5 jaar na corona zegt epidemioloog Jos Frantzen: ‘Nationale ingrepen hadden geen enkele zin’

eva munnik
Epidemioloog Jos Frantzen

‘Laten we varen op de deskundigheid’, zei premier Rutte op 6 maart 2020, het eerste persmoment over het coronavirus. Vijf jaar later blikt journalist Eva Munnik in een reeks interviews kritisch terug op de crisis in Nederland. Met deskundigen, maar niet de deskundigen die we toen steeds in talkshows zagen. Dit keer epidemioloog Jos Frantzen: ‘Ik heb het coronabeleid zich als een sneeuwbal zien ontwikkelen en het werd met de dag erger.’

‘Ik denk dat je blij mag zijn als de netto-effecten van de coronamaatregelen, zoals lockdowns en scholensluitingen, nul zijn geweest. En ik schat eigenlijk in dat de opbrengst zelfs negatief was.’ Epidemioloog en bioloog Jos Frantzen windt er geen doekjes om aan zijn keukentafel in Leiden. ‘Je kunt het niet berekenen’, benadrukt hij eerlijk: ‘Maar als ik alles bij elkaar veeg, dan kom ik tot die conclusie.

En als je tijdens zo’n pandemie maatregelen gaat nemen waarvan je weet dat ze mensen en hun vertrouwen zullen schaden, dan moet je ze gewoon niet nemen tenzij je honderd procent overtuigd bent dat ze goed zijn. Je kunt als overheid maar beter eerlijk zijn over de onzekerheid. Zoiets kun je simpelweg niet in een modelletje stoppen en dan zeker weten.’

Waarom hadden die maatregelen volgens u in het beste geval nul effect?

‘Maatregelen tegen verspreiding van corona hadden geen zin vanwege het type epidemie, het was namelijk een ‘uiteenspattende golf’ en die is niet te voorspellen. Een ‘lopende golf’ is dat wel, die verloopt vrij geordend. Maar het coronavirus ging alle kanten op, in heel korte tijd. Als zo’n virus zich eenmaal verspreidt, kun je het niet meer onder controle krijgen. Het virus uitroeien is dan een illusie.

En dat hele verhaal met die R van Reproductie (de verspreiding van het virus door besmetting) steeds op de persconferenties. Dan moesten we de R onder de 1 krijgen en dan konden we weer uit lockdown, zeiden ze. Wat een ramp. De R is gewoon een theoretisch concept en kun je niet zomaar gaan gebruiken voor beleid.’

Maar het draaide wel allemaal om de R, de reproductie, zeiden RIVM en overheid. Er werden allerlei maatregelen genomen om die R omlaag te krijgen, zoals scholen sluiten.

‘Dat was een afschuwelijke fout, de schade die je kinderen aandoet. Waar gaat dit heen, dacht ik. In eerste instantie hadden ze het nog over “het virus gecontroleerd laten doorgaan”. Nu moet je dat ‘gecontroleerd’ natuurlijk met een korreltje zout nemen, maar dat vond ik op zich een goede insteek. Alleen is dat “gecontroleerd laten doorgaan” later nooit meer genoemd, het ging er opeens nooit meer over.’

‘Het punt is: een epidemie is een biomedisch probleem dat een maatschappelijk probleem wordt. En in het OMT, het Outbreak Management Team, waar het kabinet naar eigen zeggen blind op voer, zaten alleen maar mensen die verstand hadden van het biomedische, maar niet van de maatschappij. Sommigen zaten van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat in een lab of ziekenhuis. Die kenden de samenleving niet. Terwijl bij zo’n epidemie natuurlijk alles draait om het begrijpen van menselijk gedrag, menselijke gevoelens en menselijke reacties.

‘Ik heb jaren in een ziekenhuis gewerkt en ik kan je eerlijk zeggen: ik kreeg toen zelf ook een tunnelvisie. Je zit in een bubbel. OMT-leden hadden geen idee van de schade van maatregelen voor de samenleving. En dat begrijp ik heel goed. Maar wie let er dan wel op?’

Mark Rutte zei bij dat allereerste persmoment, exact vijf jaar geleden, op 6 maart 2020: ‘Laten we varen op de deskundigheid’.

