Kick out the dreadlocks

selassie
De Ethiopische keizer Haile Selassie met dreadlocks.

De strijd tegen racisme rechtvaardigt het ontslag van de zwarte Zwarte Piet. Zwarte Piet is een levendig symbool van racisme. Deze symbolen roepen de praktijk van ernstige vernederingen op. Weg ermee! Gaan we het opruimen van dergelijke symbolen uitbreiden en er allemaal aan meedoen?

Een voorbeeld om de vraag aan te scherpen: wordt het geen hoog tijd een gevecht aan te gaan tegen het dragen van dreadlocks? Het laten groeien van het kroezige haar tot woeste manen vormt namelijk hét symbool van dictatoriale macht, uitbuiting en racisme.

Voor de religieuze beweging van het rastafarianisme – ontstaan in Jamaica een honderd jaar geleden – is het dragen van dreadlocks een symbolische toenadering tot haar god. Die god wordt algemeen Jah genoemd en betreft Haile Selassie, ofwel Ras Tafari, de Overwinnende Leeuw van de stam van Juda (en nog een reeks van eretitels).

Blanken inferieur aan zwarten

In de haardracht van dreadlocks imiteert de rastafariër de manen van de leeuw en verbindt zich zodoende met de geest van de leeuw van Juda. Daarenboven onderstrepen de ‘manen’ de dominante rol die de man in deze beweging speelt: vrouwen zijn er om kinderen te baren, te koken en om te (be)dienen.

Het rastafarianisme heeft naast deze ‘zwarte god’ nog als basisprincipes dat blanken inferieur zijn aan zwarten en dat het zwarte ras voorbestemd is over de wereld te heersen. Bob Marley heeft die ondergang op luchtige reggaeritmes en onder het genot van the herb – ganja; marihuana – bezongen.

Verdraagzaamheid

De aanblik van dreadlocks is een gruwel voor een ieder die zich ook maar enigszins realiseert welk een potentaat Haile Selassie (1892-1975) was en wat het rastafarianisme voorstaat. Worden wit racisme, privileges en bewustzijn gekritiseerd door mensen waarvan meerdere de dreadlocks op hun eigen hoofd cultiveren? Moeten dreadlocks getolereerd worden, terwijl die het symbool zijn van dictatuur, uitbuiting en racisme?

Het lijkt gerechtvaardigd om te zeggen: haal eerst de balk eens uit je eigen oog, voor je je bemoeit met de splinter in het mijne (zie voor deze uitdrukking de Bijbel, met name de King James-versie, waarop ook de rastafariërs zich beroepen). Nee, daartoe roep ik de dreadlocks niet in beeld. Het gaat mij om de reikwijdte van verdraagzaamheid.

Wanneer tolerantie iets betekent, dan is het het verdragen van uitingen die je om enigerlei reden tegen de borst stuiten. Dit is geen pleidooi voor grenzeloos je ‘eigen ding’ doen. De Nederlandse (grond)wet is en blijft leidend. Desalniettemin moeten we ons realiseren dat alle sociale, etnische en religieuze groepen in onze samenleving – waaronder de autochtone blanke bevolking – zich inlaten met aangelegenheden die ‘de ander’ nauwelijks door de strot krijgt (in figuurlijke en soms zelfs letterlijke zin).

Weerzinwekkend

Er is ongetwijfeld door iedereen een lange lijst samen te stellen van aanstootgevende symbolen, gedragingen en uitingen van de ander. Naast (roet)zwarte Zwarte Piet valt te denken aan: carnaval, ramadan en het Suikerfeest, vossenjacht, jongensbesnijdenis, Amsterdam Gay Pride, het Koningshuis, borstvoeding in het openbaar, spotprenten, Kerstmis, Poerim (Lotenfeest), Moederdag, lesbisch moederschap, (stalinistisch/maoïstisch) rood, geen handen geven aan bloedende vrouwen, abortus, Manneke Pis, het nationale volkslied, monogamie, hoofddoekjes, prostitutie, schotelantennes, winti, Chinees Nieuwjaar, euthanasie, (halal)vlees,  paaseitjes, dierentuinen, Bevrijdingsdag, Koerden, divali, bijzonder onderwijs, tambú, kermis, naaktstranden, (badpakken in) wellnesscenters, homohuwelijk, enzovoorts.

Kortom, mag ik de zwarte Zwarte Piet terug, dan kan jij je dreadlocks laten groeien? Eenieder mag wel wat meer water bij de wijn doen. Het is anders ondoenlijk om met elkaar in Nederland te wonen en dan stevenen wij af op Noord-Koreaanse gelijkheid, eenstemmigheid en harmonie. Over rastafarianisme (en andere Caribische sociaal-culturele fenomenen) kunt u terecht in: Aart G. Broek, Het zilt van de passaten. Haarlem: Uitgeverij In de Knipscheer, 2000