Aziaten hebben een hoger IQ dan blanken. Racisme!

photo_2021-04-16_16-05-53
In de Verenigde Staten worden al enige tijd protesten tegen anti-Aziatisch racisme gehouden. In Amsterdam gebeurde dat onlangs ook.

In 1931 verscheen Hundert autoren gegen Einstein, een boek waarin Duitse wetenschappers te hoop liepen tegen de ontaarde, joodse natuurkunde van Albert Einstein. Einstein was niet onder de indruk van deze publicatie, en merkte droogjes op: ‘Als ze echt een punt hadden, was één auteur wel genoeg geweest.’

Fast forward naar augustus 2014. Toen drukte de New York Times een open brief af, ondertekend door 139 wetenschappers, die te hoop liepen tegen A Troublesome Inheritance van wetenschapsjournalist Nicholas Wade. Ze noemden het boek ‘grondig fout, misleidend en gevaarlijk’. Anders dan Einstein, beweerde Wade iets dat toen vooral in het Amerikaanse campusmilieu wereldschokkend was, namelijk dat menselijke rassen wel degelijk bestaan, en dat ze niet precies hetzelfde zijn.

Hoe ras een construct werd

In het Amerikaanse academische milieu kunnen verschillen tussen rassen niet bestaan, simpelweg omdat ‘ras’ niet bestaat: ras is een ‘sociaal construct’ zonder fysieke basis. Ras krijgt zo een zelfde politiek correcte demotie als sekse: dat is vervangen door het sociale construct gender. Er is geen biologisch verschil tussen man en vrouw, anders dan triviale, anatomische verschillen in geslachtsorganen.    

Zoals die dingen gaan, zijn we anno 2021 ook in Nederland zover dat over ras geen gesprek meer mogelijk is. Aan de vaderlandse talkshowtafels hoef je alleen nog maar te roepen ‘Appjes over ras en IQ!’ om elke discussie over een partij als Forum voor Democratie af te kappen.

Nu geloof ik best dat in die partij puberale klojo’s rondhangen die graag provoceren, en die niet weten waar ze het over hebben. Maar niets wat in die talkshows ter tafel komt, wekt de indruk dat de presentatoren of andere gasten er wel iets vanaf weten. Als je niet door de weldenkenden gecancelled wilt worden, moet je er ook niets van willen weten, zo brandgevaarlijk is het onderwerp geworden. 

Aan hondenrassen worden wel onbekommerd karaktereigenschappen en verschillen in intelligentie toegeschreven. Toch zijn al die rassen, van Pekinees tot Deense dog, ontsproten aan een gemeenschappelijke voorouder, de wolf, die pas 13.000 jaar geleden gedomesticeerd is. Op vergelijkbare wijze stammen alle moderne mensen buiten Afrika af van een relatief kleine groep voorouders die minstens 100.000 jaar geleden vanuit Afrika over de hele wereld uitwaaierde.

Bij dat uitwaaieren naar Europa, Azië, Amerika en Australië raakten die groepen genetisch vrijwel volledig van elkaar geïsoleerd, levend in verschillende ecosystemen, en dat bleef tienduizenden jaren lang zo. Het is dan evolutionair onvermijdelijk dat die groepen genetisch uit elkaar drijven. Als het gaat om uiterlijk, is dat evident: we kunnen autochtone Europeanen, Chinezen, Australische Aboriginals en zwarte Afrikanen perfect van elkaar onderscheiden.

Het antiracistische dogma is nu, dat deze evolutionair gegroeide verschillen niet dieper gaan dan de huid: in wezen zou een Afrikaan gewoon een Chinees met een zwarte huid zijn, en vice versa. Eén blik op het verschil in lichaamsbouw en sportprestaties maakt al duidelijk hoe onhoudbaar dit is.

In Olympische sprintfinales starten al decennia lang bijna alleen maar lopers van West-Afrikaanse origine; daarentegen lopen in de kopgroep van Olympische marathons bijna alleen maar Oost-Afrikanen – de Chinese dominantie bij pingpong is wellicht minder genetisch bepaald.  

Dit is voor de anti-racisme dogmatici al een lastig ding, maar die maken dan een terugtrekkende beweging naar de binnenrand van de schedel: precies daar moet alle evolutie tot stilstand gekomen zijn toen Homo Sapiens uit Afrika uitwaaierde, zodat menselijke hersenen overal op aarde in wezen hetzelfde zijn.

