Ook de burgerpanels van de commissie-Brenninkmeijer kunnen falend klimaatbeleid niet redden
Dinsdag bracht de commissie Brenninkmeijer aan de regering advies uit over ‘burgerpanels’ in het klimaatbeleid, die in het advies ‘burgerfora’ worden genoemd. Zoals verwacht, luidt het advies dat ‘burgerfora een krachtige aanvulling vormen op bestaande vormen van burgerparticipatie en inspraak.’ Burgerpanels kunnen het falende klimaatbeleid echter niet redden en zullen slechts aanleiding geven tot onnodig NIMBYism (niet-in-mijn-achtertuin-denken).
De kleur van de windmolen
Burgerpanels zijn geen nieuw idee en staan al enige tijd op het verlanglijstje van de klimaatbeweging. Ed Nijpels, voorzitter van het voortgangsoverleg Klimaatakkoord, brak vorig jaar een lans voor dergelijke panels. Burgerpanels, aldus Nijpels, zouden het instrument zijn om de groeiende weerstand tegen windmolens en zonneparken te doorbreken. Want burgerpanels zouden het vertrouwen tussen de overheid en de burger herstellen.
Net als Nijpels is Brenninkmeijer ook positief: ‘In mijn werk als ombudsman heb ik geleerd dat verreweg de meeste mensen het vooral belangrijk vinden dat ze betrokken worden. Dat ze zich gehoord voelen.’ ‘Gehoord voelen’ wil uiteraard niet zeggen dat de burgers het beleid daadwerkelijk zullen kunnen beïnvloeden. De commissie realiseert zich dat hier het grote probleem ligt, maar komt niet verder dan op te merken dat ‘er meer te kiezen moet zijn voor de deelnemers dan de kleur van de windmolen’. Hoeveel meer blijft in het midden.
Dekking van ondemocratisch beleid
Met het advies van de commissie Brenninkmeijer lijken burgerpanels een belangrijk onderdeel te gaan worden van de nationale verkoop van Europees klimaatbeleid. Die relatie heeft Nijpels ook al gelegd. Tegelijk met het verschijnen van het advies van de commissie Brenninkmeijer gaf Nijpels ongevraagd aan de politiek het advies om ‘al in de formatie een helder nieuw klimaatdoel’ te stellen. Zoals Nijpels uitlegde, ‘onze uitstoot van broeikasgassen moet in 2030 55% lager liggen, in lijn met het nieuwe EU-gemiddelde’.
Dat betekent volgens de huidige klimaatdogma’s niet vol inzetten op kernenergie, dat, zoals een studie onlangs aantoonde, de goedkoopste, betrouwbaarste en minst belastende ‘klimaatneutrale’ energievoorziening is. Het zal vooral betekenen nog meer windmolens, zonneparken, biomassacentrales en ‘van het gas los’. Het burgerpanel wordt gezien als de onmisbare schakel om het gebrek aan democratie te compenseren bij de totstandkoming van het klimaatbeleid in internationaal verband en bij de EU in Brussel.
Experts burgerparticipatie pleiten voor burgerparticipatie
Democratische legitimatie is ook wat het advies van de commissie Brenninkmeijer behelst. In het rapport met de titel Betrokken bij klimaat – Burgerfora aanbevolen stelt de commissie dat het burgerpanel ‘de potentie heeft om burgers beter te betrekken bij het vormgeven en uitvoeren van klimaatbeleid in Nederland, en zo een waardevolle bijdrage aan onze democratie kan zijn.’ Aan bepaalde ‘randvoorwaarden’ zal volgens de commissie voldaan moeten worden, zoals de eis dat het juiste vraagstuk wordt geselecteerd en dat het panel plaatsvindt op een moment dat de politiek er ‘iets mee kan in hun besluit’. Deze voorwaarden zouden van ‘grote invloed’ zijn op de effectiviteit en effecten van een burgerpanel.
Volgens het rapport was de commissie samengesteld uit ‘academici en praktijkdeskundigen’ op het terrein van ‘deliberatieve democratie, maatschappelijke dialoog en burgerparticipatie’, maar ook vertegenwoordigers van het Centraal Planbureau en het Nationale Programma Regionale Energiestrategie waren van de partij, alsmede de voorzitter van de jonge klimaatbeweging, ‘de stem van jongeren in het klimaatdebat’. Dat een aldus samengestelde commissie burgerpanels van harte aanbeveelt, is uiteraard geen verrassing. Wanneer je experts op het vlak van ‘burgerparticipatie’ advies laat geven, kun je moeilijk verwachten dat die experts burgerpanels zullen afraden.
