Steven Pinker en de verlinksing van de universiteit

Steven_Pinker_zpkcEoj.width-800
Steven Pinker

Wie zijn boek opent met de opmerking dat intellectuelen de vooruitgang haten maakt zich niet direct geliefd in academia. Bovendien, de intellectuelen die zich ‘progressief’ noemen zijn nog erger, ze hebben echt de pest aan vooruitgang.

Niet dat ze met een ganzenveer schrijven, zo schrijft Steven Pinker in zijn Enlightenment Now (2018) – in het Nederlands vertaald als ‘Verlichting nu’ – maar het idee van vooruitgang ergert de ‘chattering class’, het idee dat door onze wereld beter te begrijpen dankzij wetenschap en techniek, we ons bestaan kunnen verbeteren.

De ‘prophets of doom’ zoals Pinker ze noemt zijn de sterren van het alpha curriculum (het Amerikaanse liberal arts curriculum), met inbegrip van de Continentale filosofie van Nietzsche, Schopenhauer, Heidegger, Adorno, Benjamin, Marcuse, Sartre, Fanon, Foucault, en de Amerikanen Edward Said, Cornel West, en een heel koor van eco-pessimisten.

Het is niet het eerste boek dat onlangs is verschenen met een dergelijke kritiek. Ook Maarten Boudry’s Waarom de wereld niet naar de knoppen gaat (2019) en Yuval Noah Harari’s Sapiens (2011) behandelen dezelfde thema’s. Boudry komt het dichtst bij Pinker.

Mijn interesse ligt bij de ongezouten kritiek van Pinker op de Amerikaanse universiteiten en hun postmoderne leermeesters, de Continentale filosofie. Zonder enige moeite kun je daar Cynical Theories (2020), de meest recente in de serie, van Helen Pluckrose en James Lindsay aan toevoegen. Het boek is eerder door Chris Rutenfrans besproken in Wynia’s Week.

Het is niet alleen de universitaire wereld die een pessimistische blik heeft op de huidige ontwikkelingen. Ook in de maatschappij leeft dit gevoel. Maar, zegt Pinker, de wereld heeft op ieder gebied van menselijk welzijn een spectaculaire vooruitgang doorgemaakt, en hier is zijn tweede opmerking: vrijwel niemand is op de hoogte van deze ontwikkelingen.

Vooruitgang

Levensverwachtingen zijn vanaf 1780 tot aan 2010 spectaculair gestegen. Dat geldt niet alleen voor Europa, maar ook voor Amerika, Azië, en Afrika. Op wereldschaal gaat dat van een jaar of vijfendertig tot over de zeventig, we leven twee maal zo lang. Kindersterfte is dramatisch gedaald.

Het aantal vrouwen dat overlijdt in het kraambed is eveneens dramatisch gedaald. De ontwikkeling van de medische wetenschappen heeft miljoenen mensen het leven gered. Vaccins hebben de wereld gered van besmettelijke zieken. De pokken die meer dan 300 miljoen mensen hebben gedood bestaat niet meer.

De wereld voedselvoorziening is ongelooflijk veel beter geworden. In China, een werelddeel dat geteisterd werd door honger, is de calorie-inname nu 3100 calorieën, in feite al te veel voor een Westerse maatschappij die worstelt met overgewicht. In India is het 2400 calorieën.

De welvaart is immens gestegen, een van de kenmerken van de Verlichting is de idee dat er welvaart gecreëerd wordt, gedreven door kennis en coöperatie. Tussen 1820 en 1900, de tijd dat Marx zijn Kapitaal (1867) schreef, verdriedubbelde het wereldinkomen. Het aandeel van mensen die in extreme armoede leven is tussen 1820 en 2020 dramatisch gedaald.

Ideologische stupiditeit

Het betekent overigens niet dat hongersnood nooit meer voorkomt, maar als het voorkomt is het uit ideologische stupiditeit. De Grote Sprong Voorwaarts betekende hongersnood en terreur. Mao zag kans China gedurende die periode de afgrond in te manoeuvreren.

Frank Dikötter schrijft in zijn Mao’s Massamoord; ‘eind april (1958) hadden honger en gebrek zich over heel het land verspreid’. Dikötter’s gedetailleerde beschrijving is huiveringwekkend, en nog steeds blijven de Centrale Partijarchieven onder Xi gesloten. De werkelijke omvang weten we niet.

Economische ongelijkheid is sinds lang een ‘signature issue of the left’, zo schrijft Pinker. Maar links heeft de boot gemist met zijn afkeer van de markteconomie en zijn vrijages met het Marxisme. De welvaart is sinds de Industriële Revolutie enorm toegenomen. In een periode van twee eeuwen is de wereld honderd keer welvarender geworden. Markteconomie is voor Pinker dan ook de manier om de welvaart te verhogen.

