Het liefdevolle Haags-Hilversumse mediacomplex

welke-rol-spelen-tv-verslaggevers-in-coronatijd-op-het-binnenhof
Welke rol spelen tv-verslaggevers in Coronatijd op het Binnenhof?

 ‘Pers en politiek vormen in Nederland een closed club, een gesloten bestel dat eenzelfde taal spreekt, de taal van de macht. Wie het bestel bedreigt, wordt hard aangepakt.’ Dit is geen citaat uit het online journaal van het Forum voor Democratie, maar een passage uit een artikel van Aart Brouwer in De Groene Amsterdammer van 20 maart 2009.

In het Corona-jaar 2020 is de verwevenheid van politiek en media wederom een issue. Voormalig PvdA minister van Onderwijs (en Media) Ronald Plasterk stelde dat de ‘top van de Nederlandse journalistiek tijdens de Corona crisis fungeerde als een tweede Rijksvoorlichtingsdienst’. Zijn de Nederlandse media inderdaad gezagsgetrouw en éénvormig?

Goed nieuws?

Laten we beginnen met vaststellen dat er in Nederland heel veel media zijn die ook nog eens onderling verschillen qua kleuring, toon en smaak. De Telegraaf is de Volkskrant niet en de NRC is Elsevier Weekblad niet. En er is succesvolle onderzoeksjournalistiek. Trouw en Nieuwsuur hadden in 2018 een scoop over geldstromen naar jihadistische groeperingen in Syrië onder initiatief van PvdA-minister Bert Koenders.

Online journalistiek platform Follow the Money volgt geldstromen in politiek en bedrijfsleven en berichtte over de zelfverrijkingspraktijken van de voorzitter van de integriteitscommissie van de VVD, Henry Keizer. Bas Haan van Nieuwsuur had een langlopend verhaal over het ‘Bonnetje van Teeven’ waarover ministers struikelden. Zembla en Argos maken onderzoeksjournalistiek op televisie.

Tegelijk is de ruimte voor onderzoeksjournalistiek bij zowel televisie als dagbladen flink teruggeschroefd. En bij praatprogramma’s als Buitenhof en WNL op Zondag mag de Nederlandse politieke en bestuurlijke bovenlaag regelmatig vrij onweersproken de eigen boodschap uitzenden. Emeritus-hoogleraar Internationale Communicatie Cees Hamelink stelt in zijn boek ‘Regeert de Leugen?’ uit 2006: ‘Meestal berichten de media braaf over het reilen en zeilen van het systeem en laten na fundamentele vragen te stellen over het systeem zelf’.

Politieke verslaggeving leunt dicht tegen de macht aan

Redactionele statuten als die van de publieke omroepen NPO hebben onafhankelijkheid en integriteit hoog in het vaandel staan. Redactiestatuten van kranten bevatten vergelijkbare woorden. Toch, wie dicht bij de Haagse centrum van de macht zit warmt zich er vaak behaaglijk aan. Menig (politiek) journalist is begonnen als voorlichter of stapt later over naar dit vak. Logisch gevolg daarvan is dat journalisten de ideologie van de gevestigde partijen kunnen gaan internaliseren. Gerard van Westerloo schreef op 26-27 april 2003 in NRC: ‘Naar mijn overtuiging zijn de Haagse redacties (….) in hoge mate een verlengstuk geworden van opgehemelde politiek-bestuurlijke brij’. En wederom Aart Brouwer: ‘Journalisten controleren niet de macht, maar ze regeren mee’.

In ‘Stilte op het Binnenhof. Politiek in Corona-tijd’ beschrijven Laurens Boven en Sophie van Leeuwen van BNR hoe in de coronacrisis vanaf maart 2020 de parlementaire verslaggeving en de media in de volgstand gingen. De persconferenties en de mediamomenten van de minister-president waren een strak gecoördineerd mediabombardement.

Harm Taselaar, hoofdredacteur van RTL Nieuws, zei in een aflevering van Medialogica van Human op 19 mei 2020 dat je in crisistijd ‘misschien wat meer een doorgeefluik bent van wat overheden tegen je zeggen dan onder normale omstandigheden’. Albert Bos van de NOS – die tijdens persconferenties af en toe een vraag mocht stellen – vroeg zich tegenover de auteurs van het boek hardop af: ‘Ik ben er nog steeds niet over uit welke rol wij daar speelden’.

