Veel liever dan voor personen of partijen zou ik voor standpunten kiezen
Producten kennen een levenscyclus. Dat komt omdat er op een gegeven moment betere alternatieven zijn. Maar als de democratie daadwerkelijk aan het einde van haar levenscyclus is, wat zou dan het betere alternatief zijn?
Dat democratie geen exportartikel is, heeft de recente machtsovername door de Taliban in Afghanistan wel duidelijk gemaakt. 20 jaar lang is het in Afghanistan geprobeerd een rudimentaire democratie op poten te zetten. Maar met het vertrek van de Amerikanen is dat definitief mislukt.
Eigenlijk was allang gebleken dat het met ‘opbouwmissies’ en de ‘Dutch approach’ niks zou worden. Het enige wat de VS in feite in Afghanistan te zoeken hadden, was Al-Qaida. Die hadden met vliegtuigen de Twin Towers en het Pentagon doorboort, en waren met een vierde vliegtuig op weg naar het Witte Huis of Capitool. Osama Bin Laden is echter al in 2011 uitgeschakeld. Al Qaida was toen allang uit Afghanistan verjaagd.
China blijft communistisch
Na de val van de Muur in 1989 zag de toekomst van het Westen er rooskleurig uit. Francis Fukuyama voorspelde het einde van de geschiedenis. Anders dan bij Karl Marx eindigt zijn geschiedenis niet met de communistische heilstaat, maar met de liberale democratie naar westerse snit. De verwachting was dat ook communistisch China zich tot een liberale democratie zou ontwikkelen. Welvaart en democratie zouden zich hand in hand ontwikkelen.
Anno 2021 is evenwel gebleken dat China ondanks een toegenomen welvaart communistisch blijft en ervoor kiest om op basis van informatietechnologie haar bevolking tot op detailniveau te manipuleren.
Afghanistan is nog lang niet zover ontwikkeld als China. Maar het zou mij niet verbazen als ook de Taliban haar aanpak van repressief geweld gaat aanvullen met informatietechnologie, bijvoorbeeld met nepnieuws dat de gewenste islamitische ideologie uitdraagt. Nu al weten ze Joe Biden te overtuigen door met buzzwoorden als ‘inclusief’ aan te sluiten bij het intersectionele gedachtengoed dat sinds Obama het jargon in Democratische kringen in de VS beheerst.
Het Westen lijkt uitgekeken op democratie
Dat de liberale democratie geen aftrek meer vindt in Afghanistan, is een gevoelige nederlaag voor de VS. Wat zichtbaar wordt is dat de VS, ook na Trump, zich steeds meer beperkt tot zichzelf. Het Westen als geheel verliest aan invloed in de wereld.
Maar ook het Westen zelf lijkt uitgekeken op de liberale democratie. In EU-landen zijn partijen die traditioneel gelden als de drager van de liberale democratie op hun retour. Tegelijkertijd leggen juist die partijen steeds minder nadruk op hun liberaal-democratische uitgangspunten.
Cordon sanitaire woont democratie uit
Het thema waarop het de afgelopen 50 jaar mis is gegaan met de liberale democratie is immigratie. Precies op dat thema hebben de politieke gezagdragers in diverse democratieën afstand genomen van wat onder hun burgers wenselijk werd geacht.
In België is de term cordon sanitaire gemunt, maar eigenlijk is een cordon sanitaire ook zichtbaar in andere landen. ‘Sanitair’ betekent zoveel als gezondheid. Beperking van immigratie wordt gezien als een ongezond thema en dient daarom zoveel mogelijk vermeden te worden.
Van liberale naar geleide democratie
Is het thema dan toch populair onder kiezers, dan noemt men dat populisme, waarmee ook weer een ongezonde manier van dingen naar populariteit wordt bedoeld: weliswaar democratisch, maar toch ongezond, dus verwerpelijk.
Moraal gaat dus boven democratie. Als ultiem argument geldt dat de nationaalsocialisten in Duitsland destijds ook op democratische wijze aan de macht zijn gekomen. Democratie is zodoende niet meer heilig. Je kunt dan ook niet meer spreken van een liberale democratie, maar nog slechts van een geleide democratie.
Immigratiestandpunten gaan na verkiezingen de prullenbak in
De bevolking mag nog wel naar de stembus, maar pas nadat de bevolking door de machtsdragers de gewenste richting op gemanoeuvreerd is. Zelfs mag het volk in verkiezingstijd verleid worden met immigratiestandpunten die na de verkiezingen net zo gemakkelijk in de prullenbak verdwijnen. Het is deze geleide vorm van democratie die maakt dat de democratie uitgewoond raakt.
Vervolgens ontstaan er partijen die zich juist op het thema immigratie storten. Die partijen behalen ook behoorlijke verkiezingsresultaten. Maar omdat er met deze partijen slechts sporadisch wordt samengewerkt, moeten ze een meerderheid bemachtigen om hun immigratiestandpunt in beleid omgezet te krijgen.
