Ons politieke bestel is ziek, moe en dringend toe aan een verlossend spuitje

binnenhof
Sinds 1 oktober 2021 wordt het Binnenhof gerenoveerd. Foto: Wikipedia Commons.

Zou er nog wel eens iemand aan Kees Sorgdrager denken? De legendarische parlementair verslaggever van Den Haag Vandaag en Met het oog op morgen overleed in 2017. Hij kon op prachtige wijze woedend worden over het gebrek aan historisch benul bij onze Tweede Kamerleden.

‘Niet zonder jaloezie,’ schreef hij in 2002, ‘vertellen onze Kamerleden je altijd hoe leuk zij het Britse Lagerhuis vinden, maar hun gevoel voor de waarde van procedures is gebrekkig en opgebouwde ervaring wordt respectloos weggespoeld onder een vaandel waarop met een slap handje “vernieuwing” staat geschreven.’

Geslachtsloos partycentrum

Symbool van deze misère was voor Sorgdrager de smakeloze, door Pi de Bruin ontworpen ‘congrescentrumzaal’ waar de ‘historielozen’ sinds 1992 hun plenaire vergaderingen houden en die sinds 2021 wordt gerenoveerd.

‘Hoe is het in hemelsnaam mogelijk, denk ik iedere keer als ik dit geslachtsloze partycentrum betreed, dat ze dat verrukkelijke bonbondoosje, die oude vergaderzaal, dat pareltje van de parlementaire democratie waarmee Nederland over de hele wereld bouwkundig uniek was en waarin de Kamer sinds 1815 geschiedenis heeft geschreven, dat ze dat hebben afgedankt.’

Er bestaat ook nog een ander soort historisch benul waarmee het in de vaderlandse politiek eveneens beroerd is gesteld: het respect voor democratische tradities. De Tweede Kamerverkiezingen van 22 november kunnen goed dienen ter illustratie.

De op afstand grootste verliezer van die verkiezingen was Rob Jetten: onder zijn leiding raakte D66 liefst 15 van haar 24 zetels kwijt. Het was het grootste zetelverlies in de partijgeschiedenis van de Democraten, erger nog dan het fiasco van Jan Terlouw in 1982 (min 11 zetels) en de afgang van Els Borst in 1998 (min 10). 

Zowel Terlouw als Borst trokken direct hun conclusies en hingen het partijleiderschap aan de wilgen. Zo niet Jetten. In januari, na het vertrek van Sigrid Kaag naar de VN, promoveerde hij zelfs tot eerste vicepremier.

Waarom zit Bontenbal nog op zijn stoel?

Onder aanvoering van Henri Bontenbal leed ook het CDA op 22 november een historische nederlaag. De partij hield nog maar 5 Tweede Kamerzetels over. Nooit eerder in onze parlementaire geschiedenis zakte een voorheen oppermachtige politieke partij zo diep weg.  

Elco Brinkman pakte in 1994 zijn biezen nadat het CDA onder zijn leiding was gekelderd naar 34 zetels. Jan Peter Balkenende blies meteen de aftocht toen hij in 2010 niet verder kwam dan 21 zetels. Maar Bontenbal zit nog steeds op zijn plek, lijkt als vanouds zeer content met zichzelf en niemand in het CDA zaagt aan zijn stoelpoten.

Op afstand de grootste, maar geen premier

De PVV van Geert Wilders werd op 22 november de grootste partij. De voorsprong op de nummer twee, de door Frans Timmermans aangevoerde GroenLinks-PvdA-combinatie, bedroeg liefst 12 zetels. Zo’n groot verschil tussen de winnaar en de runner-up is de afgelopen halve eeuw maar twee keer eerder voorgekomen: in 2002 en in 2017. Helemaal niemand haalde het toen in zijn hoofd om van de feestvarkens Balkenende (2002) en Mark Rutte (2017) te eisen dat ze zouden afzien van het premierschap. Bij Wilders gebeurde dat wel – een unicum.

Nog een eigenaardigheid. GroenLinks-PvdA, D66, SP, Denk, Partij voor de Dieren en Volt tekenden op 22 november samen voor slechts 47 Tweede Kamerzetels. Het was het grootste linkse verkiezingsdebacle sinds 1922, toen sociaaldemocraten, vrijzinnig-democraten en communisten samen bleven steken op 27 van de (toen nog) 100 Kamerzetels. PVV, VVD, NSC en BBB haalden samen 88 zetels: ruim voldoende om samen te gaan regeren, een wens die volgens diverse opinieonderzoeken ook leeft bij een grote meerderheid van hun kiezers.

Maar een ‘gewoon’ parlementair meerderheidskabinet van PVV, VVD, NSC en BBB zal er niet komen, zo weten we inmiddels. Hoogstens een extraparlementaire variant dan wel een ‘programkabinet’. Zelfs de kans op een kabinet-Timmermans is nog niet verkeken.

Een reeks rariteiten

Lijsttrekkers die recordverliezen boeken maar gewoon blijven zitten, partijleiders die met afstand de grootste worden maar niet in het Torentje mogen en parlementaire meerderheden die niet leiden tot parlementaire meerderheidskabinetten – het is een tot voor kort onvoorstelbare reeks rariteiten.

Ons politieke bestel is ‘ziek en moe’, analyseerde Hans van Mierlo al in 1966. De situatie is er sindsdien alleen maar slechter op geworden. Een verlossend spuitje en daarna, in de woorden van Van Mierlo, ‘een nieuwe democratie’, inclusief een districtenstelsel – zodat verliezende volksvertegenwoordigers voortaan het nakijken hebben – en een rechtstreeks gekozen premier: wat zou dat mooi zijn.

Roelof Bouwman is columnist en adjunct-hoofdredacteur van Wynia’s Week. Hij schrijft over politiek, geschiedenis en media.

Wynia’s Week is jarig! Bent u al donateur? Doneren kan op verschillende manierenHartelijk dank!