanse president Donald Trump dreigde in 2020 Twitter, Facebook, LinkedIn en andere sociale media hun status als ‘neutraal platform’, vastgelegd in Section 230, te ontnemen, en hen de status van ‘publisher’ op te leggen.
Trump wilde de sociale media platforms hun status ontnemen omdat ze volgens hem als uitgever handelen en redactionele beslissingen nemen over de content op hun platform, en ze hun status dus misbruiken voor ‘misleidende handelingen of handelingen onder valse voorwendselen om meningen te onderdrukken waar ze het niet mee eens zijn’.
De techreuzen toonden subiet hun spierballen. Trump werd verwijderd van Twitter, Facebook en YouTube (eigendom van Google). Twitter, Facebook en Google kregen daarom de wind van voren van Republikeinse senatoren die de bedrijven ervan beschuldigden partijdig te zijn.
De senatoren dreigen op hun beurt met aanpassing van de wet die momenteel sociale media beschermt, de eerder genoemde Section 230. ‘Wie in vredesnaam heeft u verantwoordelijk gemaakt voor wat de media mogen berichten en de Amerikanen mogen horen,’ fulmineerde de Republikeinse senator Ted Cruz tegen Jack Dorsey, toen nog de topman van Twitter.
Facebook, Twitter en Google zijn nu nog beschermd tegen rechtszaken over de inhoud die gebruikers plaatsen op hun platformen. Volgens de drie bedrijven is die bescherming, vastgelegd in Section 230, een wet uit 1996, cruciaal voor de vrijheid van meningsuiting. Maar veel senatoren willen wel paal en perk stellen aan mogelijke censuur door Twitter, Facebook en Google. ‘Het is tijd dat ze niet langer een vrije hand hebben.’
Twitter deinst terug
Twitter blokkeerde tijdens de presidentsverkiezingen van 2020 een voor presidentskandidaat Joe Biden schadelijk krantenartikel over zaken van zijn zoon in Oekraïne, waar Biden destijds als vicepresident bij betrokken zou zijn geweest. Het bedrijf wil nu voorzichtiger zijn met dergelijke blokkades op basis van vermoedens van gehackte informatie.
‘Twitter zal niet langer gehackte inhoud verwijderen, tenzij die rechtstreeks wordt gedeeld door de hackers zelf of medeplichtigen,’ schrijft Vijaya Gadde, hoofd juridische zaken en veiligheid. Twitter zal wel berichten classificeren ‘om context te bieden in plaats van te blokkeren’, aldus Gadde. Alle andere richtlijnen van het bedrijf blijven onverminderd van kracht, beklemtoonde ze.
Later noemde de – toen nog – baas bij Twitter, Jack Dorsey, het blokkeren van het artikel van The New York Post ‘onacceptabel’. Maar de techreuzen zorgden met hun gedrag wel voor een presidentswissel. Ze hebben de Democraten en de regering Biden nu volledig in hun zak en hoeven niet te vrezen voor opsplitsing, vanwege hun te grote macht. Eerder in de geschiedenis splitste de Amerikaanse regering multinationals als Bell en het olieconcern van de Rockefellers wel op, omdat ze te groot en te machtig waren geworden.
Pas op voor politiek correcte censuur
Duitse media meldden: ‘Angela Merkel vindt dat rechter moet beslissen dat Trump definitief van Twitter wordt verbannen, niet het bedrijf zelf’. Een volkomen juist standpunt dat jammer genoeg in onze samenleving niet langer vanzelfsprekend is. Het is moeilijk te begrijpen dat sommigen in het quasi-monopolie van techreuzen, hun gebruik van algoritmen en hun impliciete politionele bevoegdheden op sociale media geen enkel gevaar voor de vrijheid van meningsuiting zien.
