De vele voordelen van thuiswerken
Sinds het begin van de coronapandemie in maart vorig jaar ben ik niet meer dan een handvol keren op mijn werk geweest. In september, toen de coronamaatregelen tijdelijk versoepeld waren heb ik drie keer een hoorcollege gegeven op de universiteit. Vanwege de beperkende maatregelen mochten van de 80 studenten er steeds slechts 20 aanwezig zijn bij het college, de rest volgde het college via de livestream.
Tijdens het eerste college waren er van de 20 studenten 5 aanwezig, de tweede keer 3 en de derde keer kwam er niemand meer. Sommige studenten vonden het gewoon makkelijker om de colleges via de livestream te volgen, een deel van de buitenlandse studenten waren door de pandemie in hun land van herkomst gebleven en er waren ook studenten die bang waren besmet te raken en om die reden niet naar de universiteit kwamen. De rest van de colleges heb ik daarna maar online gegeven vanuit huis.
Komt er wel een toestroom?
De behoefte van studenten om naar de universiteit te komen is kennelijk minder groot dan door studentenvertegenwoordigers en universiteitsbestuurders wordt voorgesteld. Als studenten, zoals nu het plan is, vanaf 28 april een dag per week naar de universiteit mogen komen, zal dat waarschijnlijk niet tot een grote toestroom van studenten leiden.
Ook als het hoger onderwijs eind april weer deels open zou gaan, blijf ik voornamelijk thuis werken. Thuiswerken heeft veel voordelen. Thuiswerken is goed voor de productiviteit en het milieu. Ik verspil geen tijd meer aan het reizen van en naar mijn werk. Een deel van de tijd die ik zo win, gebruik ik om deze artikelen te schrijven.
Wereldwijd college geven
In de afgelopen maanden heb ik colleges gegeven in Baku, Kiev, Genève en Winterthur en steeds was ik niet alleen voor het eten weer thuis en kon ik na twee uur college te hebben gegeven weer ander werk gaan doen. Door lezingen online te geven worden veel – vaak overbodige – vliegreizen bespaard. Door het thuiswerken is het ook minder druk op de weg en in het openbaar vervoer. Allemaal goed voor het milieu.
Thuiswerken bespaart ook op dure kantoorruimte. Ik ben wel bevoorrecht doordat ik een ruim huis heb en ik ongestoord kan werken. Voor werkenden die kleiner behuisd zijn, zijn de voordelen van thuiswerken ongetwijfeld minder groot. Zij gaan wellicht liever naar kantoor toe. Maar als werkenden die dat willen en kunnen vaker thuis werken, kunnen veel saaie en geestdodende kantoorgebouwen een andere bestemming krijgen.
Voor velen heeft thuiswerken een positieve invloed op het welzijn. Ook voor mij. Doordat ik veel minder hoef te reizen vanwege de lockdown maatregelen voel ik me meer uitgerust dan voorheen. Niet meer ‘s ochtends vroeg op of ‘s avonds laat thuis vanwege vergaderingen en bijeenkomsten in de Randstad of in het buitenland.
Ik geef toe, dit geldt niet voor iedereen. Sommigen zien thuis de muren op zich afkomen of hebben geen rustige plek om te werken en verlangen ernaar weer naar de kantoortuin in het kantoorgebouw aan de snelweg te mogen gaan. Soms eisen werkgevers dat een werknemer naar kantoor komt.
Goedkoper, beter voor milieu en files
Thuiswerken bespaart kosten, is goed voor het milieu en vermindert de drukte in het verkeer en het openbaar vervoer. Om die redenen is stimulering van thuiswerken verstandig. Om de combinatie van betaald werk en gezinszaken te vergemakkelijken heeft de overheid twintig jaar geleden werknemers het recht op deeltijdwerk gegeven. Zo iets zou ook voor thuiswerken aan te raden zijn. Naast een recht op deeltijdwerk zou er ook een recht op thuiswerken moeten komen.
Thuiswerken verhoogt de productiviteit. Dit geldt zeker voor het hoger onderwijs waar thuiswerken tot de grootste onderwijsvernieuwing van de afgelopen dertig jaar heeft geleid. Meer dan dertig jaar deed ik min of meer hetzelfde. Ik stond voor een collegezaal, vertelde twee uur lang – ondersteund door lichtbeelden met plaatjes en wat tekst – wat over een onderwerp waar ik een beetje verstand van heb.