Met links werd wél driftig samengewerkt
Dat die meerderheid behalen niet lukt, hoeft niet te verbazen. Zelfs links is het in Nederland nooit gelukt om een meerderheid te behalen. Toch zijn veel van hun ideeën ingevoerd. Met links werd namelijk wél driftig samengewerkt. Links is wél salonfähig geworden.
Het is binnen de Nederlandse verhoudingen overigens niet zo dat er nooit is samengewerkt met partijen die minder immigratie propageren. Toen Pim Fortuyn kort voor de verkiezingen vermoord werd, heeft de LPF met twee ministers zitting genomen in het kabinet. Ook heeft de PVV nog deel uitgemaakt van een gedoogconstructie. Zelfs de VVD sprak zich bij monde van Frits Bolkestein uit voor een beteugeling van immigratie.
Charles Michel haalt wit voetje bij EU met het Marrakeshpact
In België heeft het Vlaams Belang, en ook diens voorganger het Vlaams Blok, nooit deel uitgemaakt van welke coalitie dan ook. Wel is de meer gematigde N-VA weten door te dringen tot zelfs de Belgische regering. Frappant is dan wel weer dat de N-VA vervolgens weer in diskrediet is geraakt, juist doordat het zich verzette tegen het zogeheten Marrakeshpact, dat aanstuurt op regulatie van migratiestromen.
De zorg van de N-VA was dat het Marrakeshpact niet zou blijven bij een vrijblijvende intentieverklaring, maar dat slimme juristen zich op het pact zouden gaan beroepen om immigratie wettelijk te verankeren. De toenmalige minister-president Charles Michel heeft het Marrakeshakkoord vervolgens toch ondertekent en daardoor willens en wetens de coalitie opgeblazen.
Daarna waren de politieke verhoudingen in België dermate verziekt dat het bijna 500 dagen heeft geduurd alvorens er een nieuwe coalitie in het zadel zat, dit keer zonder N-VA en met de Vlaamse meerderheid in de minderheid. Bij de EU heeft Michel een wit voetje gehaald door te stellen dat hij met ondertekening van het Marrakeshpact aan de goede kant van de geschiedenis staat. Vervolgens is hij beloond met het presidentschap van de EU.
Met Europese Raad worden nationale parlementen gepasseerd
Het Belgische verhaal maakt duidelijk hoe de politieke hazen lopen tussen de EU en haar lidstaten. Thema’s die niet geschikt worden geacht voor democratische besluitvorming worden op Europees niveau bekokstoofd. De Europese Raad functioneert daarbij als een intergouvernementeel samenwerkingsverband.
Omdat men streeft naar unanimiteit zou je denken dat zo de soevereiniteit van de lidstaten via de Europese Raad gewaarborgd is. In de praktijk valt dat tegen. De Raad wordt namelijk door de afzonderlijke lidstaten gebruikt om het nationale parlement te passeren.
EU schept faits accomplis voor lidstaten
Tijdens de corona-epidemie werd zichtbaar dat diverse Europese landen na zo’n overleg niet alleen met vergelijkbaar beleid op de proppen kwamen, maar voor eenzelfde insteek kozen om dat beleid uit te leggen. Op EU-niveau vindt dus afstemming plaats, van hoe het beleid nationaal aan de man te brengen.
Voordat over zulk beleid dan in de nationale parlementen wordt beslist, is het dus op Europees niveau al een fait accompli. Mijn bezwaar is dus niet enkel dat de EU in democratisch opzicht slechts matig functioneert: de christendemocraten winnen bijvoorbeeld de EU-parlementsverkiezingen met ‘spitzenkandidat’ CSU’er Manfred Weber, om vervolgens CDU’er Ursula von der Leyen tot commissievoorzitster te bombarderen.
Mijn bezwaar is ook dat de EU wordt ingezet om het functioneren van de nationale democratieën te ondermijnen. Mark Rutte is daar grootmeester in. Gevolg van deze strategie is echter dat er cynisme over democratie ontstaat. Je woont daarmee de nationale democratie uit. Daarbij komt dat al heel wat soevereiniteit is overgedragen richting de EU. De nationale democratie heeft dus steeds minder zeggenschap, en daarmee ook de Nederlandse burgers.
EU ondermijnt democratie lidstaten
De intergouvernementele afstemming is overigens niet het eerste mechanisme om de nationale democratieën te ondermijnen. Het had zijn voorloper in neoliberaal beleid.
Neoliberaal in EU-verband houdt in dat aan markten zoveel mogelijk vrij spel wordt gegeven zodat het beleid van de lidstaten afzonderlijk niet meer toepasbaar is. Neoliberalisme leidt zodoende tot uniformering tussen de lidstaten. Je zou kunnen zeggen dat de intergouvernementele afstemming zich tot de politieke variant van het neoliberalisme heeft uitgekristalliseerd.