De Democratische denker Zbigniew Brezinski, voormalig nationale veiligheidsadviseur onder president Jimmy Carter, waarschuwde zijn partijgenoten en de techreuzen al vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw voor politiek correcte censuur. Volgens hem zouden internet en sociale media het wereldwijd politiek ontwaken van de massa gaan veroorzaken. En elites zouden dat gewoon moeten laten gebeuren en niet censureren. Het Westen heeft immers een grote creativiteitsmacht opgebouwd, dankzij de Verlichting en de daaruit voortkomende vrijheid van meningsuiting.
Brezinski vreesde dat het Westen door censuur zou inboeten aan creativiteit en daarmee de wereldheerschappij zou verspelen, ten gunste van China, Rusland en andere stakeholders die het Westen van binnenuit zouden willen uithollen. In dergelijke niet-westerse landen buigen de Westerse techreuzen ondertussen voor de overheden en ook daar werken ze actief mee aan het onderdrukken van de vrijheid van meningsuiting.
Turkije, bijvoorbeeld
In 2020 introduceerde de regering van de Turkse president Erdoğan bijvoorbeeld een nieuwe wet voor sociale mediabedrijven. Daarin staat dat als zij een melding van ‘illegale content’ ontvangen, dit bericht verplicht binnen 48 uur van hun platform moeten verwijderen. Als ultieme middel om druk uit te oefenen op sociale mediabedrijven die geen gehoor geven aan de internetwet, kan de Turkse overheid het internetverkeer afknijpen.
De meest beruchte Turkse blokkade komt op naam van Wikipedia. Turkije blokkeerde de internetencyclopedie 991 dagen, omdat enkele pagina’s suggereerden dat de regering nauwe banden had met Islamitische Staat (IS) en de staat terroristische organisaties steunde. Wikipedia weigerde deze teksten offline te halen en aan te passen. Ook via de rechter lukte het niet om Wikipedia aan te pakken. Daarop besloot Erdoğan om de online encyclopedie volledig te blokkeren.
Big Tech domineert de beurs
Sinds enige tijd kunnen we niet meer negeren hoe groot de politieke macht van Big Tech is geworden. Het debat over de vraag of deze platformen teveel politieke macht hebben, is pas net op gang gekomen. Wat niet ter discussie staat, is dat ze buitensporig veel economische macht hebben. De gecombineerde beurswaarde van de vijf grootste Amerikaanse techplatformen – Alphabet (Google), Amazon, Apple, Facebook en Microsoft – steeg in 2020 met $ 2,7 biljoen.
Na de toevoeging van Tesla aan de S&P 500 zijn de Big Six-techbedrijven goed voor bijna een kwart van de hele indexwaarde. En door de verspreiding van COVID-19 zijn de grote digitale platformen de facto essentiële dienstverleners geworden die een massale transitie naar een geïsoleerd leven op afstand mogelijk hebben gemaakt.
De druk neemt toe
De politieke druk op Big Tech blijft ondertussen wel toenemen. Er is in toenemende mate een consensus dat platformen hun macht hebben misbruikt en winsten maken door de privacy van consumenten uit te buiten, concurrentie de kop in te drukken en potentiële rivalen op te kopen. In Duitsland heeft een voorlopige uitspraak van het federaal gerechtshof tegen Facebook een precedent geschapen om gegevenswinning als businessmodel in algemenere zin onmogelijk te maken.
In het Verenigd Koninkrijk is een deskundigenpanel een onderzoek aan het afronden over de vraag of reuzen als Google moeten worden gesplitst en hoe men wetgevende instanties kan verstevigen en de mogelijkheden kan uitbreiden om Big Tech te beteugelen. En in Australië werkt de regering aan een aantal wetgevingsvoorstellen die moeten zorgen voor een nieuwe kijk op de branche. De vraag is niet alleen hoe een betere platformeconomie eruit zou kunnen zien, maar ook welk soort innovatief ecosysteem er nodig is om die te bouwen.
Bovenstaand artikel van Adjiedj Bakas is een bewerking van een hoofdstuk uit zijn nieuwe boek ‘Het tijdperk van chaos’. Het boek kost 22,95 en is HIER te bestellen.