Wordt het een goed of een slecht jaar? Het antwoord is ja!
Als je maar genoeg voorspellingen doet, komen er altijd wel wat uit. En als je de niet uitgekomen voorspellingen vergeet, kun je poseren als profeet. De meeste mensen onthouden alleen de foute voorspellingen van financiële adviseurs, om voor de hand liggende redenen. Meestal vergeten we de volgende dag of op z’n laatst de dag daarna al wat anderen hebben voorspeld. Toch worden we aangetrokken tot prognoses als motten tot een brandende kaars en we raadplegen de opiniepolls voor verkiezingen zoals de Romeinen de ingewanden van kippen.
Twee extremen
Het hoeft dan ook nauwelijks te verbazen dat er veel scenario’s zijn gemaakt van de wereld na Covid (gesteld dat zo’n wereld er komt). Hoe zal die er uitzien? Zal alles anders zijn of zal niets anders zijn? Ik beweeg heen en weer tussen deze twee extremen, als een slinger die geen moment pauzeert in het midden van zijn baan.
Aan de ene kant is er de enorme genezende kracht van het geheugenverlies, aan de andere kant die van de bittere herinnering aan eerder lijden.
Veel ergere historische trauma’s dan de Covid-epidemie zijn vergeten of in elk geval zo gauw en zo ver mogelijk verdrongen. In het algemeen keuren psychologen dit mechanisme van bewuste onderdrukking af, omdat ze vrezen dat de herinneringen op een verborgen manier zullen terugkeren (en ook omdat een te sterke menselijke veerkracht zou leiden tot een gebrek aan klanten). Maar het is zeker waar dat een te diepgaand blijven stilstaan bij de trauma’s van het verleden het herstel kan belemmeren en kan leiden tot een zich wentelen in zelfbeklag. Dat laatste is zelden een goede gids.
De pest
Er zijn veel historische voorbeelden van geheugenverlies. Het gewone leven begon bijna onmiddellijk weer na een onvergelijkelijk ergere epidemie dan Covid, namelijk die van de pest die in 1720 begon in Marseille en een derde van de bevolking van de Provence het leven kostte. Natuurlijk hing het leven in die tijd veel duidelijker aan een zijden draad dan in onze tijd, waarin bijna elke dood abnormaal schijnt te zijn. Maar in feite was het geheugenverlies van de jaren 1720 in die zin gerechtvaardigd dat de pest nooit meer met een even grote wreedheid is teruggekeerd.
Communisme
Het schijnt dat de jongeren in Oost-Europa heel weinig echt gevoel of begrip hebben voor hoe het leven was voor het einde van het communisme. Degenen die het zich herinneren willen er niet bij stilstaan, ze willen het achter zich laten. Dit is zowel goed als slecht. Het is goed in zoverre het mensen toestaat op een normale manier door te gaan met hun leven, maar slecht in zoverre de illusies die hebben geleid tot het communisme zouden kunnen herleven – vooral wanneer zich ontberingen aandienen – door het ontbreken van een echte herinnering aan wat zulke illusies teweeg hebben gebracht.
Banger voor de politie dan voor de ziekte
Na het einde van de eerste golf van de epidemie hebben we gezien hoe snel jonge mensen het gewone leven weer hervatten, bijna alsof er niets was gebeurd. Ouderen waren voorzichtiger, maar de jongeren waren overduidelijk onaangedaan. Hoewel sommige van hun ouders dat afkeurden, hadden ze daarin ook geen ongelijk, tenminste in zoverre het hen, de jongeren, persoonlijk betrof, want het risico was voor hen altijd al minimaal geweest. Voor hen was Covid waarschijnlijk minder gevaarlijk dan autorijden, zeker als dat onder invloed gebeurt. Als ze zich al ooit hadden gehouden aan de gezondheidsvoorschriften, dan deden ze dat meer uit angst voor de politie dan uit angst voor de ziekte.
Protectionisme
Tegen de krachten van geheugenverlies werken de krachten van de economische realiteit. Er is al veel geschreven over de manier waarop de epidemie liet zien hoeveel kantoorwerk net zo goed thuis kan worden gedaan; hoe plotseling het belang van plaatselijke voedselproduktie duidelijk werd; hoe fragiel de toeleveringsketens bleken te zijn, hoe gemakkelijk ze worden verbroken en daarmee hoezeer de globalisering zal moeten worden gekeerd. De tijd van het protectionisme is aangebroken.
Van klasse- naar kastesamenleving
De enorme hoeveelheden geld die regeringen uit het niets tevoorschijn toveren, bedoeld om de gekrompen economieën te stimuleren zoals kunstmest bedoeld is om tomaten te stimuleren, kunnen heel goed leiden tot inflatie van een of andere soort, het meest waarschijnlijk van de meer verborgen vermogensinflatie die al wordt gestimuleerd door de lage rente. Dit zou verreikende sociale gevolgen hebben; het zou onze samenleving nog verder veranderen van een klasse- in een kastesamenleving, want vermogensinflatie (met, bijvoorbeeld, aandelen waarvan de prijzen bijna geen relatie meer hebben met de winsten) bevoordeelt de vermogende klassen en hun kinderen boven degenen die niets anders hebben dan de kleren die ze dragen, een paar meubelstukken en een of twee duurzame consumptiegoederen.
Eeuwig precariaat
Dit kan op zijn beurt resulteren in een roep om radicale hervormingen, bijvoorbeeld belastingen op kapitaal uit naam van sociale rechtvaardigheid. Dit is al voorgesteld door Thomas Piketty in zijn bestseller over kapitaal in de 21ste eeuw. In sommige landen kan ook een generatieconflict ontstaan, namelijk daar waar de permanente private en publieke schuldenlast al heeft geleid tot een vermogensinflatie in het voordeel van de oudere generatie, terwijl de jongeren, in elk geval die van de minder bevoorrechte klassen, in een staat van eeuwigdurend precariaat blijven verkeren.
Piramidespel
De noodzaak om geld uit niets te creëren kan op zekere dag leiden tot een verlies van geloof in het geld zelf. Mensen glijden eerst langzaam in hun faillissement en daarna, plotseling, alles in een keer; het verlies van geloof in het geld zou net zo kunnen gaan. Op het moment worden valutas in stand gehouden zoals de vrede in de Koude Oorlog, via gegarandeerde wederzijdse vernietiging.
Er is een nieuwe richting in de economie die ons redt van al deze somberte, namelijk de zogenaamde nieuwe monetaire theorie, volgens welke overheden die geld uitgeven niet failliet kunnen gaan omdat ze eenvoudig meer van dat spul kunnen uitgeven. Daarom kunnen overheden zichzelf voor eeuwig in de schulden blijven steken zonder enige serieuze consequenties.
Ik ben geen econoom, maar dit klinkt mij in de oren als een gigantisch pyramide- of Ponzi-spel. Natuurlijk is het gemakkelijk om op bevel meer geld in leven te roepen, net zoals het in de Sovjet-Unie gemakkelijk was om volledige werkgelegenheid te decreteren. Maar welvaart kun je niet op bevel laten ontstaan, ook al kun je haar wel op bevel laten verdwijnen.
Wat is mijn prognose voor het komende jaar? Zal het goed of slecht zijn? Het doet me denken aan wat die econoom zei toen hem gevraagd werd of de aandelenmarkt zou stijgen of dalen. Ja, zei hij, en hij had gelijk.
(vertaling Chris Rutenfrans).