‘De vraag is: op welke deskundigheid? Ze hebben op een beperkte deskundigheid gevaren, op slechts een paar invalshoeken. Het RIVM en OMT waren geconcentreerd op dat biomedische probleem, maar onderschatten wat er verder speelde. Het was vooral gericht op het individueel behandelen van een patiënt terwijl andere deskundigen – die helaas niet betrokken waren – wel in staat zijn om op te schalen naar bevolkingsniveau.

‘Anderen kunnen naar meer aspecten kijken zoals de juridische en ethische kant, zij kunnen vraagstukken opwerpen zoals: gezonde mensen, hoe ga je daarmee om? Hoe zit het met angst en hoe communiceer je dingen? Dat kunnen ze niet bij het OMT en het RIVM.

‘Daar komt bij dat bij epidemieën meestal een relatief klein percentage van de bevolking echt getroffen wordt. Als je kijkt naar de kans op ernstige ziekte – dus ziekenhuisopname of erger – door corona, dan heb je het over iets van 0,2 procent. Dat zijn zo’n beetje de cijfers van het RIVM. Dat is dus een heel klein deel van de populatie: 99,8 procent van de mensen heeft geen tot relatief weinig last van corona.’

‘Bovendien is corona geen primaire doodsoorzaak, het geeft het laatste zetje. Dus je hebt een zeker risicoprofiel, met een marge natuurlijk, en je weet wie er risico loopt. Dat moet je dan ook eerlijk communiceren. Nationale ingrepen hadden geen enkele zin bij corona. Het enige wat je had kunnen doen is voor maximale bescherming gaan van die groep kwetsbare mensen. En ze daar vooral zelf de keuze in geven. Want mensen die in verzorgingshuizen opgesloten werden, werden daar soms heel eenzaam door.

‘Ze gingen achteruit, ook door het gebrek aan bewegen. Beweging is een van de essentiële factoren om gezond te blijven. En wat deden wij? Collectief binnenblijven. Als je dat voor een voorbijtrekkende epidemie van een week of twee doet, prima. Maar twee jaar lang? Dat werkt niet. Je had het heel anders aan moeten vliegen en de overheid had gewoon advies moeten geven. “Dit is ongeveer het risicoprofiel, dit kun je doen om jezelf te beschermen tegen corona. Kies zelf hoe je ermee omgaat”.’ 

Waarom deed het kabinet dat niet dan?

‘Ik vermoed als buitenstaander dat de druk daar een rol in speelde. Dan riep er een viroloog of epidemioloog in Duitsland dat ze op de R gingen letten en vervolgens moest dat in Nederland opeens ook. Er was veel druk op de ketel bij het kabinet dat dacht: we moeten wat doen en we moeten daadkrachtig overkomen. Ik heb het coronabeleid zich als een sneeuwbal zien ontwikkelen. Het werd met de dag erger.

‘Die druk en die dwang op de bevolking, dat vind ik sowieso niet kunnen. Nogmaals: je kunt wel beperkingen opleggen, maar alleen als je ze echt goed kunt onderbouwen. Als we medicijnen op de markt willen brengen, dan moeten die getoetst worden op werkzaamheid en veiligheid. Maar voor sociale interventies zoals lockdowns hebben we helemaal geen toetsingskader, of ze wel veilig zijn.

‘Ondertussen werd mensen zoveel angst aangejaagd. Je zorgen maken, dat is legitiem. Maar echte vrees kan overslaan in paniek en dat is niet goed. In Duitsland is dat trouwens bewust gebeurd. Daar hebben ze wetenschappers ingehuurd om de bevolking angst aan te jagen zodat burgers zich aan de maatregelen zouden houden. Ik weet niet of dat in Nederland ook zo was, maar als je bezig bent met boetes uitdelen voor wie zich niet aan maatregelen houdt, dan creëer je eigenlijk ook een angstcultuur.’

Hugo de Jonge zei begin 2021 in het NOS Jeugdjournaal tegen kinderen dat de overheid maatregelen moest nemen want ‘als we dat niet zouden doen dan worden alle vaders en moeders en alle opa’s en oma’s ziek’.

