Schaft Rutte echt ‘de polder’ af? Hooguit een beetje.

Doekle Terpstra voorzitter februari 2019
Doekle Terpstra, polderlobbyïst (nu van de installateurs).

Het leek er niet in te zitten. Iedereen vond Rutte’s ‘radicale voorstellen’ voor een nieuwe bestuurscultuur slappe thee. Maar nu is er toch eindelijk iemand opgestaan die ze wel radicaal vindt.

Doekle Terpstra.

Dat is niet zo maar iemand. Op dit moment is hij voorzitter van Techniek Nederland, het voormalige UNETO-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel. Eerder was hij voorzitter van het CNV, voorzitter van de HBO-raad, voorzitter van Hogeschool Inholland, voorzitter van de KNSB, commissaris hier, toezichthouder daar – teveel om op te noemen.

Een Nederlands bestuurder, noemt hij zichzelf. Ik voeg eraan toe, specialisatie: de polder. Een man geschapen voor het dealen en wheelen  op het maatschappelijk middenveld.

Anders dan veel van zijn collega’s mijdt Terpstra het licht van de publiciteit niet. Hij heeft veel standpunten en die komen er ook allemaal uit, in de rechthoekige zinnen waarop calvinisten van Friese herkomst het patent hebben. Hans de Boer, de onlangs overleden baas van VNONCW, had dat ook.

Ik vind dat mooi.

Eerst de politiek, dan de polder

Doekle Terpstra vindt de plannen van Rutte wél radicaal, veel te radicaal zelfs. ‘Rutte zet de polder bij het vuil’, was zijn stelling.

Dat is wat veel gezegd, maar inderdaad wil Rutte voortaan geen polderakkoorden meer zonder dat Kamer en kabinet vooraf de contouren hebben vastgesteld. Eerst de politiek, dan de polder.

Dat is een breuk met het verleden en niet zo maar eentje. De onderhandelingsvrijheid in de polder wordt als Rutte zijn zin krijgt, stevig ingeperkt.

Tot op heden had men slechts van doen met het kabinet dat zich beperkte tot enkele, meestal financiële kaders en een tijdslijn. Gebruikelijk was dat als partijen tot een akkoord waren gekomen, dit als een voldongen en te bewonderen feit aan de Kamer voor te leggen. Die schikte zich, complimenteerde kabinet en polder en ging over tot de orde van de dag.

Niet het dagelijkse gepolder

Let op, we praten hier over beleidsontwikkeling en niet over het reguliere overleg dat dagelijks plaatsvindt op het maatschappelijk middenveld. Overleg over lopende zaken in het onderwijs met clubs als de VSNU, de PO-raad en de VO-raad. Of overleg over de zorg, land- en tuinbouw, milieu, cao’s et cetera. Daar heeft Rutte het niet over en – neem ik aan – Terpstra ook niet. Dit gepolder gaat gewoon door en dan heb je het over heel veel overleg tussen heel veel mensen.

In de afgelopen jaren is de polder op het vlak van de beleidsontwikkeling steeds machtiger geworden. Rutte hield inhoudelijke en controversiële discussies graag buiten de Kamer en besteedde ze daarom uit aan polderaars. Dat konden de habituele overlegpartijen zijn zoals werkgevers en werknemers, maar ook anderen die speciaal werden gerekruteerd om beleid te maken.

Klimaatakkoord

Zo werd onder leiding van VVD-minister Eric Wiebes en VVD-mastodont Ed Nijpels een construct opgetuigd dat zijn weerga niet kent: de klimaattafels waar een grote, maar desalniettemin zeer selecte groep van milieuorganisaties en zakelijk belanghebbenden een omvattend en zeer ingrijpend Klimaatakkoord in elkaar sleutelden, met enorme subsidiepotten binnen handbereik.

Doekle Terpstra was een van de grote mannen in dit spel. Hij zat erbij en heeft zich niet verzet toen de dames en heren besloten de boel onderling te regelen. Andersdenkenden, laat staan critici werden geweerd: dat zou het sluiten van een akkoord alleen maar vertragen, ik vat de visie van Nijpels even samen.

Ook de voorstanders van kernenergie werden buiten de deur gehouden. De milieuclubs zijn panisch voor kernenergie en de zakenmensen hadden weinig zin om de subsidies met anderen te delen. Zo verenig je het onverenigbare.

En de burgers? Die hadden al helemaal niets te zoeken aan de klimaattafels. Zelfs de deelnemers, de agenda’s en de verslagen bleven geheim. En kom niet aan met die burgerpanels, dat is een extraparlementair doekje voor het bloeden.

Toen het akkoord gesloten was, werd het door een juichend kabinet naar de Kamer gebracht. Kijk ons eens en meer van dat getoeter. De Kamer wist wat ‘ie moest doen en zei ja. De ene flank omdat ze tot de coalitie behoorde, de ander omdat ze links en dus voor de redding van de planeet is.

Polder werd te machtig

Als dit de polder is waar Terpstra zo van opgeeft, dan ben ik blij dat dit voorbij is. Het is de polder die zich losmaakte van de samenleving en de politiek. Het is de polder die een greep in de portemonnee van de burgers deed. Het is de polder die ons land opzadelde met windturbines, zonneparken en biomassacentrales die zowel ineffectief als milieuvervuilend zijn. Het is de polder die de verhouding tussen burgers en overheid polariseerde. Het is de polder die zichzelf fêteerde en de samenleving liet barsten.

Het is echt naïef om te denken dat dit geen terugslag zou hebben.

Dat had Terpstra kunnen voorzien of althans in zijn kritiek op de plannen van Rutte kunnen erkennen. Niemand ontkent het nut van het maatschappelijk middenveld. Ook niet bij beleidsontwikkeling. Maar dit is volkomen uit de hand gelopen.

Rutte komt met een terechte correctie en het is flauw om dan te zeggen dat hij de polder bij het vuil zet.

Toch heb ik sympathie voor Doekle Terpstra. Hij laat tenminste van zich horen. Dat doen die andere toppolderaars niet. Die denken vast: ‘De plannen van Rutte gaan toch niet door. Kijk maar naar informateur Hamer. Ze nodigt ons gewoon uit om het nieuwe regeerakkoord in elkaar te helpen zetten. Business as usual.’