Dit gebrek aan productiviteitsgroei is typerend voor het onderwijs en verklaart waarom, ondanks dat de uitgaven aan onderwijs toenemen, de kwaliteit van onderwijs achteruit gaat. De salarissen van werkenden in het onderwijs stijgen mee met die in de marktsector, maar doordat de productiviteitsgroei gering of nihil is, wordt de toename van de loonkosten opgevangen door op de kwaliteit van onderwijs te bezuinigen.
Een kleine revolutie
Het thuiswerken heeft tot een kleine revolutie in het digitaal onderwijs geleid. Wat eerst heel moeizaam ging, ging door de pandemie opeens heel snel. Wie herinnert zich de MOOCs nog? De Massive Open Online Courses. Een paar jaar geleden dachten velen dat gratis MOOCs het hoger onderwijs ingrijpend zouden veranderen.
Toenmalig minister Jet Bussemaker jubelde in De Wereld Draait Door: ‘Dit is echt een revolutie die het onderwijs voorgoed zal veranderen’. De Nederlandse universiteiten wilden niet aan de verkeerde kant van deze revolutie terecht komen en verspilden veel geld aan het maken van MOOCs. Daarna hebben we weinig meer van MOOCs vernomen. Deze revolutie is een stille dood gestorven. Tot de coronacrisis uitbrak, studenten en medewerkers uit de universiteitsgebouwen werden verbannen en het onderwijs online ging.
Gewoon, met Powerpoint
Zelf doe ik er inmiddels enthousiast aan mee. In mijn werkkamer neem ik videocolleges op. Niet op de geldverslindende manier als bij de MOOCs, maar heel simpel en goedkoop met de opnamefunctie van PowerPoint. Nadat de studenten de video hebben bekeken, hou ik een Zoom-bijeenkomst om vragen te beantwoorden en in discussie te gaan.
Dat werkt goed. Studenten kunnen meer reflecteren op de inhoud van het hoorcollege en stellen daardoor meer vragen. Door videocolleges te combineren met discussiebijeenkomsten waar studenten vragen kunnen stellen, verbetert de kwaliteit van onderwijs.
Waarom lukten de MOOCs niet en het online leren nu wel? De noodzaak speelt een belangrijke rol. In de publieke sector – zoals het onderwijs en de gezondheidszorg – waar de concurrentieprikkel grotendeels ontbreekt, komen echte veranderingen alleen tot stand als het echt niet anders kan. Visionaire plannen die van bovenaf worden opgelegd – zoals gratis en massaal online onderwijs – zijn vrijwel altijd gedoemd te mislukken.
Als ‘professionals’ het nut er van niet inzien en het te veel tijd en moeite vinden om zich de nieuwe kennis en vaardigheden hiervoor eigen te maken, gebeurt er niets. Kleine en behapbare aanpassingen – PowerPoint met voice over en een Zoom meeting – hebben veel grotere kans van slagen, maar alleen als het niet anders kan.
Het revolutionaire van het online leren zit er in dat de opgenomen colleges meerdere malen gebruikt kunnen worden. Ik hoef niet elk jaar weer hetzelfde verhaal met wat kleine aanpassingen te vertellen. Dit zorgt voor productiviteitsgroei, want de tijd die ik anders zou besteden aan het geven van een hoorcollege kan ik nu andere dingen doen, zoals het geven van feedback aan studenten.
Digitalisering maakt het onderwijs beter
De digitalisering van het onderwijs leidt nog op een andere manier tot betere kwaliteit onderwijs. Als een hoogleraar van een andere universiteit beter college geeft dan ik, zouden we videocolleges van deze hoogleraar kunnen gebruiken. Studenten kunnen ook korte video’s met uitleg over bepaalde onderwerpen bekijken. Dit grotere aanbod en de mogelijkheid de colleges van de beste hoogleraren te gebruiken dragen ook bij aan verbetering van de kwaliteit van het hoger onderwijs. En het mooie is dat deze kwaliteitsverbetering helemaal niet veel meer hoeft te kosten.
Door efficiënter om te gaan met onderwijstijd en colleges op video op te nemen en meer tijd voor vragen en discussie in te ruimen, kan met hetzelfde geld de kwaliteit van onderwijs worden verbeterd. De miljard euro die nu door de belangenvereniging van universiteitsbestuurders wordt gevraagd om de kwaliteit van het hoger onderwijs te verbeteren zijn grotendeels onnodig als het onderwijs efficiënter wordt ingericht.