‘Ja, dat soort dingen. Of in Nederland bewust angst is aangejaagd durf ik niet te zeggen, maar veel mensen waren heel bang. En angst is niet goed, het maakt dat mensen rare dingen gaan doen en het is slecht voor je gezondheid.

‘Bangmaken gebeurde ook met vaccineren. Voor het grootste deel van de mensen was een coronavaccin overbodig. Dus die druk was helemaal niet nodig, bovendien konden die vaccins de epidemie niet stoppen.’

Maar Hugo de Jonge zei: ‘Doe het voor je opa’. Er hingen ook overal reclameposters met foto’s van jongeren die zeiden dat ze vaccineerden voor hun opa of oma. En door de invoering van het coronatoegangsbewijs mocht je zelfs niet spontaan aan het openbare leven meedoen als je niet vaccineerde.

‘Een coronavaccin zorgt ervoor dat je minder ernstig ziek wordt, maar dat betekent niet dat je niemand besmet. Het kan zelfs contraproductief zijn omdat je dan symptoomloos – dankzij vaccinatie – naar buiten gaat. Je bent misschien ietsje minder besmettelijk als je gevaccineerd bent, maar je bent nog steeds besmettelijk. En misschien besmet je eerder mensen omdat je minder voorzichtig bent vanwege je vaccinatiestatus.

‘Ik vond het ook schokkend dat wetenschappers heel stellig riepen dat de coronavaccins veilig waren. Dat kun je nooit beweren als wetenschapper, je kunt niet iets bewijzen wat er niet is, dus afwezigheid van risico. Daar moet je ook eerlijk in zijn.’

Hoe doen we het een volgende keer beter?

‘Wetenschap en beleid moeten uit elkaar. Wij hebben een centrum voor infectieziektebestrijding, het RIVM. Dat zijn mensen die denken in militaristische termen: koste wat kost dat virus bestrijden. Dat de bijkomende schade van die ‘bestrijdingsmiddelen’ misschien groot is, daar gaan zij niet over. Maar het ministerie zegt vervolgens toch: “We gaan volledig op het RIVM af”, dus niemand kijkt naar de nevenschade.’

‘Van het RIVM en OMT vind ik het best legitiem, wat ze deden. Want als je er alleen bent om die infectieziekte te bestrijden, dan mag je de rest vergeten. Alleen was er niemand voor de rest. Doe dat nou anders een volgende keer. Maak een afdeling binnen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) met mensen die breed georiënteerd zijn, dus het liefst geen onderzoekers. Maar sociologen, psychologen, epidemiologen enzovoort. Mensen die ook in staat zijn om bruggen te slaan en iets weten van publiekscommunicatie.’

Essentieel is het vertrouwen van de bevolking

Je kunt het niet perfect doen. Maar je moet als overheid wel proberen om zo veel mogelijk objectief te blijven en je onzekerheden te laten zien. Je moet je afvragen: hoe kunnen we nou samen op een vredige manier met elkaar omgaan? Want vredig was het niet: de polarisatie werd enorm op een gegeven moment. Essentieel is het vertrouwen van je bevolking, daar moet je bij je maatregelen steeds aan denken.

Laat het uitgangspunt zijn: hoe kunnen we het gepast en humaan doen? Dus niet koste wat kost en niet met een angstcultuur, maar: hoe krijgen we een balans en zoveel mogelijk mensen mee? Als overheid moet je zorgen dat je alle belangen dient, in proportie.’

De volgende keer in deze interviewserie – met deskundigen die we in coronatijd níet steeds in de talkshows zagen – gezondheidseconoom Eline van den Broek: ‘Hoe kun je dit soort schadelijke maatregelen nemen, waarvan je vooraf weet dat ze verregaande gevolgen hebben, en niet eens een heel logisch alternatief serieus bekijken?’

Jos Frantzen (1960) is onafhankelijk epidemioloog-onderzoeksmanager. Hij schreef onder meer het boek ‘Epidemiology of Infectious Diseases – A Human View’.

Eva Munnik is journalist. Ze werkt als freelance verslaggever en (eind)redacte

ur bij televisieprogramma’s en schrijft voor magazines.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!