Liever meisjes in Nigeria naar school dan CO2 in de Noordzee
De bevolking van Afrika ten zuiden van de Sahara kan volgens sommige voorspellingen toenemen van 1,3 miljard nu tot 2,5 miljard in 2050 en 3,8 miljard in 2100. Bijna drie keer zo veel mensen, maar niet meer ruimte. Bijna drie keer zo veel magen te vullen, maar niet meer landbouwgrond, zeker niet wanneer we bomen willen planten om CO2 uit de lucht te halen.
Tegen die achtergrond zijn wij blind, doof en harteloos wanneer wij onze mede-wereldburgers in Nigeria (straks misschien 800 miljoen mensen) opdragen om te stoppen met de exploratie en export van olie (nu 86 procent van de totale export). En we zijn ook zonder enige invloed, want er is geen schijn van kans dat Nigeria luistert naar zo’ wereldvreemd en wreed advies.
Leve het PBL
Twee jaar geleden adviseerden 11 onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) om te wachten met nieuwe, onbewezen technieken om CO2 in zee te begraven en liever te kijken naar assistentie aan arme landen met hun bevolkingsbeleid (blij dat ik hier kan applaudisseren voor medewerkers van het PBL na eerdere kritiek op de zogenaamde ‘nationale kosten’).
Premier Rutte heeft niettemin dit jaar twee miljard subsidie gegeven aan Shell en Exxon om CO2 midden in de Noordzee op te slaan. Bedenk dan dat het totale budget voor onderwijs op de begroting van Nigeria niet meer is dan 1,4 miljard euro. Met de twee miljard voor Shell en Exxon hadden we dat budget dus zes jaar lang met een kwart kunnen verhogen en in lijn brengen met aanbevelingen voor Nigeria van UNICEF.
Meisjes naar school: minder geboorten
Als in Nigeria meer meisjes langer op school blijven, zullen ze later trouwen en niet meer 5 à 6 kinderen krijgen. Ouders kunnen twee kinderen meer aandacht geven dan 5 à 6 en dus zien we over de hele wereld dat later trouwen en kleinere gezinnen de positie van meisjes (en jongens) duurzaam verbetert. Twee miljard euro in de Noordzee is eenmalig en tijdelijk en doet niets om toekomstige emissies te verminderen; diezelfde twee miljard voor beter onderwijs aan Afrikaanse meisjes kan een permanente omslag brengen in de gezinscultuur.
Als inderdaad de bevolking in tropisch Afrika voor het einde van de eeuw stabiliseert door meer onderwijs, later trouwen en kleinere gezinnen is dat allereerst een zegen voor de vrouwen en hun kinderen. Voor het klimaat zijn er effecten in twee richtingen: gunstig is de lagere vraag naar voedsel door de lagere bevolking, en ook de kans om landbouw en veeteelt energie-zuiniger te maken door beter opgeleide boeren en boerinnen. Andersom zal de welvaart per persoon ook meer toenemen (en als fatsoenlijke, ethische mensen moeten wij dat onze Afrikaanse mede-wereldburgers van harte gunnen), maar daarmee ook de vraag naar energie.
Het helpt ook het klimaat
De scenario’s die ik heb gezien – ook die van de PBL-medewerkers – komen tot de slotsom dat in tropisch Afrika de positieve effecten van minder bevolking en minder druk op de landbouw de overhand hebben zodat in totaal de CO2 uitstoot kan dalen. De berekening is onzeker, maar niet onzeker is de morele kant van de zaak.
Meisjes op het platteland in Nigeria trouwen gemiddeld met 16 jaar (en krijgen dan gemiddeld zes kinderen). En toch zijn sommige klimaat-activisten blind voor de ellende van vandaag door een eenzijdige focus op de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer in het jaar 2030. Terecht vraagt Prof Mike Hume www.mikehulme.org: ‘Waarom zouden onze toekomstige generaties moreel hogere eisen aan ons kunnen stellen dan de vernederde en vertrapte slachtoffers van vandaag?’
Het politieke jaartal 2030
De klimaatlobby heeft van ‘ban de bom’ geleerd dat ‘de klok tikt door’, en ‘het is vijf voor twaalf’ het beter doen als leuze dan een abstract cijfer of een percentage. Daarom de politieke – niet wetenschappelijke – beslissing om alle nadruk te leggen op het jaar 2030.
Dat brengt een groot risico met zich mee, namelijk dat we niets van belang merken tijdens de jaarwisseling van 2029 op 2030. Alle tegenstanders van het huidige beleid zullen vragen waarom tientallen miljarden zijn verspild aan ondoordachte ‘Nederland-gidsland’-plannen.
Wilders, Baudet en Eerdmans (of hun opvolgers) zullen voorstellen om daarmee te stoppen en liever de belastingen te verlagen en de benzine goedkoper te maken. Gebeurt er niets bijzonders op 1 januari 2030, dan heeft de klimaat-lobby te vaak ‘pas op voor de grote boze wolf’ geroepen en dat zal een nieuwe reeks voorspellingen van klimaatrampen in 2050 (?) ongeloofwaardig maken.
‘De klimaatklok tikt’ en ‘het is al bijna 2030’ heeft nog een keerzijde. We kunnen wel steeds vragen: ‘Is het al te laat?’, maar dat is veel minder belangrijk dan de ethisch beter gerichte vraag: ‘Voor wie is het te laat’?
Het klimaat wordt niet in Nederland gemaakt
En dan denk ik aan de tieners op het platteland van Nigeria (of ook aan de kinderarbeid in Uttar Pradesh in Noord-India: een miljoen kinderen met arme tienermoeders en meer dan twee miljoen kinderen van 13 jaar of jonger die moeten werken).
De nieuwe klimaat-scenario’s suggereren dat wanneer vrouwen met meer onderwijs later trouwen en dan minder kinderen krijgen er netto zelfs ook nog winst is voor de CO2-uitstoot. Het klimaat en de CO2 zijn een belangrijke zaak; te belangrijk om alleen met één oog te kijken naar dure Nederlandse maatregelen. Liever beide ogen open voor een breed scala van beleid, inclusief steun voor onderwijs en bevolkingspolitiek in arme landen.