Critici van het klimaatbeleid zijn niet welkom
Anderzijds waren breder georiënteerde deskundigen en kritische stemmen in de commissie niet vertegenwoordigd. Met name critici van het huidige klimaatbeleid waren bij de commissie niet welkom. Zo mocht de organisatie Nederwind, die 75 lokale ‘antiwindmolengroepen’ vertegenwoordigt, ondanks aandringen en een brief aan de verantwoordelijke minister, geen plaats nemen in de commissie.
De eenzijdige, conformistische samenstelling van de commissie is geen goed voorbeeld voor de burgerpanels. Gevreesd moet worden dat deze werkwijze representatief zal blijken te zijn voor de burgerpanels zelf. Want het argument zal gemaakt worden dat fundamentele kritiek, naast ‘niet constructief’, bovendien niet toepasselijk is op het niveau van de burgerpanels die vooral naar de regionale of lokale uitvoering van het beleid moeten kijken.
Zelfs het Klimaatakkoord krijgt democratische legitimiteit
Opmerkelijk is dat het advies van de commissie niet alleen de loftrompet steekt over burgerpanels, maar ook lovende woorden over heeft voor de wijze waarop het Klimaatakkoord van Nijpels tot stand kwam. ‘Aan de overlegtafels van het Klimaatakkoord zat een aantal organisaties die belangen van burgers en ‘civil society’ vertegenwoordigen, zoals de Natuur- en Milieufederaties en Vereniging Eigen Huis. Hiermee was een gedeelte van de belangen van burgers vertegenwoordigd’, zo luidt het.
Ongevraagd geeft de commissie zo zelfs aan het Klimaatakkoord de nodige democratische legitimiteit. Afgezien van een kleine kanttekening bij de mate van burgerparticipatie, spreekt de commissie een gunstig oordeel uit over de totstandkoming van dit akkoord.
Burgerpanels geven legitimiteit aan dubieus beleid
In overeenstemming met de binnen de groep van ‘burgerlijke participatie’-kringen heersende opvattingen, zingt de commissie niet uitsluitend de lofzang van burgerpanels, maar wijst zij ook op risico’s en nadelen. Burgerparticipatie kost tijd en geld en kan leiden tot teleurstelling bij burgers en verlies aan effectiviteit bij de overheid en niet iedere vorm van participatie leidt tot meer vertrouwen bij een breder publiek, zegt het rapport. Maar het grootste risico van burgerpanels komt in het advies slechts ter zijde aan de orde – dat de burgerpanels slechts ten doel zullen hebben om dubieus beleid te legitimeren.
Zoals het advies signaleert, wil Nijpels met zijn Klimaatakkoord ‘meer draagvlak voor het Nederlandse klimaatbeleid’ creëren. Dat doel verdraagt zich slecht met werkelijke inspraak en invloed, behalve waar het gaat om details van implementatie. Daarom zegt de commissie dat de leidende motivatie om een burgerforum in te zetten niet moet zijn om draagvlak te creëren, maar om burgers een stem te geven en tot beter beleid te komen. De commissie laat gemakshalve echter in het midden hoe dit gegarandeerd zou kunnen worden en welke invloed burgers minimaal zouden moeten hebben.
NIMBY-isme
De burgerpanels zullen dus niet over de inhoud van het klimaatbeleid mogen adviseren. Slechts over de lokale uitvoering worden zij geacht zich uit te spreken – bijvoorbeeld over de vraag ‘waar moeten die 16 windmolens komen?’ De burgers die in het gebied wonen dat in aanmerking komt, zullen daarover waarschijnlijk een uitgesproken mening hebben, want wie heeft nu graag 16 windmolens in zijn achtertuin?
In het Engels spreekt men van ‘NIMBYism’, het verschijnsel dat burgers ontsierende, ongezonde, lawaaierige, belastende of verontreinigende activiteiten niet in hun buurt willen hebben (‘niet in mijn achtertuin’). Windmolens en zonneparken zullen vanwege hun onaantrekkelijke eigenschappen sterk aan NIMBYisme onderhevig zijn.