Opvallend is ook hoe makkelijk journalisten terminologie ‘de anderhalve meter samenleving’ en ‘het nieuwe normaal’ – bedacht in regeringskringen – overnamen en als vaststaande feiten gingen brengen. Terwijl de term ‘Het Nieuwe Normaal’ al na de financiële crisis van 2008 gebruikt werd door de regering van de Amerikaanse president Barack Obama, toen als een manier om blijvend hogere werkloosheid en stagnerende inkomens te ‘verkopen’.

Kringen, cirkels en de waan van de dag

SP-kamerlid Ronald van Raak schreef toen hij op 4 september 2020 zijn afscheid als lid van de Tweede Kamer aankondigde: ‘Oorspronkelijk werden in de Kamer debatten gevoerd en werd daarvan in de media verslag gedaan. Nu is dat andersom: in allerlei media worden door politici problemen besproken en daarna wordt hierover in een Kamerdebat nog eens nagepraat. Dit heeft het debat doen veranderen.’ De werkelijkheid voor leden van de Tweede Kamer is dat agendering van onderwerpen hen niet lukt zonder media-aandacht. Scoren op basis van incidenten is daarbij de norm.

Tegelijkertijd mag het allemaal niet te moeilijk zijn voor de kijker. In een gedepolitiseerde consumentencultuur passen geen diepgravende analyses over toenemende twijfels over de Nederlandse koers in de Europese Unie, groeiende inkomensverschillen en de ondemocratische totstandkoming van klimaatbeleid aan de ‘Klimaattafels’ van Ed Nijpels. Nogmaals Ronald van Raak: ‘Ik neem het niemand persoonlijk kwalijk, de parlementaire journalisten moeten werken in een wereld die hen is gegeven, een goede inhoudelijke analyse van de beschouwingen zou waarschijnlijk door de redacties niet eens worden geplaatst.’

Eigendomsstructuur

Journalisten en redacteuren horen het niet altijd graag, maar eigendomsstructuren doen er toe. Het Belgische DPG Media is eigenaar van dagbladen De Volkskrant, Algemeen Dagblad, het Parool en Trouw. Daarnaast bezit DPG regionale kranten en online-activiteiten als nieuwssite NU.nl. Het eveneens Belgische Mediahuis is eigenaar van de NRC en De Telegraaf. In september 2020 nam Mediahuis ook NDC Mediagroep over, de uitgever van regionale dagbladen in Noord-Nederland, en Mediahuis was al eigenaar van een aantal andere regionale kranten. Als kleinere speler is er nog de FD groep, met het Financiële Dagblad en radiozender BNR. Daarnaast bestaan nog opiniebladen als het conservatievere Elsevier en de progressieve Groene Amsterdammer (onafhankelijk) en Vrij Nederland (uitgegeven door WNG Media).

Twee Belgische bedrijven, Mediahuis en DPG, hebben gezamenlijk vrijwel een monopoliepositie op de Nederlandse de markt voor dagbladen. Deze hoge mate van concentratie op de dag- en opiniebladenmarkt vermindert uiteraard de pluriformiteit en diversiteit – al is het maar omdat de entree barrières om de markt te betreden hoog zijn.

Mediahuis en DPG spreken op hun websites consequent van ‘merken’ (NRC staat in een rijtje met weekblad Privé en Relatieplanet.nl), niet van kranten. Uiteraard benadrukken deze bedrijven de onafhankelijkheid van de krantenredacties. Desondanks zoekt elk commercieel bedrijf naar schaalvoordelen, synergie en winst. De lezer ziet niet voor niets in zowel AD als in diverse regionale kranten dezelfde column van bijvoorbeeld Özkan Akyol verschijnen.

Kijkcijfers

Politieke meningsvorming op televisie ligt in Nederland vrijwel geheel bij de Nederlandse Publieke Omroep en bij RTL. NOS journaal en RTL4 Nieuws zijn goed bekeken, net als de talkshows op de late avond. RTL Nederland is eigendom van het Luxemburgse RTL Group SA, dat zelf weer eigendom is van de Duitse Bertelsmann-groep. RTL probeerde met het weglokken van eerst Twan Huijs en later Eva Jinek een steviger positie te pakken.

De NPO en de eronder hangende omroepen zijn een ingewikkeld bouwwerk van deelbelangen dat voorkomt uit het verzuilde Nederlandse omroepstelsel van weleer, waarin elke maatschappelijke groepering zijn eigen omroep had. Het NPO-bestuur wordt vanuit Den Haag benoemd en is bemenst met ex-politici of bestuurders met de nodige connecties met partijen. Netmanagers hebben grote invloed op de programmering. De vaste geldstroom komt uit Den Haag via de mediabegroting. Daarnaast hebben de omroepen inkomsten uit lidmaatschappen en STER-reclame.