In feite is er geen reden om in zo’n firewall tussen lichaam en brein te geloven. Als twee populaties mensen een paar duizend generaties lang een gescheiden ontwikkeling doormaken, in een verschillend milieu, met verschillende ziektes, bedreigingen, kansen en samenlevingsvormen, dan evolueert het hele pakket genen in onderlinge wisselwerking op een unieke manier.

Het is daarom bijna onvermijdelijk dat rassen genetisch ook in IQ verschillen.

Als je simpelweg kijkt naar de gemiddelde scores op IQ-tests, dan scoren Europeanen en blanke Amerikanen 100 (want zo is de test genormeerd), Oost-Aziaten 105, maar Afro-Amerikanen 90 (er is geen betrouwbare inventarisatie van het gemiddelde IQ in Afrika).

Dus hoewel IQ-tests in Europa verzonnen zijn, en geënt op de Europese cultuur, verslaan Oost-Aziaten ons in deze tak van sport. Ter verklaring van de achterstand van Afro-Amerikanen wordt altijd aangevoerd dat ze sociaal-economisch op achterstand staan ten opzichte van blanken in de VS; hetzelfde horen we echter nooit om de IQ-achterstand van blanken op Aziaten te verklaren. De verschillen in de gemiddelde SAT-scores (de toelatingsexamens voor universiteiten in de VS) zijn nog iets groter: Aziatische Amerikanen 1223, blanken 1123, hispanics 990 en Afro-Amerikanen 946.

Ligt het aangeboren, of is het de armoede?

Pragmatici geven grif toe dat kansarm opgroeien niet gunstig is voor je IQ- en SAT-score, maar welk deel van de achterstand van Afro-Amerikanen moet je daar aan toeschrijven? Dat weten we niet; nader onderzoek is wellicht nodig. De dogmatici zeggen echter: er mag geen verschil in IQ tussen rassen zijn, dus die achterstand moet volledig te wijten zijn aan sociaal-economische factoren. Dogmatici zouden onderzoek daarnaar liefst verbieden, wat ze ook grotendeels gelukt is, want het ‘verkeerde’ resultaat, namelijk dat  er een genetisch bepaald verschil in IQ bestaat tussen rassen, zou racisme legitimeren. Werkelijk?

Racisten hebben helemaal geen inferioriteitsargument nodig. Anti-semieten haten joden juist omdat ze te succesvol zouden zijn, te sluw, steenrijk en achter de schermen aan de touwtjes trekkend. Die honderd auteurs waren tegen Einstein omdat die jood in z’n eentje de hele natuurkunde op z’n kop gezet had en daarmee wereldberoemd geworden was.

In A troublesome inheritance wijst Wade er op, dat joden als groep inderdaad een uitzonderlijk hoog IQ hebben, wat zich ook uitbetaalt: joden vormen 0,2 %  van de wereldbevolking, maar wonnen 14% van alle Nobelprijzen in de eerste helft van de 20ste eeuw, en 29% van de Nobelprijzen in de tweede helft. En dit, ondanks het feit dat ze historisch tot de meest genadeloos vervolgde ethnische minderheden behoren.

Wie geen racist wil zijn, heeft het geloofsargument dat ras slechts een sociaal construct is niet nodig, noch het geloof dat wat een IQ-test meet, egaal over al die sociale constructen is uitgestrooid. Het enige wat je als anti-racist hoeft te doen, is mensen als individu beoordelen op relevante kwaliteiten. Binnen alle rassen bestaat zoveel variatie, dat het groepsgemiddelde IQ vrijwel niets zegt over een individu

Maar dat is nu net wat de inclusiviteitsdogmatici in de VS niet doen. De toelating tot prestigieuze universiteiten, zoals Harvard, wordt voor de bovengemiddeld presterende Aziatische Amerikanen steeds moeilijker gemaakt, terwijl Afro-Amerikanen steeds makkelijker binnenkomen. De criteria voor toelating zijn namelijk een mistige, subjectieve combinatie van de SAT-score, een sociale achterstandsindex en persoonlijke kwaliteiten die via een sollicitatie-gesprek worden beoordeeld. Statistisch blijkt, dat Aziatische Amerikanen op Harvard van alle rassen de laagste toelatingskans hebben, ondanks dat ze het hoogst scoren op objectieve criteria als de SAT. Voor Afro-Amerikanen geldt precies het omgekeerde. Daar worden door een belangenorganisatie van Aziatische Amerikanen inmiddels processen over gevoerd, maar tot nu toe hebben de rechters dit dubieuze diversiteitsbeleid toegelaten. En nu maar afwachten, welk deel van die problematische erfenis gaat overwaaien naar Europa