Doemdenken versus eco-modernisme

Uiteraard zijn er veel problemen met ons milieu, maar Pinker is optimistisch, het is met de juiste technologie en kennis oplosbaar. Hier geen paniek over ‘twee voor twaalf’. Hij verzet zich met name tegen de doemdenkers, van Al Gore, de Unabomber, tot aan Paus Franciscus.

Pinker’s ‘ecomodernisme’ heeft vertrouwen in industrialisatie en technologie, genetisch gemodificeerde organismes, ‘vertical farming’, vlees dat we in vitro ontwikkelen, energie uit afval, viskwekerijen waar vis gevoed wordt met tofu – de mogelijkheden zijn voorlopig onbegrensd. Het idee is om een zo hoog mogelijke productiviteit te krijgen uit zo min mogelijk energie en massa.

De Groene Beweging zal het niet leuk vinden maar Pinker is een warm voorstander van kernenergie. Het vertegenwoordigt de ultieme vorm van dichtheid, je krijgt immers een immense hoeveelheid energie uit een minuscule massa. Angst is ongegrond, degene die er het meeste van af weet is het minste bang, aldus Pinker. Daarnaast is het aantal nucleaire wapens enorm teruggelopen.

Pinker’s hoofdstukken over vrede en veiligheid geven eenzelfde beeld. Ook het aantal moorden over de overigens zeer lange periode 1300 tot 2000 laat een grafiek zien die stijl naar beneden gaat. Hoewel het in de Verenigde Staten hoog blijft is het aantal moorden sinds 2000 aanzienlijk minder geworden. Het aantal auto-ongelukken is eveneens dramatisch gedaald, de eerste auto’s van rond 1930 lijken me zelfmoordmachines als je het aantal dodelijke ongelukken ziet.

Het aantal dodelijke vliegtuigongelukken is eveneens enorm gedaald sinds de beginjaren ‘70 van de vorige eeuw. Het hoofdstuk over gelijke rechten zal bij links ook niet goed vallen, net als andere vormen van ‘progressophobia’ wordt de vooruitgang van gelijke rechten veelal ontkent. Vrouwenrechten en homoseksualiteit zijn inmiddels geaccepteerd, het aandeel van fysieke en emotionele pesterijen op scholen is afgenomen.

De politieke kaste aan de Universiteiten

Het boek wordt echt interessant als meer naar het einde expliciet de adressant in zicht komt, de linkse vooral universitaire intelligentsia in de Verenigde Staten. De universiteit die een open markt aan ideeën zou moeten zijn, is verworden tot een politiek gemotiveerde kaste. Douglas Murray’s The Madness of Crowds geeft een interessant beeld van deze wereld.

Wie denkt dat de humaniora ‘neutraal’ zijn, moet nog eens wat onderzoek inzien. In 1992 zag 42 percent van de faculteiten in de Verenigde Staten zich als links of ‘liberal’, zo’n 40 procent zag zich als gematigd links, en 18 procent was uitgesproken rechts. In 2014 waren de cijfers 60 procent uitgesproken links (far left) of ‘liberal’, 28 procent gematigd, en 12 procent conservatief. Het verschilt per faculteit, maar de humanities en sociale wetenschappen zijn behoorlijk opgeschoven naar links.

Entropie aan de faculteiten

Waarom dat in Nederland anders zou zijn, zie ik niet. Veel onderzoek op dit gebied ben ik niet tegengekomen. De ‘atmosfeer’ aan de Amerikaanse universiteiten is links, en steeds meer regressief links. Cynical Theories is op dit moment de meest indringende analyse van regressief links aan de Universiteit. Pinker is minder goed ingevoerd in de huidige ‘cynical theories’ dan Pluckrose en Lindsay, hoewel hij dezelfde thematiek aansnijdt.

Net als Pluckrose en Lindsay ziet Pinker het postmodernisme als regelrechte ramp voor de universiteit. Obscurantisme, relativisme en een verstikkende ‘political correctness’ zijn aan de orde van de dag, Murray heeft het tot inzet van zijn boek gemaakt. Net als bij Cynical Theories zijn Heidegger, Foucault, Lacan, en de Frankfurter Schule de aanstichters van deze ellende.

Is iedereen in de humaniora inmiddels overtuigd van zijn gelijk en is het curriculum definitief dichtgetimmerd voor kritiek? Dan treedt Pinker’s tweede wet van de thermodynamica, de entropie, op, het einde van kritische reflectie.

(wordt vervolgd)