Voor televisie geldt: kijkcijfers zijn alles. De diepgang moet desnoods wijken, wat tot uiting komt in kabbelende talkshows waarbij voor NPO en RTL het belangrijkste is of Jinek dan wel Op1 net wat meer kijkers had dan de ander. Naar verluidt wil de NPO de als kritische interviewer bekend staande Sven Kockelman niet als presentator van Op1 omdat hij niet ‘likeable’ genoeg is. Het moet immers vooral empathisch zijn en gezellig blijven.

Zo’n gedepolitiseerd consumptieproduct drijft op de feelgood factor, het informeert de kijker amper. Teun van der Keuken zei in De Volkskrant van 27 september 2020: ‘Het kan zijn dat goede programma’s niet altijd voor goede kijkcijfers zorgen, omgekeerd geldt het in Hilversum wel: een programma met goede kijkcijfers is per definitie een goed programma. Het gevaar is dat programmamakers de inhoud van hun programma’s aanpassen aan wat scoort.’

Licht entertainment is – naast goed voor de kijkcijfers – ook geschikt om ideologische boodschappen of public relations in te verpakken.

Zo prees Splinter Chabot op 19 oktober 2020 in BNN-Vara talkshow De Vooravond waterstofcentrales op zee aan als oplossing voor de energievoorziening in de toekomst. Splinter Chabot staat niet bekend als een kenner van de energiemarkt, duiding door een deskundige of een korte discussie aan tafel over de voor- en nadelen van waterstof ontbraken. Op deze manier had het item veel weg van een promotiespot voor een industrietak.

Bronnen

Toegang tot bronnen is essentieel voor nieuwsgaring. Journalisten kunnen zelf op zoek naar bronnen, naar informanten en desnoods klokkenluiders. Of ze kunnen vertrouwen op statements van de regering of van instanties die onderdeel zijn van de overheid of de publiek sector, zoals politie, NCTV of het RIVM. Dat laatste is eenvoudiger, zeker als andere bronnen schaars zijn of moeilijk te benaderen.

Voorlichters leggen immers kant-en-klare informatie neer op het bureau van de journalist. De mogelijkheden voor regeringen om de agenda te bepalen, onderwerpen te framen, de gewenste invalshoek te benadrukken en ongemakkelijke feiten uit zicht te houden zijn groot. Regeringsbronnen hebben bovendien het aureool van autoriteit, ook als het om (bewust) gelekte informatie gaat.

De aflevering van 19 mei van Medialogica laat zien hoe RTL-hoofdredacteur Harm Taselaar het besluit nam om de voorkennis van zijn verslaggever Frits Wester, dat het kabinet op 15 maart voor de eerste maal de horeca ging sluiten, niet als nieuws te brengen. Taselaar licht in de aflevering toe dat hij geen onrust onder de bevolking wilde veroorzaken. Sophie van Leeuwen van BNR zegt over deze beslissing ‘dan zit je wellicht toch iets te dicht bij het Haagse pluche, als je dat voor je houdt’.

Een snoepwinkel

Rond de persconferentie over corona op 13 oktober 2020 – waarin Rutte mededeelde dat er een tweede sluiting van de horeca aankwam – deden vergelijkbare dilemma’s als die van Harm Taselaar zich al niet meer voor. NOS-verslaggever Xander van der Wulp kondigde voorafgaand aan deze persconferentie nog even aan wat Rutte en vicepremier Hugo de Jonge zouden gaan zeggen, op basis van al gelekte informatie waarmee de regering de publieke opinie had uitgetest. Als een voetbalverslaggever maakte Van der Wulp de kijker lekker voor de eerste helft. Na de voorspelbare wedstrijd volgde een nabeschouwing in de studio met nog meer verslaggevers en kenners.

Boven en Van Leeuwen beschrijven in ‘Stilte op het Binnenhof’ hoe vanaf maart 2020 vanuit de regering centrale regie zat op de media-optredens van de ministers, met onderlinge afspraken welke minister bij welk programma ging zitten. Peter Kee, politiek redacteur van Op1: ‘Aan de ene kant was het voor mij een soort walhalla (…) Wat een snoepwinkel. We kunnen alles met die mensen, die normaal gesproken bijna nooit komen’.  Ook Elodie Verweij, chef-politiek van RTL talkshow Jinek, gaf aan: ‘Nog meer dan anders wilden we ministers in de uitzending, omdat iedereen snakte naar autoriteit’.