Het advies zwijgt over dit probleem in alle talen, maar het ligt in de lijn der verwachting dat burgerpanels voornamelijk gebruikt zullen worden om ongewenste projecten zoals windmolens, uit een gebied te weren. Zoals gewoonlijk, zal dat alleen degenen met de beste politieke connecties en de beste strategie lukken.
Zo schrapte de gemeente Amsterdam na goed georganiseerde protesten onlangs de plannen voor windturbines rond IJburg. Naast protesteren kunnen dit soort actiegroepen zich straks ook van burgerpanels gaan bedienen om hun zelfzuchtige doeleinden te verwezenlijken.
Zwartepieten voor gevorderden
Het bespelen van de burgerpanels zal een soort ‘zwartepieten voor gevorderden’ worden. Omdat wind- en zonne-energie een lage energiedichtheid hebben, zijn er grote aantallen windmolens en zonneparken nodig om alle Nederlandse burgers en bedrijven van stroom te voorzien. Heel veel burgers zullen er dus aan moeten geloven en met deze belastende projecten in hun buurt opgezadeld worden. Ook beschermde natuurgebieden zullen zwaar moeten inleveren, zoals overheden nu erkennen.
Het burgerpanel zal de standaardmethode worden om het klimaatbeleid uit te voeren en de zwarte piet bij de niet goed georganiseerde burgers te leggen. Zij die niet in de panels vertegenwoordigd zijn, bijvoorbeeld omdat ze geen tijd en geld hebben om mee te doen, zullen moeten leren leven met windmolens en zonneparken in hun achtertuin. Dat is de nieuwe participatoire klimaatdemocratie.
Falend beleid
De commissie Brenninkmeijer heeft er geen blijk van gegeven bijzaken van hoofdzaken te kunnen onderscheiden. Door zich strikt aan de eigen opdracht te houden, kon zij alle heikele vragen over het klimaatbeleid zelf vermijden. Klimaatbeleid moet betrouwbaar en standvastig zijn, zeggen de klimaatbeleidsmakers, zodat investeerders zekerheid hebben voor de lange termijn; wijzigingen zouden daarom niet gemaakt kunnen worden.
Daar staat echter tegenover dat falend beleid zo snel mogelijk moet worden omgegooid, niet gerekt door middel van procedurele gimmicks als burgerpanels. Het besef dat dit beleid volstrekt inadequaat is, begint inmiddels langzamerhand in bredere kring door te dringen.
Het kappen van bossen voor biomassacentrales ligt al lang onder vuur. De onbetrouwbaarheid van hernieuwbare energie en het enorme ruimtebeslag, de hoge kosten en de vele nadelen ervan, worden steeds meer onderkend. En het Nederlandse gasverbod wordt nu ook in Brussel ter discussie gesteld. De fundamenten van het Europese klimaatbeleid zijn niet langer onaantastbaar, zo lijkt het.
Beleidswijziging, geen beleidsuitvoering met burgerpanels
De door Brenninkmeijer geprezen burgerpanels zijn geen panacee voor het falende klimaatbeleid. Het probleem is namelijk niet dat bij de uitvoering van dat beleid meer inspraak gewenst is. Het probleem is dat het beleid zelf grondig op de schop moet.
Halsstarrig vasthouden aan iets dat niet werkt, is misschien nuttig om politiek gezichtsverlies te voorkomen en de gevestigde belangen te dienen, maar heeft slechts een beperkte houdbaarheidsdatum. Het klimaatbeleid heeft een transitie nodig, zoals twee Europese parlementariërs onlangs zeiden, een transitie van dogma’s en ideologie naar feiten, getallen en rationaliteit.
De nieuwste hype van de burgerpanels stelt die transitie slechts uit. Wynia heeft gelijk waar hij zegt dat Brenninkmeijer zich heeft laten misbruiken. Met de schijndemocratie van burgerpanels kun je het fundamentele probleem van irrationeel klimaatbeleid niet oplossen.
Wynia’s Week volgt de onnavolgbare ontwikkelingen rond het Nederlandse klimaatbeleid op de voet. Steunt u deze broodnodige berichtgeving? Graag! Donateur worden kan HIER.