Als hoogtepunt van neoliberaal beleid kan de invoering van de euro gelden. Inmiddels wordt het als constructiefout gezien dat de euro werd ingevoerd nog voordat er een politieke unie van de grond was gekomen. Vanuit neoliberaal oogpunt bezien is dat echter geen constructiefout, maar een breekijzer om landelijk beleid onmogelijk te maken.
Laatst nog zei Rutte dat zijn grote verdienste een goed draaiende economie was. Wat hij er echter niet bij vertelt, is dat die economie monetair wordt gefinancierd, nu tijdens de coronacrisis met miljarden uit de schatkist, maar ook voordien al met miljarden via de EU en de ECB. Als Nederland op eigen benen zouden staan, zou nooit voor een dergelijk monetair carnaval gekozen zijn.
Fatsoenlijke politieke partijen, bestaan die nog?
Graag zou ik op een fatsoenlijke partij stemmen. Welke partij is vandaag de dag echter als fatsoenlijk te bestempelen? Onlangs nog is het CDA door de hoeven gezakt toen bleek hoe men Pieter Omtzigt op een zijspoor wilde zetten nadat men wel diens voorkeurstemmen had geïncasseerd.
De VVD heeft een lange lijst van schandalen en schandaaltjes, en Mark Rutte is zo vaak betrapt op verdraaiingen van de waarheid en met de wind van de macht meegedraaid dat hij een geloofwaardigheidsprobleem heeft. De democratie zal het daarom geen goed doen als hij weer premier wordt.
De ooit oppermachtige PvdA heeft al jaren geleden haar achterban verraden door Nederland om te bouwen tot een immigratie- en integratiemachine.
GroenLinks overtuigt ook niet met haar nadruk op klimaatbeleid, enerzijds niet omdat het beleid ondersteunt dat ondoelmatig is en averechts uitpakt, anderzijds niet omdat het kernenergie, waaronder ook nog te ontwikkelen thoriumcentrales, categorisch afwijst, terwijl zo juist wel kooldioxide-uitstoot effectief verminderd kan worden.
D66 ontpopt zich steeds meer als partij die lak heeft aan haar eigen democratische kroonjuwelen, en eigenlijk het liefst over de hoofden van de mensen heen zou regeren via internationaal bekokstoofde wetgeving.
Kiezen voor standpunten
Maar betekent het feit dat al deze zichzelf fatsoenlijk wanende politieke partijen door het ijs zakken, dat de democratie als zodanig aan het einde van haar levenscyclus is? En zou dan als alternatief nog enkel manipulatie op zijn Chinees overblijven? Nou nee, zover wil ik niet gaan.
Het feit dat ik het wel een beetje heb gehad met partijdemocratie, betekent niet dat ik het ook heb gehad met democratie als zodanig. Veel liever dan voor personen en partijen zou ik voor standpunten kiezen. Het Oekraïnereferendum ervoer ik alleen al daarom als een verademing.
Als burgers voor standpunten mogen stemmen dan is het ook niet meer zo gemakkelijk voor politici om verkiezingsuitslagen te omzeilen. Dan komt dat immigratievraagstuk na een halve eeuw toch eindelijk eens ordentelijk aan de orde. In Zwitserland bestaat trouwens al een goed functionerend democratisch systeem waarbij burgers zich uitspreken over standpunten.
Kiezen met gezond verstand
Zelf heb ik nog vagelijk herinneringen aan het radioprogramma stand.nl voordat Sven Kockelmann van dat programma een onemanshow maakte. Het programma begon met een gast die een zelfbedachte beleidsstelling verdedigde. Luisteraars werd vervolgens gevraagd of ze het met dat standpunt al dan niet eens waren. Ook kreeg een aantal luisteraars de gelegenheid hun stellingname telefonisch toe te lichten. Aan het einde van het programma werd dan gepeild: hoeveel procent is voor en tegen de stelling?
Niet altijd, maar best wel vaak was de uitslag dan overduidelijk. Voor zover ik me herinner was ik het dan ook met die meerderheid eens. Dan denk ik, blijkbaar bestaat er toch een soort common sense, een gezond-verstandkoers waarop vrij degelijk te varen valt.
Toch waren dat standpunten die niet door het toen zittende kabinet werden vertegenwoordigd. Blijkbaar wordt die koers door de politiek over het hoofd gezien.
In een notendop is het probleem het volgende: Vertegenwoordigende democratie betekent niet dat iemand anders mijn standpunt gaat vertegenwoordigen. Het betekent vooral dat ik iemand anders namens mij een standpunt laat bepalen. Het is als bij wilsonbekwaamheid dat ik mijn beslissingsbevoegdheid uitbesteed.