Kleffe ideologische consensus

Onder Nederlandse journalisten bestaat een vrij nauw gedefinieerde ideologische consensus die voor de meerderheid als vanzelfsprekend geldt. De gevestigde media verkondigen grosso modo standpunten die overeenkomen met die van de gevestigde partijen van GroenLinks tot en met de VVD – partijen die in de praktijk onderling niet zo heel veel meer verschillen.

Het wereldbeeld van de hoger opgeleide, kansrijke en internationaal denkende Nederlander staat meestal centraal. Ideeën als uit de Europese Unie treden, het lidmaatschap van de NAVO ter discussie stellen of het Koningshuis afschaffen zijn – buiten de opiniepagina’s – terra incognita. ‘Populisme’ in andere zin dan waarschuwend of negatief bespreken is zeldzaam. Een artikel als van journalist Jelte Wiersma van Elsevier dat het buitenlandpolitieke beleid van de Amerikaanse president Donald Trump positief bespreekt (en dan ook nog zonder allerlei disclaimers) is tamelijk uniek.

Floyd wel, Paty niet

De dood door politiegeweld van de zwarte Amerikaan George Floyd is door de media in Nederland eensgezinder behandeld dan de moord op Theo van Gogh in 2004. Rond Black Lives Matter was geruime tijd één benadering overheersend: kritiekloos aanhoren. Na de moord op Van Gogh begon binnen 24 uur al gemurmel dat ‘hij het zelf had uitgelokt’ en na enkele dagen zaten bij praatprogramma’s sprekers die benadrukten hoe erg het was voor islamitische minderheden.

Toen op 16 oktober 2020 een moslimextremist de Franse leraar Samuel Paty onthoofdde omdat hij cartoons van Mohammed in de klas had besproken liep de Dam demonstatief niet vol. Publieke instellingen gingen niet luidruchtig verklaren dat vanaf nu alle lesmateriaal, collecties, tentoonstellingen en wetenschappelijke studies het belang van cartoons over profeten en andere religieuze figuren ging weerspiegelen. Ook organiseerde de NPO over dit onderwerp geen ‘nationaal debat’ waarvan NPO-directeur Shula Rijxman de urgentie benadrukte, zoals wel gebeurde na de BLM demonstratie in Amsterdam op 1 juni 2020.

Grenzen van het debat

Binnen de consensus bestaan uiteraard genoeg verschillen van inzicht. Verschillende media bedienen verschillende doelgroepen, ook als ze zoals NRC en Telegraaf van dezelfde eigenaar zijn. Een aantal journalisten, zoals Wierd Duk van De Telegraaf of Sylvain Ephimenco van Trouw, opereert op de rand van wat hun collega-journalisten toelaatbaar achten. Ze krijgen van andere journalisten gemakkelijk verwijten van ‘populisme’ of ‘vissen in troebel water’. Wierd Duk liet in een vroeg stadium tegenstemmen in het coronadebat aan het woord, waaronder Bert Slagter die nu als onderdeel van het ‘Red Team’ de regering mede adviseert.

Wanneer overschrijdt iemand de grenzen van het debat? Beste indicator is het ontstaan van schrille verontwaardiging als iemand een ‘taboe’ doorbreekt. Een taboe doorbreken komt doorgaans neer op ongemakkelijke en onweerlegbare feiten noemen over onderwerpen waarover impliciet is overeengekomen ze voorzichtig te benaderen, zoals de islam. Het is tekenend dat het als moedig geldt dat presentatrice Fidan Ekiz zich op 20 oktober 2020 hardop uitsprak voor meer engagement voor de vermoorde Franse leraar Samuel Paty.

Aart Brouwer haalde in 2009 aan hoe dat uitpakte in 2002 tijdens de opkomst van Pim Fortuyn: ‘Wie zich aan de regels hield en ontkende dat er in Nederland explosieve sociale problemen waren, mocht meedoen aan de politieke discussie’. Niet alle journalisten houden zich altijd aan deze codes en de grenzen worden door de tijd heen verlegd. In de jaren negentig gold het nog als bijna rechts-extremistisch om van Turkse en Marokkaanse immigranten te verwachten dat ze Nederlands leerden. In het pre-Fortuyn-tijdperk vonden journalisten uiteraard ook dat ze reuze objectief en kritisch waren en dat ze nooit een belangrijk verhaal misten.

Slecht tegen kritiek kunnen

Journalisten gaan vaak slecht om met kritiek op henzelf. Ze zijn toch reuze kritisch en dolblij als er door toedoen van een rapportage van één van hen een minister moet aftreden? Teun van der Keuken – die met De Monitor uitstekende reportages maakt – schreef op 27 september 2020 in De Volkskrant: ‘Een journalist controleert de macht en als hij burgemeesters, ministers of leden van het Koninklijk Huis in het nauw kan brengen, dan is hij dolblij en zal hij dat zeker niet laten. Ook zijn bazen zullen hem niet afremmen maar aanmoedigen’. Dat is in tegenspraak met wat zijn hoofdredacteur Pieter Klok in de eerder aangehaalde aflevering van Medialogica zei over de opstelling van De Volkskrant in de coronacrisis. Klok vond het gezien de crisissituatie ‘te makkelijk om te laten zien wat fout is’.

Van der Keukens rooskleurige visie op de instelling van zijn vakgenoten is ook in tegenspraak met de reacties van nogal wat journalisten op kritische verhalen in De Telegraaf over de beslissing van burgemeester Femke Halsema om ondanks de corona-maatregelen de demonstratie van Black Lives Matter op de Dam op 1 juni toe te staan. Presentator Erik Dijkstra van Op1 had zelfs ‘een week buikpijn’ gehad van het stellen van kritische vragen hierover aan Halsema. ‘Wij zijn er tegen haar veel te hard ingegaan, terwijl ze de moed had om zich bij ons te verantwoorden’.

Hoe zelfbeelden kunnen bedriegen lazen we in een gesprek dat columniste Sheila Sitalsing van De Volkskrant in NRC van 8 april 2017 had met PvdA politicus Diederik Samson:

Sitalsing: ‘Ik sprak laatst een PvdA’er. Die zei: de Volkskrant heeft het kabinet-Rutte II overeind gehouden. Toen was ik echt diep beledigd.’ Samsom: ‘Maar jij en Bert Wagendorp hebben dat écht gedaan (…..) Jij en Bert waren liefdevol kritisch.’ Sitalsing kijkt beteuterd. ‘Dit is echt vrij kut om te horen.’

Focus op de oppositie

Veel inspanning van journalistiek Nederland gaat zitten in het onthullen van het reilen en zeilen binnen het Forum voor Democratie. Reportages van Argos en Zembla en artikelen in FTM zijn recente voorbeelden. Deze rapportages over het FVD zijn interessant. Het zou nog interessanter zijn als dergelijke rapportages ook gemaakt werden over de geldstromen en de connecties met ondernemers of geldschieters binnen de regeringspartijen van Mark Rutte, Hugo de Jonge en Sigrid Kaag. Op dat vlak blijft het in de media wat stiller.

Uiteraard klaagt Thierry Baudet – net als Femke Halsema – dat hij in de media te kritisch bejegend wordt. Edith Schippers, minister van volksgezondheid van de VVD in het kabinet Rutte-2 beweerde zelfs ooit dat in de media ‘een complot’ bestond tegen de VVD. En politici klagen wat af over ‘populistische’ kritiek aan hun adres van onder andere GeenStijl. Nu vertegenwoordigen Edith Schippers en Femke Halsema wel de bestuurlijke macht. Kritisch volgen daarvan zou minstens zoveel prioriteit mogen hebben als exposés over Thierry Baudet, die aanvoerder is van een oppositiepartij met 2 zetels in de Tweede Kamer.

Pluim van de premier

De verwevenheid van media en politiek is in 2020 nog springlevend. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt zei tegen de auteurs van ‘Stilte op het Binnenhof’ over de rol van de media tijdens de coronacrisis: ‘Het was erg belabberd. Waar is de onafhankelijke blik? Waar is de afstand tot politici. Er is iets mis met macht en tegenmacht in Den Haag’.

Minister-president Mark Rutte gaf, zo halen de auteurs van ‘Stilte op het Binnenhof’ aan, in een Kamerdebat op 26 maart 2020 de Nederlandse media collectief een pluim: ‘wat we hadden willen zeggen, wisten (ze) te brengen in het NOS journaal en bij RTL Nieuws’. In de documentaire van Medialogica zien we Rutte 18 maart in de Tweede Kamer zeggen dat ‘alle nieuwsstations, de kranten, de weekbladen daarin echt hun rol pakken’. Wees er maar blij mee.